U bent hier
Integraal waterplan moet stad beschermen bij hevige neerslag

Met de ondertekening van het burgemeestersconvenant ‘Mayors Adapt’ verbond de stad Antwerpen zich tot het uitwerken van een stedelijke adaptatiestrategie om het hoofd te bieden aan het veranderende klimaat. De stad liet de lokale effecten van deze veranderingen in kaart brengen. Een eerste model gaf meer inzicht in het stedelijk hitte-eilandeffect dankzij een hittestudie die door VITO werd uitgevoerd. Een tweede model werd op vraag van de stad opgesteld door Prof. Willems van de KU Leuven. Hij nam het huidige en toekomstige lokale neerslagklimaat onder de loep. Het college nam kennis van zijn studie en gaat aan de slag met de beleidsaanbevelingen en vervolgacties.
Het lokale neerslagklimaat in Antwerpen
Uit de studie blijkt dat de extreme neerslagintensiteiten in Antwerpen, die meestal verantwoordelijk zijn voor de lokale riolerings- en waterloopoverstromingen, veelal gelijklopen met de rest van Vlaanderen. Toch is er een verschil te meten in verschillende Antwerpse regio’s. Dit betekent dat stortregens gemiddeld heviger zijn op sommige locaties dan op andere. Deze studie brengt ook de verandering van het lokale neerslagklimaat ten gevolge van de klimaatverandering op langere termijn in kaart. Volgens de onderzoekers kan de stad zich verwachten aan een gemiddelde daling van de totale jaarlijkse neerslag, hoofdzakelijk in de zomer. De wintermaanden kunnen vergelijkbaar zijn aan de huidige winters of iets natter zijn. Tijdens de zomerse regenbuien kunnen echter de neerslagintensiteiten dan weer veel heviger zijn.
Een ‘klimaatverzekering’ voor Antwerpen
De studie brengt nieuwe inzichten over het lokale klimaat in Antwerpen. Toch benadrukt de KU Leuven dat deze resultaten niet als ‘exact’ mogen worden beschouwd. De Antwerpse gegevens waarop het onderzoek zich baseert, zijn in duur nog vrij kort. De universiteit pleit echter voor het voorzorgsprincipe. Net zoals gebouweigenaars een brandverzekering nemen voor hun huis, waar de kans op een ongeluk misschien wel klein is, maar de schade erg groot; zo zou de stad door een hele set van adaptatiemaatregelen een ‘klimaatverzekering’ kunnen nemen voor wateroverlast op haar grondgebied.
Wat doen stad en rioolbeheerder?
De bestaande openbare rioleringen zijn in het verleden ontworpen om het regenwater te verwerken van extreme buien die statistisch gezien eens om de vijf jaar voorkomen. De tendens naar die ‘extremere buien’ is de laatste jaren echter reeds zichtbaar geworden. Bovendien zorgt de toenemende verharding in de stedelijke omgeving voor een bijkomende druk op de riolering. De stad en rioolbeheerder rio-link nemen daarom nu al hun verantwoordelijkheid.
Nieuwe rioolstelsels hebben een hogere capaciteit. In stadsontwikkelingsprojecten wordt verharding zoveel mogelijk vermeden en wordt, waar mogelijk, het regenwater opgevangen en ruimtelijk geïntegreerd in de aanleg van straten en parken. Bufferen en infiltreren is een maatregel die consequent in stadsontwikkeling en openbaar domein zal doorgevoerd worden. In de ontwikkelingen van Nieuw Zuid en Neerland, bijvoorbeeld, wordt het regenwater van daken en straten opgevangen in grachten en lager gelegen delen van het park. Daar kan het insijpelen in de bodem waardoor het rioolsysteem wordt ontlast.
Ten slotte werkt rio-link in opdracht van de stad aan een ‘hemelwaterplan’. De bedoeling is om voor elke wijk in Antwerpen maatregelen te definiëren om riooloverstromingen vandaag en in de toekomst te vermijden. In een stedelijk ‘waterplan’ zal de stad vervolgens de ruimtelijke integratie van water in de stad verder uitdiepen.
Wat kan de Antwerpenaar doen?
Hoe minder regenwater er naar de riolering stroomt, hoe lager het risico op wateroverlast op straat én in de eigen woning is. Het is daarom aangewezen om regenwater zoveel als mogelijk plaatselijk te hergebruiken, vast te houden en vertraagd af te voeren of – nog beter – te laten insijpelen in de bodem. Dit kan door te kiezen voor waterdoorlatende materialen en door groendaken en regenwaterputten aan te leggen. Antwerpenaars kunnen al langer op professioneel advies en financiële steun van het EcoHuis rekenen om dit soort van investeringen uit te voeren. Op deze webpagina van het EcoHuis vinden ze hierover informatie. Ook rio-link ondersteunt bewoners zowel praktisch als financieel om hun eigen regenwater af te koppelen bij de aanleg van een gescheiden riolering.
Bij nieuwbouw en grondige verbouwing zijn deze ingrepen via de gewestelijke stedenbouwkundige verordening ‘hemelwater’ en de Antwerpse bouwcode reeds verplicht. In de vernieuwde bouwcode zijn groendaken verplicht op platte daken, mogen tuinen niet volledig worden verhard en moeten parkeerplaatsen aangelegd worden in waterdoorlatende materialen. Om regen- en afvalwater in laaggelegen ruimtes te vermijden, mogen ondergrondse ruimtes enkel via een pomp worden aangesloten op het rioolstelsel. Eigenaars kunnen zich bovendien beveiligen door het plaatsen van een terugslagklep. Meer info over maatregelen die inwoners kunnen nemen om zich te beschermen tegen overtollig regenwater zijn te vinden op: http://www.rio-link.be/_uploads/rio-link.water-link.be/brochures/brochur....
Een uitgekiende mix aan maatregelen die door alle actoren in de stad ondersteund wordt, zowel de particuliere huiseigenaars, bedrijven als openbare instellingen, zal er voor zorgen dat Antwerpen op termijn een klimaatrobuuste stad wordt, die een antwoord kan bieden op extreme neerslag.
Verantwoordelijke schepenen: Nabilla Ait Daoud, schepen voor leefmilieu – Ludo Van Campenhout, schepen voor publiek domein