Twee innoverende projecten voor duurzame mode krijgen premie

De stad Antwerpen wil met haar projectenfonds ‘Duurzame Stad’ innoverende en duurzame projecten een financieel duwtje in de rug geven. Daarvoor trok ze dit jaar  100 000 euro uit, verspreid over drie rondes. In de laatste ronde van dit jaar konden twee modeprojecten de jury volledig overtuigen. Zij ontvangen elk een premie van 20 000 euro.

Antwerpen wil een duurzame stad zijn. Daar kan de inventiviteit van inwoners, bedrijven en kennisinstellingen toe bijdragen. Daarom organiseert de stad drie keer per jaar een jury die projecten van bewoners, groeperingen en bedrijven beoordeelt op hun innoverende duurzaamheid.  Dankzij het projectenfonds ‘Duurzame Stad’ kunnen die projecten nadien ook echt van start gaan.

Het college besliste deze keer om twee projecten uit de mode te belonen met een premie die een deel van hun investerings- en werkingskosten kan dekken. Een vertegenwoordiger van de openbare Vlaamse afvalstoffenmaatschappij (OVAM) zat nu ook mee in de jury. Antwerpen kreeg een subsidie van OVAM om projecten uit te werken rond ‘mode en circulaire economie[1]’.

De twee projecten zijn bvba Maakbaar en Les ReBelles d’Anvers.

Antwerpen maakt mode

‘Bvba Maakbaar’ wil volgens een innovatief concept een kledingcollectie produceren. Bruno Pieters ontwerpt de stukken in samenwerking met het Post-Couture Collective. Zij maken de ontwerpen digitaal op maat van de klant. Voor de productie gaan ze uitsluitend aan de slag met gerecycleerde materialen (bijvoorbeeld fleece uit PET-flessen of gerecycleerde wol).

De ontwerpen worden gedeeld via een website en geproduceerd in lokale Makerspaces [2]. Die manier van werken vermijdt vervuilend transport en wantoestanden bij de productie. De stukken worden pas gemaakt op het moment dat iemand ze effectief wil kopen. Er is dus geen onnodige voorraad meer nodig en er belanden geen ongedragen kledingstukken bij het afval. Een bijkomend voordeel van de lokale productie is dat die ook nieuwe jobs in de maakindustrie kan opleveren.

Met de 20 000 euro die de stad toekent, zal de samenwerking tussen de ontwerpers en de producent nog verder uitgewerkt kunnen worden. Ook zijn er plannen voor een pop-up store in het centrum van Antwerpen, om de nieuwe manier van denken in de modewereld in beeld te brengen. Verder zullen verschillende events en workshops zowel nieuwkomers als bekende Antwerpse modeprominenten laten kennismaken met het project. 

Mode te huur

‘Les ReBelles d’Anvers’ wil in het voorjaar van 2016 een kledingbibliotheek uittesten via een pop-upstore. Het doel is om te onderzoeken of er in Antwerpen plaats is voor dit duurzame modeconcept.

Net zoals bij een gewone bibliotheek werken Les ReBelles met een lidmaatschap, vastgelegde uitleentermijnen en boetes voor lattijdig inleveren. De kledingbib wil de functionaliteit en het gedeelde gebruik van kledij onder de aandacht brengen. Het concept kan een oplossing bieden voor overstocks van modelabels, waar de kledij na één seizoen uit de rekken wordt gehaald. De bib mikt in eerste instantie op modebewuste jongvolwassenen die duurzame en kwaliteitsvolle mode verkiezen, maar nog niet over voldoende budget beschikken. Ook dit project kan rekenen op een steun van 20 000 euro om de testfase verder uit te werken.

Deze beide projecten bevestigen nogmaals de kracht van het Antwerpse modehart. Duurzame en innovatieve ontwikkelingen zijn voor Antwerpen een evidentie.

Projectoproepen 2016

Bewonersverenigingen, groeperingen, vzw’s, bedrijven of kennisinstellingen kunnen in 2016 drie keer deelnemen aan de oproep van het projectenfonds. De deadlines voor het indienen van projecten liggen op 1 februari, 15 mei en 1 oktober. De jury bestaat uit medewerkers van ARGUS Milieu, de Universiteit Antwerpen, Umicore Hoboken en de stadsdienst Energie en milieu.

Alle informatie voor het indienen van projecten is te vinden op www.antwerpen.be/ecohuis.

Verantwoordelijke schepen: Nabilla Ait Daoud, schepen voor leefmilieu

[1] Een circulaire economie wil producten en grondstoffen zoveel mogelijk hergebruiken en zo weinig mogelijk waardevernietiging veroorzaken.

[2] Makerspaces zijn coöperatieve werkplaatsen waar uitvinders en ontwikkelaars gebruik kunnen maken van een collectieve infrastructuur.