Sint-Michielsabdij verrast archeologen met unieke vondsten

Op 25 februari 2022, over deze onderwerpen: Cultuur (+ erfgoed en toerisme)

Heraanleg van dit deel Scheldekaaien start in maart

Sinds september vorig jaar onderzoeken stadsarcheologen de resten van de Sint-Michielsabdij aan de Sint-Michielskaai in Antwerpen. In de middeleeuwen was dit een van de machtigste abdijen in de ruime regio. De opgravingen maakten kloosterkelders en funderingen zichtbaar. Op de site vonden de archeologen een 200-tal begravingen terug. Ze ontdekten ook sporen uit de periode voor de bouw van het klooster, waaronder een oude vestinggracht met 20 Romeinse munten en een fibula, en een unieke Merovingische munt. Onverwacht troffen ze bovendien de Spijkertoren aan, een deel van de middeleeuwse stadsomwalling. Vanaf maart start de heraanleg van dit deel van de Scheldekaaien.

Burgemeester Bart De Wever: “Wie Antwerpen vroeger langs de Schelde bezocht, zag in het zuiden van de stad op een hoogte een grootse abdij opdoemen. De Sint-Michielsabdij was een pronkstuk van het Antwerpse religieuze, culturele, sociale en politieke leven. De abdij was lange tijd het diplomatieke hart van de stad, tot de sluiting van de kloosters onder het Franse bewind voorgoed een einde maakte aan haar gezaghebbende, religieuze rol. Een verwoestende brand na een beschieting vanuit de Zuidcitadel in 1830 herleidde de laatst overgebleven gebouwen tot as. De eens zo machtige abdij verdween letterlijk onder het stad. Tot onze archeologen vanaf september vorig jaar de resten opnieuw zichtbaar maakten. De resultaten vormen een uiterst interessante aanvulling op wat al gekend was over deze plek en op de ontstaansgeschiedenis van Antwerpen. Zeker de vondst van een vroegmiddeleeuwse, Merovingische munt spreekt enorm tot de verbeelding.”

Nieuwe inzichten over het abdijleven

Het huidige archeologisch onderzoek ging van start in september 2021 en loopt in maart 2022 ten einde. Een terrein van 5000 m² werd onderzocht tot op een diepte van gemiddeld 1,2 meter. In drie opgravingsfases werden verschillende onderdelen van de in de 12de eeuw gestichte norbertijnenabdij terug zichtbaar gemaakt en historische stadsmuren blootgelegd.

Noordelijke zone
Tijdens de eerste fase groeven de archeologen de noordelijke zone uit. Daar stond het oude klooster van de abdij, waar in de eerste periode ook nonnen hun vertrekken hadden. De kelders en kloostergang werden zorgvuldig in kaart gebracht. De kelders waren zeer degelijk gebouwd met grote bakstenen, typisch voor de 13de en 14de eeuw. Ze behoren tot de eerste bouwfase onder abt Gerardus de Lyra (1244-1258). In enkele keldermuren waren nissen uitgespaard voor het plaatsen van verlichting. Dit deel van het klooster sloot aan tegen de middeleeuwse kaaimuur, waarvan ook massieve delen zijn blootgelegd. Zeer uitzonderlijk was de vondst van een sceatta, een Merovingische munt, in de kloostertuin. De kleine munt dateert uit de 7de eeuw en is één van de weinige materiële getuigen van het vroegmiddeleeuwse Antwerpen.

De fundamenten van de kloosterkerk en de grote kloostergang ten zuiden ervan werden niet gevonden, alhoewel ze waren verwacht. Het onderzoek wijst uit dat de hoogte waarop de Sint-Michielskerk stond, sterk werd afgetopt tijdens de rechttrekking van de Scheldekaaien op het einde van de 19de eeuw.

Tijdens de opgravingen werden heel wat menselijke begravingen aangetroffen. Zo vonden de archeologen onder de grote pandgang 80 graven terug. Bij het vrijleggen van de skeletten bleek dat de individuen geordend begraven waren, oost-west georiënteerd met het aangezicht naar het oosten. Als voorlopige hypothese wordt aangenomen dat de bijzettingen uit de beginfase van het klooster dateren. Ook op het vroegere kerkhof werden veel graven gevonden, deze waren minder geordend en dateren mogelijk van een ruimere tijdsperiode. Er zijn mannen, vrouwen en kinderen bij. Een fysisch antropoloog begeleidt de opgraving en zal later ook de studie uitvoeren op de talrijke skeletresten.

Centrale zone
Centraal in de opgravingsput werd de middeleeuwse abtswoning of het Prinsenhof onderzocht. Van dit bijzonder gebouw, dat waarschijnlijk ook iets hoger gelegen was, bleef jammer genoeg niets bewaard. Slechts enkele kelders en delen van de funderingsmuren zijn zichtbaar. Deze waren ook met grote bakstenen gebouwd en dateren uit de eerste grote bouwfase van het klooster in de 13de eeuw. Het vloerniveau was hier bij de rechttrekking van de Scheldekaaien al weggebroken.

Zuidelijk deel
In de zuidelijke zone werd de strook tussen de abdij en het Sint-Michielsbastion geprospecteerd. Hier werd een massagraf gevonden, bestaande uit een groep van minstens 18 individuen die samen en zonder enige zorg in een put waren gelegd. Deze vondst is intrigerend maar vooralsnog zonder enige verklaring. Dit massagraf doorsneed oudere begravingen op een zone waar ook al begravingen uit de 10de eeuw werden aangetroffen.

Het meest verrassende resultaat vormen de resten van de middeleeuwse Spijkertoren. Op de uitsprong langs de Schelde werd rond 1300 een middeleeuwse stadsversterking gebouwd met twee torens: de in de Schelde vooruitspringende Weverstoren en zuidelijk daarvan de Spijkertoren. De kelder van die laatste is gebouwd met grote bakstenen, de bakstenen vloer is gelegd in een visgraatmotief. Ook de keldertrap, de sokkels van het gebinte en resten van het portaal van de toren werden aangetroffen. De naam Spijkertoren verwijst naar de grote voorraad- of tiendenschuur die hier lag. De term ‘spijker’ is afgeleid van het Latijnse ‘spicarium’ of graanschuur. Dit langwerpig gebouw sloot aan op de toren en de kaai en werd archeologisch vastgesteld aan de hand van twee rijen bakstenen sokkels en een buitenmuur.

In de slotfase van de opgravingen worden enkele kelders van het Prinsenhof nog verder gedocumenteerd. Daarnaast wordt extra onderzoek gedaan naar eventuele oude bewoningssporen in de zone tussen de abdij en de Schelde. Deze natuurlijke uitsprong aan de Schelde had ook voor de stichting van de abdij al een aantrekkingskracht als vestigingsplaats. De vondst van een twintigtal Romeinse munten, de al vermelde Merovingische sceatta en de 10de-eeuwse begravingen doen vermoeden dat de ondergrond in de komende weken nog enkele geheimen kan prijsgeven. Na de afronding van al het veldwerk wordt de studie van de opgravingsgegevens in het archeologisch atelier verder gezet.

Start werken openbaar domein vanaf 1 maart

Op 1 maart starten de werken voor de heraanleg van het openbaar domein op de Scheldekaaien in het deelgebied Sint-Andries en Zuid. Dat is het gebied aan de Schelde tussen het reeds heraangelegde deel en de Sint-Michielstraat. Deze werken eindigen in het voorjaar van 2023.

Schepen voor stadsontwikkeling Annick De Ridder: “De werken voor de heraanleg van het openbaar domein op de Scheldekaaien in het deelgebied Sint-Andries en Zuid kunnen op 1 maart starten. Daarbij zal de zuidelijke flank van het Sint-Michielsbastion zichtbaar geïntegreerd worden in de kaaivlakte. Zo past de Antwerpse geschiedenis mooi in het straffe toekomstverhaal dat we met de Scheldekaaien schrijven. We gaan daarbij resoluut voor meer vergroening en verblauwing. Met de integratie van mooie nieuwe zitplekken, een speeltuin, sportvelden en skatezone zal het hier bijzonder leuk toeven zijn.”

Om tot een geheel te komen met het reeds vernieuwde deel wordt onder meer het huidige dijkpad verder doorgetrokken. Verder komen er diverse zitplekken, een speeltuin, 2 sportvelden en een skatezone achter de dijk. De zuidelijke flank van het Sint-Michielsbastion (waarvan de resten in 2010 in kaart werden gebracht) wordt zichtbaar geïntegreerd in de kaaivlakte.

Verder komt er zowel langs de zijde van de rijweg als langs de Schelde extra groen met onder andere berk, esdoorn, zwarte els, tulpenboom, populier, eik, wilg en olm. Ook wordt de rijweg op de Sint-Michielskaai heraangelegd met een breed voetpad, een nieuw fietspad en een parkeerstrook. Verder worden de bloklindes langs de gevels vervangen door veldesdoorns waarvan de wortels meer plaats krijgen om te groeien. De leilindes langs het havenhekwerk blijven bewaard. Ook de waterkeringsmuur wordt vervangen, die werken vinden plaats van april tot oktober 2022.

Chris Danckaerts, gedelegeerd bestuurder bij De Vlaamse Waterweg nv: “Gelijktijdig bij de aanleg van het openbaar domein voorzien we in een nieuwe hogere waterkering. Die zal in de toekomst een belangrijke bijdrage leveren aan de overstromingsveiligheid van de stad Antwerpen. De werken kaderen binnen het Sigmaplan dat Vlaanderen beschermt tegen overstromingen vanuit de Schelde en haar zijrivieren. Concreet trekken we de bestaande dijk op Sint-Andries en Het Zuid zo’n 400 meter verder door tussen de Scheldestraat en de Sint-Michielsstraat. De nieuwe waterkering is zo ontworpen dat ze als het ware zal versmelten met het weidse kaailandschap. Bezoekers zullen op de waterkering kunnen kuieren of zitten en genieten van de weidse zichten. Ondertussen werken we ook verder aan de kaaimuurstabilisatie van het resterende stuk Plantinkaai ter hoogte van Sint-Andries. We verwachten dat dit stuk kaaimuur tegen eind 2023 gestabiliseerd zal zijn.”

Meer info

Heel wat achtergrondinfo en een video over 2000 jaar Scheldekaaien van Antwerpen zijn te vinden op www.archeologiescheldekaaien.be.

Bart De Wever: Burgemeester

Annick De Ridder: Schepen bevoegd voor haven, stadsontwikkeling, ruimtelijke ordening en patrimonium en voorzitter van AG Vespa

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is