Antwerpen durft de hoogte in

Op 20 september 2013

Met de goedkeuring van de Hoogbouwnota wil Antwerpen zijn karakter als metropool herwinnen

Het college keurt de eerste hoogbouwnota goed als beleidskader voor hoogbouw in Antwerpen. Deze belangrijke nota bevat een stadsbrede visie op hoogbouw, met als uitgangspunten zorg en respect voor erfgoed en de versterking van de skyline ten noorden en ten zuiden van de stad. Daarnaast geeft het college meteen de opdracht aan de administratie om enkele voor de hand liggende locaties voor hoogbouw te onderzoeken.

Hoogbouw

Een gebouw wordt als ‘hoog’ ervaren als het boven zijn omgeving ‘uittorent’. Het landschap en de bouwhoogtes in de omgeving zullen dus bepalend zijn voor hoe ‘hoogbouw’ wordt geïnterpreteerd. Een eenduidige definitie van hoogbouw is niet vanzelfsprekend. Uit analyses blijkt dat voor Antwerpen gebouwen met een hoogte vanaf 50 à 60 meter mee vorm geven aan de skyline van de stad. Toch zal deze hoogte niet als ijzeren regel worden gehanteerd. Ook een lager gebouw kan in zijn omgeving de impact hebben van een ‘toren’. Ook een beduidend hoger gebouw dan deze 50 meter kan op sommige plekken aanvaardbaar zijn.

 

Hoogbouwbeleid

Antwerpen wenst de mondiale tendensen met betrekking tot hoogbouw niet te negeren en kiest mede hierdoor voor een beleid waarin hoogbouw zijn rol kan uitspelen. Door zijn schaal en verschijningsvorm kan hoogbouw inspelen op een aantal stedelijke uitdagingen, zoals stedelijk imago, efficiënt ruimtegebruik, verdichting en de grootschalige toepassing van duurzame technieken. De potenties van hoogbouw kunnen inspelen op de sterk toenemende vraag naar extra woningen, kantoren en innovatieve typologieën.

 

Waar komen ze

De locaties waar hoogbouw kan of zelfs wenselijk is, worden afgebakend als weloverwogen zones die aansluiten op de algemene visie van het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen en een belangrijke rol spelen in de versterking van de Antwerpse skyline. De stad geeft de opdracht aan haar diensten om bijkomend onderzoek te doen naar potentiële locaties binnen haar grondgebied.

 

Op het Eilandje en Nieuw Zuid kan hoogbouw het bekende redezicht – met centraal de Kathedraal, de Boerentoren en de Oudaan – aanvullen met kwaliteitsvolle accenten in het noorden en zuiden. Daarnaast kan een beperkte en doordachte inplanting in de ruimte van de Groene Singel versterkend werken voor de strategie van compacte, dense ontwikkelingen met bovenlokale uitstraling (top- en kantoorlocaties) in combinatie met het vrijwaren van open ruimte.

 

De Hoogbouwnota laat ook ruimte voor specifieke initiatieven waar innovatieve woontypologieën, menging van functies en optimalisering van mobiliteitsstromen aanleiding kunnen geven voor hoogbouwpotentie. In dat verband geeft het college opdracht om de haalbaarheid van hoogbouw te onderzoeken op de contactzone Noorderlaan, locaties langs de Singel, Slachthuislaan, Ijzerlaan, Spoor Oost of Nieuw Zurenborg.

 

Op bepaalde plekken is hoogbouw uitgesloten; enerzijds vanwege technische en sectorale richtlijnen (bv aanvliegroutes luchthaven, transmissiezone VRT …) en anderzijds omdat de stad bepaalde historische plekken en zichtassen wenst te beschermen. Zo worden de omgeving van en belangrijke zichtassen op de Kathedraal gevrijwaard van hoogbouw.

 

Een traject in dialoog

De stad kiest voor een traject in dialoog. De aanpak is vergelijkbaar met de voorbespreking voor ‘reguliere’ stedenbouwkundige vergunningsaanvragen. Het betreft een adviesprocedure voorafgaand aan de eigenlijke indiening van de vergunningsaanvraag. De initiatiefnemer dient zijn hoogbouwrapport in en kan tijdens het traject de nodige aanpassingen voorstellen. Alle adviezen worden in rekening gebracht tijdens de beoordeling van de vergunningsaanvraag.

De GECORO (Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening) toetst initiatieven aan de uitgebreide set van locatiecriteria. De architectuur en beeldkwaliteit worden getoetst door de welstandscommissie. Hiermee krijgt de GECORO, naast de stadsdiensten en de welstandscommissie een belangrijke rol in de adviesprocedure. Zo wordt een maximaal draagvlak bekomen bij de maatschappelijke geledingen.

Het college beslist finaal over alle voorstellen op basis van deze adviezen.

 

Verantwoordelijke schepen: Rob Van de Velde, schepen voor ruimtelijke ordening en stadsontwikkeling

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is