Spaanse omwalling ter hoogte van Maria-Theresialei geeft voor een laatste keer haar geheimen prijs

Op 4 mei 2016, over deze onderwerpen: Cultuur (+ erfgoed en toerisme)

Op zondag 8 mei krijgt iedereen de unieke kans om van 11 tot 17 uur gratis de restanten van de Spaanse omwalling te bezoeken en een archeologische werf van dichtbij te ontdekken. Ter hoogte van de Maria-Theresialei en de Frankrijklei is een deel van de Spaanse omwalling tot zes meter diep uitgegraven. Bezoekers krijgen eerst een zicht van bovenuit en kunnen daarna tot helemaal onderaan de werf afdalen. Zo kunnen ze het monumentale karakter van het oude bouwwerk echt ervaren. Iedereen kan het parcours op eigen tempo doen. Er zijn verschillende uitkijkpunten waar extra uitleg staat. Inschrijven is niet nodig.

In het kader van de werken aan de Noorderlijn hebben archeologen de Spaanse omwalling ter hoogte van de Maria-Theresialei blootgelegd. In principe zijn er geen bezoekers toegelaten op de site, maar op 8 mei kan iedereen de vondsten komen bezichtigen tussen 11 en 17 uur. De archeologen voeren er momenteel onderzoek naar de bouwgeschiedenis van dit restant uit de 16de eeuw. Midden mei komt op deze plaats de tunnel die de verbinding zal vormen tussen het centrum en het noorden van Antwerpen. 

Schepen voor onroerend erfgoed Rob Van de Velde: “150 jaar geleden verdween de monumentale stadsmuur onder de grond. Nu komt die even terug piepen. De stadsmuur is een unieke getuige van de tijd dat Antwerpen zijn Gouden Eeuw beleefde en koos voor een markant militair vestingwerk. Met een bezoek aan de archeologische werf stapt u even terug in het verleden.”

Waan u voor één dag archeoloog en volg het parcours op de werf

Op zondag 8 mei mag iedereen uitzonderlijk de archeologische werf betreden. Via de ingang op de hoek van de Maria-Theresialei en de Frankrijklei krijgen bezoekers eerst een zicht van bovenuit op de verschillende steunberen. Vervolgens kunnen ze langs de muur die tot 6 meter is uitgegraven naar beneden wandelen. De bastionhoek en de zuidelijke voorzijde tonen zich dan van hun meest monumentale zijde. Op de hoek van de bouwput is de kleine piramide onderaan het bastion zichtbaar. Voor het bezoek aan de archeologische werf ten einde is, dalen bezoekers nog tot het laagste punt af. Van hieruit krijgen ze een sterke impressie van de omvang van de bastionmuur op de plaats waar vroeger de brede gracht lag.

Iedereen kan het stuk van de Spaanse omwalling en het Huidevettersbastion op eigen tempo bekijken. Er zijn verschillende uitkijkpunten voorzien met bijkomende uitleg over de opgravingen. Aangezien het een werf is, wordt wel gevraagd om in stevige schoenen te voorzien. Een bezoek is gratis en vooraf reserveren is niet nodig.

Eerste resultaten van het archeologische onderzoek

Het team van archeologen heeft in overleg met de aannemer van de Noorderlijn de monumentale structuren van de voorzijden van het bastion vrij gelegd en in kaart gebracht. De belangrijkste vondst is de constructie van het bastion zelf, met de muurpartijen aan grachtzijde, de steunberen en de piramidale hoeken. Voor de bastionmuren lag ook de gracht. De volledige constructie is erg systematisch opgebouwd en massief.

De bastionmuren zijn licht hellend en bestaan uit metselwerk in baksteen met aan de buitenzijde, de grachtzijde, een bekleding in witte kalkzandsteen. De zuidelijke voorzijde is 6 meter diep uitgegraven: in deze put is de muur bijna 5 meter hoog bewaard, daaronder ligt een uitspringend fundament in baksteen en helemaal onderaan grote blokken krijtsteen. Aan de binnenzijde zorgden steunberen voor extra versteviging van de hoofdmuur. Een lichthellende muur was in de 16de eeuw een vernieuwing in de vestingbouw. Het breekt de vernietigende kracht van kanoninslagen op de stadsmuur.

Via een metaaldetector worden de grondlagen ter hoogte van de gracht ook gescreend op vondsten. Naast metalen knopjes, gespjes of ander beslag werden ook kleine kogeltjes en het binnenwerk van een met lood verzwaarde grotere kogel gevonden. Ook kwamen verschillende muntjes aan het licht, waaronder een rekenpenning uit de 16de eeuw en een koperen 'oord' van Filips II (1580-1586).

Een stuk van het Huidevettersbastion, met name de bastionpunt, wordt de komende weken nog grondig onderzocht. Dit deel blijft behouden, omdat het buiten de tunnelsleuf voor de nieuwe tramlijn valt. Op basis van prenten en tekeningen wordt verwacht dat er onderaan een halve piramide met halve bol tevoorschijn zal komen. Het heeft enerzijds een functionele betekenis, aangezien het de hoek van het bastion versterkt. Anderzijds heeft het ook een esthetische en symbolische component, kenmerkend voor de renaissance. Dit symbool voor de zon bovenop de piramide verwijst naar de Egyptische beschaving.

Huidevettersbastion

Het Huidevettersbastion werd genoemd naar de wijk waar de huidevetters hun ambacht beoefenden sinds de middeleeuwen. Het bastion, dat nu zichtbaar is, werd na tien intensieve bouwjaren in 1552 als laatste bastion van de Spaanse omwalling afgewerkt. Bovenaan de bastionpunt, het hoekpunt tussen de twee voorzijden, was de gedenksteen aangebracht van Maria van Hongarije, de landvoogdes van de Nederlanden ten tijde van Keizer Karel.

Tijdens de opgravingen voor de voorbereiding van de Noorderlijn, is dit het eerste bastion dat aan het licht komt. De komende jaren volgen er nog zes andere locaties waar mogelijke archeologische vondsten zullen zijn. De Kipdorpbrug met bastions aan het Operaplein zal in 2017 worden opengelegd en blijft zichtbaar in een openluchtsite. Meer informatie leest u op www.antwerpen.be/archeologie.

Historische achtergrond Spaanse omwalling

De verdedigingsmuur rond Antwerpen werd in de 16de eeuw gebouwd in opdracht van Keizer Karel tijdens het Spaans-Habsburgs bewind over de Nederlanden. Hij werd ontworpen door de Italiaanse ingenieur Donato di Boni en was één van de meest moderne versterkingen van zijn tijd. Eigen aan de Spaanse omwalling was de tien meter hoge verdedigingsmuur met negen bastions, vijf stadspoorten in renaissancestijl met toegangsbruggen en de vestinggracht met water. De bastions zijn vijfhoekige uitsprongen om de stad nog beter te kunnen verdedigen. Dankzij deze uitsprongen kon er niet alleen verder geschoten worden met kanonnen, maar kon de stadsmuur ook beter beveiligd worden van op de flanken.

Op het einde van de 19de eeuw werd de omwalling afgebroken en werden de grachten gedempt. De lagere muurpartijen verdwenen zo onder de grond en komen nu bij grootschalige werken aan de Leien aan het licht.

Archeologisch onderzoek als deel van de bouwwerken

Tijdens de heraanleg van de Zuiderleien werden er al delen van de Spaanse omwalling onderzocht, zoals het Keizersbastion. Hieruit bleek dat er ook heel wat vondsten aan de oppervlakte zouden komen tijdens de werken aan de Noorderleien. Er werd daarom reeds van bij de voorbereiding rekening gehouden met archeologie in de planning van de werken en het uiteindelijke ontwerp. Dit levert een vlotte samenwerking met de aannemer op, waardoor er geen vertragingen zijn. Bovendien maakt het ook mogelijk de monumentale resten van de Kipdorpbrug, het bastion en de stadsmuur vanaf 2018 permanent zichtbaar blijven in een openlucht-site. 

Verantwoordelijke schepen: Rob Van de Velde, schepen voor onroerend erfgoed

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is