Stad Antwerpen legt aantallen vast voor deelsystemen zonder vaste stations

De stad Antwerpen blijft inzetten op het mobiliteitsaanbod en kijkt daarbij naar nieuwe ontwikkelingen. De mobiliteitsoplossing die de laatste jaren het meest aan succes heeft gewonnen is deelmobiliteit. De nieuwste ontwikkeling op dat vlak zijn deelsystemen zonder vaste stations of zogenaamde free-floatingsystemen. In februari keurde de stad een reglement goed voor deelmobiliteit voor deze systemen. Vandaag werd aanvullend het maximaal aantal uit te reiken vergunningen en aantal deelvoertuigen vastgelegd. Het reglement treedt in werking vanaf 15 maart 2018. Vanaf dan kunnen kandidaat-exploitanten hun dossier indienen.

Het college keurde begin dit jaar een reglement goed voor deelsystemen zonder vaste stations. Dat reglement bepaalt de voorwaarden om een vergunning te verkrijgen voor 4 categorieën van deelvoertuigen: fiets, elektrische fiets, (elektrische) bakfiets en duurzaam aangedreven scooter. Het is dus van toepassing op alle deelsystemen zonder vaste stations met uitzondering van deelauto’s. Het is een noodzakelijk instrument om de openbare orde en veiligheid te kunnen vrijwaren en tegelijkertijd de nieuwe ontwikkelingen op vlak van mobiliteitsaanbod voor de burger, bezoeker en werknemer ten volle te ondersteunen.     

Nu worden voor de 4 categorieën van deelvoertuigen ook de volgende aantallen vastgelegd, voor deelsystemen zonder vaste stations: het maximale aantal deelvoertuigen per deelvoertuigencategorie, het aantal vergunningen dat wordt uitgereikt per deelvoertuigencategorie, en het minimum en maximum aantal deelvoertuigen per vergunning in elke deelvoertuigcategorie.

Voor het goed functioneren van een deelsysteem is voldoende dekkingsgraad (per oppervlakte en aantal bewoners) nodig vanaf de opstart. Enerzijds dienen de exploitanten voldoende fietsen of scooters aan te kunnen bieden om de exploitatie van het deelsysteem rendabel te houden, anderzijds moet het maximum aantal deelfietsen of -scooters in verhouding blijven tot het aantal inwoners.

In Antwerpen zijn al 3600 Velo-fietsen beschikbaar. Een maximum van 6850 deelfietsen in totaal - Velo en (elektrische) deelfietsen - komt overeen met een dekkingsgraad van 76 inwoners per fiets. In andere Europese steden zoals Amsterdam of Parijs wordt voor systemen van deelfietsen gestreefd naar een dekkingsgraad van circa 100 inwoners per deelfiets.

“Dankzij technologische ontwikkelingen wordt het steeds makkelijker om systemen voor deelmobiliteit op te zetten en te gebruiken. Operatoren hebben weinig of geen steun nodig van de lokale overheid en ook gebruikers hebben dankzij de eigen smartphone gemakkelijk toegang tot fietsen, e-fietsen en scooters”, verduidelijkt schepen voor mobiliteit Koen Kennis. “De stad Antwerpen juicht deelmobiliteit toe. Tegelijkertijd willen we vermijden dat dit tot overlast leidt voor bewoners en bezoekers aan de stad. Daarom vinden we het belangrijk om deelmobiliteit in Antwerpen goed te reglementeren.”  

Om de openbare orde en veiligheid te verzekeren is het belangrijk om het gebruik van de verschillende deelsystemen kort op te volgen. Bovenstaande normen zullen dan ook na 1 jaar geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd worden. Op die manier kan ook op korte termijn worden ingespeeld op de behoeften van de gebruikers en het aantal geïnteresseerde aanbieders.

Verantwoordelijken: burgemeester Bart De Wever - Koen Kennis, schepen voor mobiliteit