U bent hier
Schelde verrast archeologen met unieke vondst uit tijd van Napoleon
Voor de Oosterweelverbinding wordt de Scheldetunnel gerealiseerd, tussen het Sint-Annabos op Linkeroever en het voormalige polderdorp Oosterweel op rechteroever. Als voorbereiding op die werken wordt de Schelde uitgebaggerd en de vaargeul tijdelijk verlegd. Bij het verwijderen van de sliblagen werd daarbij vorige week een speciale vondst gedaan: er werd een kanon opgegraven. Dat dateert zeer waarschijnlijk uit de tijd van Napoleon en wordt nu verder onderzocht.
Lantis en stad Antwerpen werken samen voor de archeologische opvolging van de Oosterweelwerken. De baggerwerken voor de toekomstige Scheldetunnel worden daarbij archeologisch begeleid omdat er in het Scheldeslib nog heel wat vondsten verscholen zitten. Dat bleek uit de inspectie van het bodemoppervlak die voorafgaand aan de baggerwerken gebeurde, met technieken zoals geofysisch onderzoek (een methode van veldonderzoek zonder de bodem te verstoren), en sonar. Daarna werd de eerste laag van het Scheldeslib verwijderd, om vervolgens gefaseerd de werkzones uit te baggeren. Tijdens de verwerking van het nu afgevoerde slib troffen medewerkers het kanon aan.
Scheepsvloot van Napoleon
De vondst van het kanon past zeer goed in het plaatje van stad Antwerpen als militair steunpunt onder het Napoleontisch bewind.
Tijdens de Franse periode (1794-1815) had Napoleon Bonaparte een grote interesse in de Scheldestad omwille van het strategisch belang. Hij maakte van Antwerpen een moderne haven met marine-arsenaal en versterkte de stad op tal van plaatsen. Er werd een tweede omwalling gelegd rond de oudere stadsomwalling, en ook aan de Schelde kwamen verschillende batterijen of opstellingsplaatsen voor geschut. In de Scheldebocht kwam in 1811 het vijfhoekige fort Ferdinand, ook Fort du Nord genoemd. Het was de voorganger van het Noordkasteel dat in 1862 werd gebouwd.
Op basis van de vorm is het kanon zeer waarschijnlijk van Franse oorsprong en dateert het uit het einde van de 18de eeuw. Het gaat mogelijk om een 36-ponder. Op de loop van het kanon is een anker zichtbaar ,wat voorkomt op standaardtypes van de Franse militaire vloot. Achteraan op dergelijke kanonnen stond doorgaans het jaartal van het gieten, maar dit gedeelte is door de lange tijd op de Scheldebodem onleesbaar en moet eerst gereinigd worden.
Een 36-ponder weegt 3,5 ton en is meer dan 3 meter lang. Dergelijke kanonnen werden onder andere gebruikt op oorlogsschepen en werden geladen met gietijzeren kogels van ongeveer 18 kilogram (36 ‘Franse’ ponden). Voor het gebruik werd het metalen kanon geplaatst op een houten onderstel op wielen: een ‘scheepsaffuit’ of rolpaard. Zo kon de terugslag van het schot opgevangen worden zonder schade aan te richten aan de ondergrond. Verder historisch onderzoek moet uitwijzen hoe dit specifieke stuk zwaar geschut in het Scheldewater belandde.
Verder onderzoek
Het kanon wordt nu overgebracht naar het onroerenderfgoeddepot van de stedelijke dienst archeologie van Antwerpen. Na gespecialiseerde reiniging kan de historische context verder worden onderzocht en kan blijken of details, zoals het bouwjaar, bewaard zijn gebleven. Mogelijk wordt het na de restauratie tentoongesteld op een gepaste plek in de stad.
Burgemeester Bart De Wever: "Napoleon mag terecht de vader van de Antwerpse renaissance genoemd worden. De Franse eerste consul, later keizer, beloofde tijdens een bezoek in 1803 om van Antwerpen een ‘ville de commerce de premier rang’ te maken, die kon wedijveren met Londen en Amsterdam. De werken aan het rechttrekken van de Scheldekaaien en de eerste moderne dokken begonnen spoedig na zijn bezoek. De kiemen van de heropstanding van Antwerpen als een handelsmetropool met een wereldhaven zijn dus daadwerkelijk door hem gezaaid. Er waren zelfs ontwerpen voor een enorme spiegelstad op Linkeroever, met een stenen brug over de Schelde. Maar de ambitieuze plannen van Napoleon dienden in de praktijk niet zozeer commerciële, maar vooral militaire doeleinden. In Antwerpen bouwde hij naarstig aan een oorlogsvloot die de continentale blokkade moest doorbreken waarmee de Britse marine het Europese vasteland in een wurggreep hield. De enorme oorlogsbodems die Napoleon in de Scheldestad te water liet, konden echter niet voorkomen dat Antwerpen in 1814 na een korte maar hevige strijd werd bevrijd door de geallieerden. Onze stad plukte nadien de vruchten van de havenverbeteringen die onder Napoleon werden gestart. De erfenis van de periode van de Franse bezetting is zeer uitgebreid, maar weinig spreekt zo tot de verbeelding als een scheepskanon om het verleden tastbaar te maken. Ik ben dus heel blij met deze vondst, en ik hoop dat bijkomend wetenschappelijk onderzoek ons meer kan leren over dit bijzondere verhaal uit de geschiedenis van onze stad.”