Stad stuurt werkwijze snelle tijdelijke verkeersveiligheidsmaatregelen bij

Op 7 februari 2014

De stad Antwerpen blijft middelen investeren in snelle, tijdelijke verkeersveiligheidsmaatregelen en kiest bovendien waar mogelijk voor structurele maatregelen. Om duidelijk in kaart te brengen waar de nood het hoogst is, evalueerde de stedelijke Staten-Generaal van de verkeersveiligheid in Antwerpen de uitgevoerde projecten en onderzocht hij mogelijke locaties voor nieuwe ingrepen. Uit die evaluatie blijkt dat de ingrepen effect hebben, dat uitgevoerde ingrepen bij voorkeur een definitief karakter krijgen en dat een duidelijke visie op prioriteiten noodzakelijk is.

De stedelijke Staten-Generaal van de verkeersveiligheid in Antwerpen maakt ook dit jaar een budget van 500 000 euro vrij om snelheidsremmende maatregelen uit te voeren op verschillende locaties in Antwerpen. In het verleden werden vooral aanpassingen uitgevoerd aan straten waarin een snelheidsmeting uitgevoerd werd. Het is de bedoeling om dit project nu ook verder uit te breiden naar schoolomgevingen, schoolroutes, zwarte punten en gevaarlijke wegsegmenten. De focus zal des te meer liggen op woon- en schoolomgevingen en de functies die daarbij horen, omdat de stad met snelheidsremmende maatregelen de zone 30 effectief wil afdwingen.

Dat verkeersveiligheid een aandachtspunt blijft, merkt de stad door het aantal vragen om snel verkeersveiligheidsmaatregelen uit te voeren. Om een goed antwoord te kunnen bieden op die vragen maakt de stad nu gebruik van een prioriteitenlijst op basis van volgende wegingscriteria: 

  • de objectieve verkeersonveiligheid: de ongevallengegevens van de lokale politie bepalen de wegingsfactor van dit criterium;
  • de subjectieve verkeersonveiligheid: uit de Antwerpse Monitor leest de stad af hoe buurtbewoners naar de verkeersveiligheid in hun straat kijken - voelen de bewoners zich onveiliger, dan komt de straat hoger op de prioriteitenlijst;
  • de aanwezigheid van voorzieningen en functies: scholen, rusthuizen, ontspanningsmogelijkheden, het al dan niet deel uitmaken van een fiets- of schoolroute zal mee de dringendheid bepalen;
  • de ernst van de snelheidsovertredingen: door snelheidsmetingen komt de stad te weten in welke straten effectief te snel wordt gereden. Afhankelijk van het relatieve aantal overtredingen en de zwaarte daarvan krijgt de straat een hogere plaats op de prioriteitenlijst.

Werken met een prioriteitenlijst biedt voor alle betrokkenen voordelen. De stad kan duidelijk communiceren aan bewoners, bedrijven en bezoekers welke straten aangepakt zullen worden. De districten aan de andere kant komen zo duidelijk te weten welke straten er wel en welke niet met bovenlokale middelen aangepakt kunnen worden. Zij kunnen dan op hun beurt met eigen middelen de andere straten van snelheidsremmende maatregelen voorzien.

Daarnaast zet de stad ook verder in op het structureler maken van de snelle, tijdelijke verkeersingrepen. In plaats van enkel plooibakens en markeringen te plaatsen of een prefab rijbaankussen, zal er vaker gewerkt worden met boordstenen en verhardingen of een betonnen rijbaankussen. De beperkte meerkost van deze ingrepen weegt op tegen de verwachte onderhoudskost van minder structurele maatregelen.

Straten die door een district op de meerjarenbegroting geplaatst zijn, krijgen enkel een snelle, tijdelijke verkeersveiligheidsingreep als de werken later dan binnen 6 maanden starten. Is de straat niet opgenomen in de meerjarenplanning, dan wordt bekeken welke oplossing het meest aangewezen is: een snelle tijdelijke ingreep dan wel een structurele.

Verantwoordelijken: burgemeester Bart De Wever – Koen Kennis, schepen voor mobiliteit – Ludo Van Campenhout, schepen voor publiek domein

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is