U bent hier
Stad Antwerpen vernieuwt bouwcode en voert parkeernormen in
De bouwcode van de stad Antwerpen is ingrijpend hervormd en vereenvoudigd. Overbodige en gedateerde regels verdwijnen, en de handhaving van de bouwvoorschriften wordt makkelijker. Het stadsbestuur voert bovendien voor het eerst parkeernormen in voor nieuwbouwprojecten.
Vorige week keurde het college de grondig hervormde bouwcode voor de stad goed. Die is gebaseerd op vier principes:
- Leefbaarheid, omdat elk nieuwbouwproject en elke grote verbouwing de levenskwaliteit van alle omwonenden moet verbeteren.
- Duurzaamheid, omdat gebouwen natuurlijk tientallen jaren moeten meegaan. We kijken dus een stuk verder dan de strikte minimumeisen die vandaag gelden op vlak van milieu, isolatie en uitstoot.
- Beeldkwaliteit, omdat ook wij deze stad mooier en aantrekkelijker willen achterlaten dan we ze hebben aangetroffen.
- En veiligheid, dat spreekt voor zich. Dan gaat het in de eerste plaats over de veiligheid van bewoners en gebruikers, maar zeker ook over ruimtelijke veiligheid. We willen geen donkere gaten die uitnodigen tot sluikstorten of bijvoorbeeld dealers aantrekken.
Schepen van Stadsontwikkeling Rob Van de Velde: “Met de nieuwe bouwcode realiseren we een trendbreuk met het verleden, op verschillende manieren. In de eerste plaats hebben we drastisch gesnoeid in het bos van regeltjes en voorschriften. Van bijna 100 artikels gaan we naar 47, een halvering dus. Alleen de essentiële dingen worden behouden, absurde en onnodige regeltjes verdwijnen.”
Bovendien is de vereenvoudigde bouwcode beter te handhaven – maar ze zal dan ook gehandhaafd worden. Alleen als dit bijdraagt tot een levendige stad en wanneer de aanvraag op objectieve argumenten steunt, kunnen gemotiveerde afwijkingen worden toegestaan. Rob Van de Velde: “We worden flexibeler, maar ook strenger.”
Concrete wijzigingen
Een voorbeeld: tot nu toe mochten twee winkelpanden niet of nauwelijks worden samengevoegd. Dat laten we nu wel toe. Zo kunnen winkels uitbreiden en komt er bovendien ruimte vrij voor een aparte ingang naar appartementen boven de winkel. “Dit stadsbestuur is een partner voor bewoners en investeerders met plannen, en geen tegenstander,”, aldus Van de Velde. “Uiteraard is beeldkwaliteit belangrijk, en net daarom mogen kwaliteitsvolle nieuwe investeringen niet langer stranden op pesterijen en absurde regeltjes die bovendien niet te handhaven zijn.”
De bouwcode wordt ook flexibeler. We zijn een moderne stad die openstaat voor nieuwe technologieën, en dus moeten ook nieuwe vormen van reclame, zoals elektronische lichtborden, mogelijk worden. Dat wil niet zeggen dat Antwerpen gaat veranderen in één groot Times Square, daar zit niemand op te wachten, maar we willen nieuw evoluties niet a priori afblokken.
Hetzelfde geldt voor de harmonieregel. Bijvoorbeeld: in een straat waar door de jaren heen de meeste huizen een bepaalde aanpassing hebben ondergaan, zullen we die aanpassing ook toelaten voor de resterende panden.
Meer rechtszekerheid
Twee zeer concrete punten: omwille van de beperkingen van het Antwerpse rioleringsstelsel worden septische putten voortaan verplicht voor elk nieuwbouwproject. En we werken de flou artistique en de rechtsonzekerheid over gesloten horecaterrassen weg: als die voldoen aan een reeks strikte voorschriften, kunnen ze een tijdelijke vergunning krijgen die negen jaar geldig blijft. Zo zouden de terrassen op bijvoorbeeld de Grote Markt of de Groenplaats op één lijn geplaatst kunnen worden, zonder inhammen en uitsteeksels. Zo kunnen de uitbaters opnieuw met een gerust hart investeren.
Op vraag van het parket voeren we de meldingsplicht in voor kleine werken, maar dat betekent voor de burger een vereenvoudiging: terwijl de meldingsprocedure loopt, kunnen de werken al beginnen. Hiermee passen we dezelfde regels als het Vlaams gewest, terwijl de stad tot nu toe veel strenger was dan Vlaanderen. Hierdoor wordt het makkelijker om de bouwcode te handhaven, verhoogt de rechtszekerheid en vermindert de administratieve rompslomp voor de burger.
Invoering parkeernorm: ‘t Stad mag geen parking worden
Voor het eerst nemen we in de bouwcode ook normen op die moeten garanderen dat elk nieuwbouwproject genoeg parkeerplaatsen voorziet. Die normen gelden voor nieuwbouw en herbouw, voor woningen, kantoren en handelszaken. Dan gaat het over parkeerplaatsen op eigen terrein, bijvoorbeeld een inpandig parkeerterrein, ondergrondse garages en dergelijke. Parkeerplaatsen die de straten dus ontlasten.
Want daar gaat het over: om de stad leefbaar te houden, en om van onze schaarse openbare ruimte niet één grote parking te maken, moeten we meer parkeerplaatsen creëren op privéterrein. Als de bewoners van elk nieuw woonproject allemaal hun auto op straat kwijt moeten, dan snapt het kleinste kind wat de gevolgen zullen zijn. Er zijn nu bijvoorbeeld al meer bewonerskaarten in omloop dan er parkeerplaatsen zijn. En dan hebben we het nog niet gehad over bezoekers. Met de invoering van parkeernormen breken we met die trend en voorkomen we parkeeroverlast en bestuurders die rondjes rijden in woonstraten, op zoek naar een plekje.
Voorbeelden:
- Bij een nieuw appartementsblok in het centrum, met 5 wooneenheden tussen 60 en 90 vierkante meter, moeten 6 parkeerplaatsen.
- Bij een nieuw appartementsblok in de districten, met 20 appartementen van meer dan 90 vierkante meter, moeten 31 parkeerplaatsen.
Wordt die norm niet gehaald, dan zal de stad aan de bouwheer een financiële compensatie vragen. We zijn momenteel een reglement aan het uitwerken. Dat geld wordt geïnvesteerd in buurtparkings die de parkeerdruk op straat wegnemen. We hanteren realistische normen, maar op sommige locaties sturen we wel bij om mensen toch aan te moedigen om de auto te laten staan, bijvoorbeeld voor kantoorgebouwen in de buurt van stations.
Na grondig overleg met stakeholders, experten en administratie hebben we rekenkundige formules opgesteld om de parkeernorm te berekenen op maat van stad en districten. We maken een onderscheid tussen centrum, centrumschil (de meeste districten) en de overige stadsdelen (Polderdistrict, Ekeren). Dat is logisch: het autobezit- en gebruik in de centra en rond sommige knooppunten is lager omdat het openbaar vervoer daar sterker staat.
Als een bouwheer op basis van objectieve cijfers en duidelijke mobiliteitsplannen kan aantonen dat de parkeerbehoefte voor zijn project lager ligt, kunnen er afwijkingen op de parkeernorm worden toegestaan.
Realistisch beleid
Met de invoering van parkeernormen voeren we een realistisch beleid, benadrukt schepen van Mobiliteit Koen Kennis: “We passen ons aan aan de werkelijkheid, en proberen niet om de stadsbewoner te dwingen in een ideaalbeeld van een stad zonder auto’s. We willen meer tweeverdieners naar de stad lokken, en die hebben nu eenmaal vaak een auto. Die moeten ze ergens kwijt kunnen.”
Maar de parkeernormen passen wel in een brede waaier van realistische mobiliteitsmaatregelen die de greep van de auto op de stad zullen verminderen. We zitten intussen aan een dozijn buurtparkings. We breiden het autodelen verder uit, net als het Velo-project, en we werken aan Park & Rides buiten de stad.
Dit alles komt bovendien niet uit het niets. In Nederland werkt men al jaren met de zogenaamde CROW-kengetallen. CROW is een Nederlands kenniscentrum voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Het gaat om getallen die berekend worden na jarenlange inventarisatie en analyse. In sommige Vlaamse steden is men trouwens al vertrouwd met parkeernormen. Lier en Leuven bijvoorbeeld, en nu dus ook Antwerpen.
Schepen Koen Kennis besluit: “De bevolkingstoename en de verdichting van onze stad mogen niet leiden tot een parkeerinfarct, ‘t Stad mag niet de parking worden.”
Hoe gaat het nu verder?
In maart geven de Gewestelijke Stedenbouwkundige Ambtenaar en de GECORO hun advies over de herziene bouwcode. Met dat advies in handen beslist het college, en dan komt de bouwcode op de gemeenteraad van april terecht. Daarna moet de provincie ze nog bekrachtigen. De nieuwe bouwcode zal ten laatste op 1 september van kracht worden.