Minister Homans kent 20 miljoen euro toe aan steden en gemeenten voor ondersteuning vluchtelingencrisis

Op 13 mei 2016

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans (N-VA) kent 20 miljoen euro toe voor de ondersteuning van steden en gemeenten in het kader van de vluchtelingencrisis. De Vlaamse Regering keurde vandaag definitief de voorwaarden goed voor de toekenning van subsidies aan gemeenten in het kader van de vluchtelingenproblematiek. Ook de stad Antwerpen mag beroep doen op iets meer dan 2 miljoen euro. Het betreft de eerste van twee schijven.

“De lokale besturen worden door de instroom van erkende vluchtelingen geconfronteerd met heel wat bijkomende uitdagingen”, aldus minister Homans. “Door deze 20 miljoen willen we vermijden dat steden en gemeenten moeten inboeten op het aanbod van hun lokaal sociaal beleid dat momenteel reeds bestaat. De Vlaming die ook nood heeft aan sociale ondersteuning, mag niet het slachtoffer worden van de vluchtelingencrisis.”

De huidige en toekomstige instroom van vluchtelingen zorgt voor een sterke druk op het Vlaamse en lokale beleid. “We willen de lokale besturen helpen en hen financieel ondersteunen”, zegt minister Homans. De middelen moeten dan ook zorgen voor een versterking van het bestaande lokale aanbod. Hoe de lokale besturen de middelen besteden, is de vrije keuze van de gemeente of stad zelf (o.a begeleiding naar een woongelegenheid, gezinsondersteuning, medische begeleiding, … ). “Die aanpak strookt met de filosofie van het Vlaams regeerakkoord: geen betutteling maar vertrouwen in lokale besturen en bovendien kent niet elke stad of gemeente dezelfde noden.”

Twee schijven

De middelen zullen worden verdeeld in twee schijven, want de instroom zal niet in een golf gebeuren. Een eerste schijf van 10 miljoen euro wordt toegekend voor de periode van november 2015 tot en met mei 2016 (uitbetaling juli 2016). De tweede schijf voor de periode van april 2016 tot oktober 2016 (uitbetaling december 2016). De Stad Antwerpen mag alvast beroep doen op de eerste schijf van iets meer dan 2 miljoen euro.

“Ook hanteren we een ondergrens”, zegt minister Homans. Er moeten minstens 10 vluchtelingen (erkende, subsidiair beschermden of asielzoekers) in een gemeente instromen om in aanmerking te komen voor subsidies.

“De middelen moeten immers gaan naar die steden en gemeenten die het meest geconfronteerd worden met de vluchtelingencrisis”, aldus Homans. “Het heeft geen nut om middelen te voorzien voor gemeenten en steden die amper met een instroom geconfronteerd worden. Bovendien zorgt dit voor versnippering.”

Lokale draagkracht

Als eerste objectieve criterium voor de verdeling van de middelen wordt de instroom van de erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden in de referentieperiode gehanteerd. Die instroom telt voor 70 % mee.  “Daarnaast telt ook voor 20 % het aantal derdelanders (komende van buiten de Europese Unie) op het grondgebied van het lokale bestuur mee.” Als derde criterium gelden de sociale maatstaven uit het Vlaams Gemeentefonds mee voor 10 %.

Met die verdeelsleutel houden we niet alleen rekening met de huidige instroom maar kijken we ook naar de (stedelijke) aantrekkingspolen die reeds voor veel maatschappelijke uitdagingen staan. De lokale besturen kennen ook het best de lokale noden, vandaar dat ze zelf over het gebruik van de middelen kunnen beslissen.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is