Veilig thuis in een welvarend Antwerpen

Veilig thuis in een welvarend Antwerpen (Inleiding)

Zes jaar geleden kreeg onze sterke N-VA-ploeg het vertrouwen van de Antwerpenaar om onze Koekenstad te veranderen. Want die verandering was nodig. Antwerpenaren snakten naar een nieuw bestuur. En dat kregen ze.

Antwerpen is vandaag financieel gezond, veiliger, zorgzamer en bruisender. Aangenamer om in te wonen, te werken, te studeren en te genieten. Antwerpen herleeft. Antwerpen bruist. Van talent, van bedrijvigheid.

Onze stad is klaar voor de toekomst. Rond ons verrijst een modern, groener Antwerpen. Waarin de Schelde wordt teruggegeven aan de Antwerpenaar. Waarin ons rijke erfgoed in volle glorie wordt hersteld. Waarin oude wijken zuurstof krijgen en nieuwe wijken ruimte geven aan middenklassengezinnen.

Onze stad van morgen zal bereikbaarder zijn voor alle weggebruikers. We hebben mobiliteit en leefbaarheid verzoend. We zijn begonnen aan het grootste stadsvernieuwingsproject van deze eeuw: de Oosterweelverbinding en de overkapping van de Ring.

De haven boekt record na record. Antwerpen blijft de wereldhoofdstad van de diamant. Het aantal horecazaken in onze stad stijgt. De retail doet het goed, het aantal bezoekers neemt toe en we versterken onze districtskernen. Het aantal starters zit in de lift, en Antwerpen is van niets uitgegroeid tot koploper in de nieuwe en digitale economie. Dat is de stad van de toekomst.

Kortom: onze ondernemers hebben meer ruimte gekregen. Onze economie trekt aan. Er komen jobs bij. Onze welvaart neemt toe. Daar plukken alle Antwerpenaren de vruchten van.

De leidraad van ons bestuur was respect. Want enkel door elkaar te respecteren kunnen we onze stadsgemeenschap sterker maken. Het Nederlands is daarbij het onlosmakelijke bindmiddel van onze cultuur en het fundament van onze gemeenschappelijke identiteit.

Zowel onze taal als onze identiteit staan vandaag onder druk. Onze speelplaatsen zouden volgens sommigen geen voorbereiding meer mogen zijn op het maatschappelijk leven, maar een verlengde van de huiskamer. De schoolse geborgenheid gaat dan niet meer uit naar de wens om kinderen op te nemen in onze gemeenschap, maar om kinderen in hun afkomst te bevestigen.

Maar een stadsgemeenschap mag nooit bepaald worden door de afkomst van haar leden, maar door hun dromen, talenten en respect voor elkaar. Want het gaat niet om de keuzes die voor je werden gemaakt, maar om de keuzes die je zelf maakt. Het gaat niet om de taal of het geloof van je ouders, het gaat om de wortels die je zelf in onze Vlaamse cultuur laat groeien

Al wie onze vrijheden en tradities, al wie onze Vlaamse identiteit omarmt, heeft hier een toekomst. We willen niet liever dan mensen zo kansen te geven en op te nemen in onze stadsgemeenschap.

En ja, dat betekent: kiezen voor de gelijkheid van man en vrouw. Kiezen voor respect voor seksuele geaardheid. Kiezen voor de scheiding van Kerk en Staat. Kiezen voor een neutrale overheid. Dat is onze leidcultuur en daar geven wij nooit op toe.

Want ze is de enige basis voor een veilige en geborgen gemeenschap en voor een welvarende en warme stad, nu en in de toekomst.

Ons verhaal is niet af. Wij hebben de voorbije zes jaar onze stad op koers gezet. Dat ging niet altijd vanzelf. Besturen is altijd durven bijsturen.

Daarom zijn wij er van overtuigd dat ons verkiezingsprogramma Antwerpen de volgende zes jaar sterker zal laten groeien. Om een nog veiligere, betere stad na te laten aan onze kinderen. De spade steekt in de grond. We moeten dat werk voortzetten.

 

Bart De Wever

Burgemeester en lijsttrekker

 

Koen Kennis

Congresvoorzitter

 

Fons Duchateau

Voorzitter N-VA Stad Antwerpen

Antwerpen is een veilige stad

“Omdat veiligheid een basisrecht is.”

Jarenlang was een echte veiligheidscultuur politiek taboe in onze stad. Er heerste in Antwerpen een gedoogcultuur waarin overlast en criminaliteit werd goedgepraat. Antwerpenaren werden zelfs verantwoordelijk gesteld voor hun eigen onveiligheidsgevoel. Daar heeft de N-VA drastisch mee gebroken. De N-VA trekt resoluut de kaart van een veilige stad. Dat is onze plicht en daar hebben we de voorbije legislatuur ook hard aan gewerkt. Met groot succes. En dat blijft niet bij een gevoel. Het is duidelijk meetbaar in de cijfers. In Antwerpen is de criminaliteit met meer dan een kwart gedaald. Een greep uit de maatregelen die dat mogelijk hebben gemaakt.

In de drughandel zijn er geen ‘kleine vissen’. Alle criminele activiteiten hebben een zeer negatieve impact op de buurt, wie er leeft en werkt. Die negatieve spiraal buigen we om. Jaarlijks arresteert de politie 1.000 drugdealers en sluiten we de  drugcafés die ze als uitvalsbasis gebruiken. Dit zorgt voor een sterke daling van de overlast en heeft een onmiddellijk effect op veiligheid en leefbaarheid in de buurt. In dat klimaat durven betrouwbare ondernemers investeren en herleeft de buurt. Geen enkel Antwerps kind verdient het om op te groeien in een buurt waar drugsverkoop deel uit maakt van het dagelijks leven. Idem voor wie zijn oude dag in Antwerpen rustig wil slijten.

Dealers aanpakken is broodnodig, maar we schroeven de ‘war on drugs’ nog op naar een hoger niveau. Met het ‘Stroomplan’ bundelen we de krachten van lokale en federale politie, douane, inspectiediensten en parket onder één dak. Een nationale primeur die onder impuls van de burgemeester vorm kreeg en criminele organisaties voor het eerst echt kwetsbaar maakt. De tijd dat malafide handelszaken als paddenstoelen uit de grond schoten en onze buurten en ondernemers onder druk zetten, is definitief voorbij.

Veiligheidscamera’s zijn cruciaal in het opsporen van verdachten. Bovendien hebben ze een ontradend effect voor criminelen. Aan het begin van deze legislatuur hingen er 100 veiligheidscamera’s. Vandaag zijn dat er meer dan 300. In de stad zijn verschillende veiligheidsschilden gekomen met ANPR-camera’s die nummerplaten herkennen.

En zo kunnen we nog even doorgaan. De breuk met het verleden is echter duidelijk. Voor het eerst is er een veiligheidscultuur in onze stad die als een rode draad door het beleid loopt.

Antwerpen is op korte tijd dé toonaangevende stem in criminaliteitsbestrijding geworden die weerklank vindt op alle niveaus in dit land en daarbuiten. Als Antwerpen spreekt, wordt er vandaag opnieuw geluisterd. En daar wordt u vooral beter van. We doen zelf voorstellen om bestaande wetten en regels te verbeteren. Een grootstad die als eerste geconfronteerd wordt met nieuwe fenomenen, moet daar ook als eerste een antwoord op durven bieden. Het Stroomplan is daar een heel mooi voorbeeld van. We zijn als stad steeds beter gewapend om iedere nieuwe uitdaging  op vlak van veiligheid het hoofd te bieden. Dat is de kracht van verandering die we ook vanaf 2019 willen en zullen doortrekken. Want wij waken écht over uw veiligheid.

Door het creëren van een veiligheidscultuur

We streven naar een veiligheidscultuur in de hoofden van de Antwerpenaren. Respect voor elkaar staat daarbij centraal, want onze stadsgenoten zijn elkaars beste partners als het gaat om bouwen aan een veilige stad. De politie is aanspreekbaar voor de Antwerpenaar, de stad en de politie geven veiligheidstips aan handelaars, doen aan preventie en vroeginterventie op scholen en trekken zelf naar jeugdbewegingen en buurtverenigingen.

We zoeken veiligheidscoördinatoren in bedrijven, verenigingen en scholen die vertrouwd zijn met hun werkveld en een eerste aanspreekpunt kunnen zijn voor de politie.

Een echte veiligheidscultuur is een geïntegreerde veiligheidscultuur omdat het gaat over alle domeinen van veiligheid, waaronder brandweer, justitie, verkeer, zorg, sociale diensten en stedelijk toezicht.

Voor de N-VA heeft Defensie een plaats in onze stedelijke veiligheidscultuur, zolang het dreigingsniveau dat vereist. Onze militairen hebben al vele malen erger voorkomen door krachtdadig op te treden. Ze zijn onmisbaar zolang we onder een verhoogd dreigingsniveau leven. Op risicovolle plaatsen zoals rondom Joodse instellingen en op drukbezochte locaties, voorzien we een duurzaam, verhoogd veiligheidstoezicht.

In de strijd tegen terreur is informatie cruciaal. De politie krijgt de middelen om via digitale kanalen zoals GPS-tracking, internet, dark web en observatieapparatuur, extremisme en mogelijke terreur op te sporen en op te volgen. Ook hier spreken we ons menselijk kapitaal aan. Niemand heeft een excuus om informatie over mogelijk gevaarlijke individuen achter te houden.

Antwerpen is pionier als het gaat over deradicalisering en jongerencriminaliteit. We bouwen die positie verder uit met een ketenaanpak. Dat betekent dat alle mogelijke dienstverleners van maatschappelijk werker tot politieagent sámen de begeleiding van hun cliënt opnemen. Zo willen we voorkomen dat jongeren in de klauwen van gevaarlijke criminele extremisten belanden. We schieten te hulp wanneer dat al gebeurd is en we treden keihard op wanneer radicale ideeën dreigen te leiden tot geweld.

We vinden het onaanvaardbaar dat iemand zich onveilig voelt op straat ten gevolge van seksuele intimidatie, met een extra focus op vrouwen, holebi’s en transgenders. We tolereren het naroepen van seksueel getinte of andere denigrerende en ongepaste opmerkingen op straat en elders niet. We bestraffen dit met boetes, een cursus over respectvol omgaan met medeburgers of werkstraffen.

We hanteren een nultolerantie voor agressie en geweld tegen hulpverleners en stadsmedewerkers. Brandweerlui en politiemensen nemen elke dag persoonlijke risico’s voor onze veiligheid en zij verdienen respect. Ook medisch personeel, parkeerwachters en toezichters zetten zich in voor de gemeenschap, wij zorgen ervoor dat ze op een veilige manier hun werk kunnen doen.

Burgers kunnen actief meewerken aan een veiligere stad. Daarom zullen we goed voorbereide, opgeleide en uitgeruste vrijwilligers inschakelen in onze veiligheidsaanpak. Ze kunnen de politie, onder begeleiding, in bepaalde taken ondersteunen. Dat kan gaan om toezichtsopdrachten bij grote evenementen, gespecialiseerde onderzoeksopdrachten zoals een financiële doorlichting, enzovoort. De Antwerpenaren die hieraan meewerken, worden op die manier nauwer betrokken bij het veiligheidsbeleid en dragen dit ook in het dagelijks leven uit als veiligheidsambassadeurs. Anderzijds maakt deze aanpak tijd en ruimte vrij voor de lokale politie om zich, zeker in drukke periodes, te blijven focussen op haar kerntaken zoals criminaliteitsbestrijding en wijkwerking.

De BuurtInformatieNetwerken zijn een mooi voorbeeld van burgerparticipatie en veiligheid. Deze netwerken zijn een bron van informatie, die we zullen blijven uitbreiden, benutten en ondersteunen, waarbij we de nieuwste technologische mogelijkheden blijven integreren.

We hechten veel belang aan een goede nazorg voor slachtoffers van misdrijven. Belangrijk hierbij zijn beschikbaarheid, psychologische bijstand, empathie en het verstrekken van de juiste informatie. Een ketenaanpak tussen politie en justitie zorgt ervoor dat burgers vanaf een aangifte op de hoogte worden gehouden van hun dossier, een contactpersoon hebben die hen op geregelde tijdstippen informeert en die de afhandeling en eventuele overdracht naar justitie meldt, vanwaar een nieuwe contactpersoon het dossier overneemt. Op police-on-web kunnen zij hun dossier volgen, vragen stellen en eventuele bijkomende inlichtingen aan het dossier toevoegen.

We richten een team stadsmariniers op, naar Rotterdams voorbeeld. Zij worden dé aanspreekpunten in het kader van onze ‘wijkwerking op maat’. De stadsmariniers brengen mensen en diensten samen om leefbaarheids- en veiligheidsproblemen structureel op te lossen. Ze worden rechtstreeks aangestuurd door de burgemeester en krijgen eigen bevoegdheden en middelen om hun opdracht succesvol te kunnen aanpakken. Stadsmariniers werken zoveel mogelijk ter plaatse, ze zijn aanspreekbaar voor bewoners en handelaars, ze kennen de buurt door en door en ze werken hiervoor samen met het betrokken districtsbestuur.

Onze ketenaanpak vraagt een verregaande samenwerking van de betrokken diensten. Vaststellingen van sluikstort rondom een bepaald pand kunnen van belang zijn voor de strijd tegen huisjesmelkers. Een huisbezoek van een maatschappelijk werker kan relevante informatie opleveren in het kader van deradicalisering. De stadsmarinier kan op wijkniveau tendensen zien die zich mogelijk naar andere wijken zullen verplaatsen.

Daarom werd al werk gemaakt van een nieuw stedelijk veiligheidsbedrijf “maatschappelijke veiligheid”. Dit bedrijf brengt de diensten rond handhaving, sociale interventie, het toezicht op sluikstort, bouwovertredingen, brandveiligheid en deradicalisering samen. Dat zorgt voor een snelle, strenge en rechtvaardige aanpak van overlast en onveilige toestanden.

We zetten sterk in op een verkeersveiligheidscultuur. In Antwerpen worden de verkeersregels en de mede-weggebruikers gerespecteerd. Het is aan de overheid om de regels vast te stellen en te handhaven, maar het is aan de weggebruiker zélf om ze met respect voor elkaar toe te passen. Verkeersveiligheid is een gedeelde verantwoordelijkheid. We voeren de strijd tegen asociaal verkeersgedrag, straatracen en trouwstoeten verder op. Hardleerse recidivisten hebben geen plaats in ons verkeer.
We gaan na of en hoe we bepaalde taken zoals het vaststellen en verbaliseren van verkeersovertredingen kunnen laten uitvoeren door beëdigde ambtenaren. Net zoals de GAS-boetes bij parkeerovertredingen nu, zouden ook snelheidsovertredingen, bijvoorbeeld in de zone 30, en roodlichtnegaties sneller en efficiënter kunnen worden aangepakt. We zullen dan ook aandringen bij de federale overheid om deze mogelijkheid op te nemen in de wetgeving. 

Door in te zetten op preventie

Voorkomen is genezen. Dat geldt ook voor de bestrijding van criminaliteit. De strijd tegen woninginbraken wordt dé prioriteit in de volgende legislatuur. Een inbraak is een bijzonder traumatiserende vorm van geweld. Om inbraken te voorkomen, leggen we preventiemaatregelen op bij nieuwbouw, bij sociale woningen en bij grondige verbouwingen. Dat kan gaan om de keuze van de sloten, de ramen en de rolluiken of om het installeren van een alarmsysteem op maat. 

Door in te zetten op de ruimtelijke veiligheid maken we de leefomgeving van de Antwerpenaar veiliger én aangenamer. Gedaan met pleintjes met hangjongeren, slecht verlichte straten, parken waar iedereen ongezien z’n vuil kan dumpen en binnenpleinen waar niemand durft te komen als het donker is.

We voeren een pestbeleid voor criminele ondernemingen en ondermijnende criminaliteit. Malafide uitbaters van winkels of zaken die dienen als voedingsbodem of dekmantel voor mensenhandel, drugshandel en witwaspraktijken, worden streng gecontroleerd en aangepakt. Illegale handelszaken of verenigingen met een crimineel opzet worden gesloten. Wie daarentegen op een eerlijke manier de kost wil verdienen, wordt ten volle ondersteund.
In het kader van eerlijke concurrentie en in de strijd tegen ondermijnende criminaliteit herwerken we de verschillende vergunningen tot één ondernemingsvergunning. Via een sterk uitgewerkt beleid rond omgevings- en ondernemingsvergunningen worden overlast en ondermijnende criminaliteit maximaal preventief vermeden. Wie al tegen de lamp is gelopen voor drugshandel of andere zware criminele feiten, mag geen drankinrichting, nachtwinkel of gokkantoor meer openen in Antwerpen.

We versterken de eerlijke concurrentie in de goud-juwelensector en ondersteunen de ondernemers van goede wil. Zo verhogen we het vertrouwen van de consument en pakken de verdoken (rand)criminaliteit aan. We stimuleren nog meer juweliers om het ‘Antwerp’s Most Brilliant’-label aan te vragen, dat hogere kwaliteitsvoorwaarden eist op het vlak van duurzaamheid, veiligheid, moraliteit en transparantie.

Bestuurders en ambtenaren mogen nooit belemmerd worden in hun werk door intimidatie en bedreiging. Ondermijnende criminaliteit moet integraal worden aangepakt. We organiseren trainingen, zodat ambtenaren van alle niveaus bewust zijn van de verschijningsvormen van ondermijnende criminaliteit en handvaten krijgen om hier effectief op te reageren.

De N-VA zet zich in voor een bruisend én veilig uitgaansleven. Stad, politie en de uitgaanssector werken nauw samen. Aan de uitbaters vragen we om zelf vechtersbazen en ruziezoekers uit te sluiten door identiteitscontrole aan de ingang. Om zo’n uitsluiting af te dwingen kan de burgemeester de relschopper in kwestie een plaatsverbod opleggen in de nabijheid van de club. Voor de inrichtingen die voldoen aan de kwaliteitseisen van een veilige uitgaansplek en die rekening houden met de leefomgeving, met respect voor de buurt, voorziet de stad een ‘Safe Party-label’.

Door krachtdadig op te treden

We beschikken momenteel over enkele instrumenten, zoals vergunningen en geïntegreerde controles, om georganiseerde criminaliteit op ons grondgebied tegen te gaan. We merken dat dit niet voldoende is. We willen daarom, naar Nederlands model, de bestuurlijke handhaving voor de stad uitbreiden. Door meer veiligheidsbevoegdheden naar het lokale niveau te trekken, door een betere informatiedeling met de federale overheid, door toegang tot het strafregister en door administratieve sanctionering bij bepaalde overtredingen, krijgt de stad meer slagkracht. De lokale besturen zien de problemen als eerste en kunnen ze dan ook beter en sneller aanpakken. Maar dan moet het wettelijk kader worden aangepast. We blijven hierop aandringen bij de federale overheid.

Met een efficiëntere bestuurlijke aanpak hebben we als stad meer slagkracht om op te treden tegen ondermijnende criminaliteit. Deze vorm van criminaliteit ondermijnt het gezag van de overheid en verslechtert de veiligheid en leefbaarheid, doordat de georganiseerde misdaad gebruikmaakt van bestaande, legale voorzieningen. Cannabis telen met bijkomend brandgevaar, mensenhandelaars die hun slachtoffers dwingen tot prostitutie, maar ook overlastgevende hangjongeren op een pleintje die ervoor zorgen dat omwonenden geen aangifte durven te doen. Ondermijnende criminaliteit raakt ons allemaal. We focussen hierbij op witwasoperaties, mensenhandel en –smokkel en fraude en misbruik in de vastgoedsector.

We bouwen een derde veiligheidsschild rond Antwerpen met nummerplaatherkenningscamera’s tegen rondtrekkende daderbendes. Dit veiligheidsschild wordt uitgebreid tot aan de belangrijkste invalswegen van de districten.

In alle wijken van de stad gaat de War on Drugs onverminderd verder. Straatdealers en drugscafés blijven we aanpakken en we dringen de randcriminaliteit door dealers en gebruikers verder terug. Echte probleemgebruikers worden opgevangen in de ketenaanpak van onze hulpverlening. Zo geven we hun een tweede kans op een menswaardiger leven en dringen tegelijkertijd de overlast in de stad terug door hun leven terug op de rails te zetten.
Met het Stroomplan schakelen de stad, de federale politie en de douane een versnelling hoger in de strijd tegen georganiseerde drugsbendes. We weven een sluitend, hoogtechnologisch cameranetwerk rond de stad en de haven. Zo pakken we de afrekeningen, schietpartijen en andere maffiapraktijken aan, die letterlijk mensenlevens kosten.

We hanteren een absolute nultolerantie voor haatpredikers. Die krijgen in Antwerpen geen forum om hun perverse ideeën te verspreiden. Locaties of organisaties die hun een forum bieden, worden zonder pardon gesloten en, indien mogelijk, met alle gerechtelijke middelen vervolgd.

De strijd tegen alle vormen van intrafamiliaal geweld, seksueel geweld,  partnergeweld en eergerelateerd geweld blijft een prioriteit voor politie, stad en hulpverleners. We hebben het “Family Justice Center” opgestart, een centrale plek waar slachtoffers van intrafamiliaal geweld terechtkunnen voor hulp. De politie werkt samen met hulpverleners, het bedrijf sociale dienstverlening (het vroegere OCMW), justitie en andere overheidsdiensten om via onze aanklampende ketenaanpak intrafamiliaal geweld op te sporen en te stoppen. Bij elke interventie voor intrafamiliaal geweld wordt door de agenten bekeken of een uithuisplaatsing via de procureur voor extra veiligheid kan zorgen.

De politie zet in op fenomenen zoals mensenhandel, prostitutie en loverboys. Er is een goede samenwerking met de hulpverlening en het parket om slachtoffers uit hun nefaste omstandigheden te halen.   

De aanpak van agressieve vormen van bedelarij zetten we onverminderd voort. Bedelaars die mensen aanklampen, kinderen uitsturen of een handicap gebruiken of veinzen om medelijden op te wekken en/of deel uitmaken van malafide netwerken kunnen we niet tolereren. Er zal dan ook streng gecontroleerd en opgetreden worden. Bedelaars die deel uitmaken van een crimineel netwerk van mensenhandelaars worden opgepakt, de inkomsten worden in beslag genomen en geschonken aan een goed doel.

Door gebruik van slimme technologie

De politie wordt de 21e eeuw binnengeloodst, via ‘iPolice’: de politie gebruikt slimme technologieën en realtime informatie, zowel op het politiekantoor als in het veld.

We verdubbelen het cameranetwerk: tegen 2024 gaat het totale aantal camera’s van 500 naar 1.000. De uitbreiding vindt vooral plaats buiten de ring. Camera’s zijn het ideale instrument tegen vele vormen van criminaliteit en overlast, zoals gauwdiefstallen, straatintimidatie, sluikstorten … We gebruiken deze slimme camera’s ook in het kader van verkeersveiligheid voor verkeershandhaving, voor het bewaken van zwarte kruispunten en voor urgente medische tussenkomsten bij verkeersongevallen

We zetten in op bodycams om agenten en parkeerwachters te beschermen, maar ook om te waken over de klantvriendelijkheid en integriteit van het korps.

Voertuigen van stedelijke diensten, politie en brandweer worden uitgerust met dashcams. Op die manier wordt de pakkans bij alle mogelijke overtredingen gevoelig verhoogd.

We zetten in op een slimmer gecombineerd gebruik van de beschikbare informatiestromen, zoals de registratie van gsm-signalen, sluikstortcijfers, cijfers van nutsmaatschappijen over energie- en waterverbruik en verkeersbewegingen om overlastplegers te betrappen, sociale fraude tegen te gaan en de veiligheid te verhogen.

We zullen drones inzetten ter versterking van de hulpdiensten zodat deze nog sneller en efficiënter kunnen tussenkomen, bijvoorbeeld om voortvluchtigen op te sporen, verdachte situaties te monitoren, toezicht te houden tijdens massa-evenementen, als eerste ter plaatse te zijn bij een ongeval, vaststellingen te doen en een defibrillator te brengen in noodsituaties.

Het privaat of commercieel gebruik van drones boven woongebieden wordt aan strikte voorwaarden onderworpen en gehandhaafd. Antwerpenaren worden geïnformeerd dat ze overlast kunnen melden aan de politie.

Door een politie ten dienste van de Antwerpenaren

Ons korps is het meest integere korps van Vlaanderen. De politie heeft een voorbeeldfunctie en is betrouwbaar, klantvriendelijk en respectvol voor iedereen. Onze politiemensen hebben een gedragscode die voor iedereen duidelijk is en die ze elke dag toepassen. Politiemensen én Antwerpenaren zijn fier op hun korps.

Het onthaal in de politiekantoren wordt geoptimaliseerd. Met een click-call-connect-systeem worden mensen, naargelang hun vraag, via internet,  telefonisch of met een afspraak voortgeholpen. We promoten police-on-web en het Blauwe Loket voor aangifte of melding van kleine misdrijven. Hier kunnen Antwerpenaren criminele feiten, overlast, klachten en onregelmatigheden melden. Meldingen worden goed en snel opgevolgd en teruggekoppeld naar de melder. Door de efficiëntiewinsten die dit systeem oplevert, kunnen we nog meer politiemensen inzetten op straat, waar ze het meest nodig zijn.

Het nieuwe politiegebouw in Berchem zal 24/7 geopend zijn en is het sluitstuk van de reorganisatie van de politie. De bestaande wijkkantoren worden behouden en aangevuld door mobiele kantoren. Elke rijdende combi zal een aanspreekpunt zijn. Op grote evenementen is de politie zichtbaar aanwezig en aanspreekbaar voor wie slachtoffer werd van een misdrijf.

 ‘De politie is er voor U’, moet meer dan een slogan zijn. Meer politie op straat betekent ook meer agenten die aanspreekbaar zijn voor de Antwerpenaar. De wijkwerking patrouilleert maximaal te voet of met de fiets, zonder in te boeten aan reactiesnelheid.

De politie wordt door betere en gerichte rekrutering steeds meer een afspiegeling van de Antwerpse bevolking. In haar rekruteringsbeleid kiest de politie voor het ontplooien van talent, ongeacht afkomst, geslacht, geaardheid of persoonlijke levensbeschouwingen.

Praten werkt! In wijken waar het al eens tot spanningen komt, versterken we de bemiddelingsteams van de politie. Maar als praten niet meer helpt of wanneer de feiten veel verder gaan dan kattenkwaad, zullen stad en politie veel aanklampender en kordater optreden.
Of het nu gaat om sluikstorten, verkeersovertredingen, inbreuken op dierenwelzijn, agressie of diefstal, elke agent zal de overtredingen verbaliseren die hij of zij tegenkomt. Elke politieagent op het terrein is ook een verkeersagent.

De brandweer is efficiënt en performant. We investeren verder in het moderniseren van – vaak echt verouderde – brandweerposten.

Antwerpen is een bereikbare stad

“We krijgen u zo snel mogelijk van straat”

Wat mobiliteit betreft is Antwerpen er aan toe als een patiënt op een operatietafel. En dat is goed nieuws, kleine ingrepen volstonden niet meer! Het is de eerste stap naar een nieuw leven waarin we ons opnieuw vlot kunnen voortbewegen na jaren stilstand. De ‘werven en werken’ in en om de stad zijn een fase waar we door moeten. Maar laat ons niet vergeten dat het niet eens zo lang geleden is dat we alleen konden dromen van ‘werven en werken’. Er leek geen einde te komen aan een stoet van klachten, studies en actiegroepen. De N-VA kreeg na meer dan 20 jaar palaveren en vechten, in uw belang alle neuzen in de juiste richting. Oosterweel wordt uitgevoerd. Het is vandaag een bouwwerf, niet langer een papieren, geldverslindend monster. Het ergste hebben we gehad. Het wordt nu stelselmatig beter. Het Toekomstverbond garandeert de Antwerpenaar een bereikbare én leefbare stad. En dat doen we zo:

De auto is geen koning meer. Hij blijft wel belangrijk voor Antwerpse gezinnen en onze welvaart. En dus voor de N-VA. We verbeteren stelselmatig de mobiliteit zonder de autobestuurder te straffen of ondoordachte circulatieplannen te lanceren die een aanslag zijn op de lokale middenstand en de stadsbeleving voor Antwerpenaren en toeristen. We verdubbelden het aantal parkeerplaatsen in buurtparkings én drukken op een ‘parkeren op eigen terrein’ beleid. Tegelijk ondersteunen we concepten als deelauto’s en – dichter bij dan u denkt - zelfrijdende voertuigen.

Volgens de toonaangevende ‘Copenhagenize index’ is Antwerpen de 7de meest fietsvriendelijke stad ter wereld. Die plaats verdienen we. Zo losten we meer dan  100 ontbrekende, onveilige en oncomfortabele fietsschakels op. We hebben afgescheiden fietspaden, fietsostrades en fietsbruggen aangelegd. Maar liefst 95% van onze stad wordt ingericht als zone 30. Tegelijk hebben we het ‘Velo’ systeem verder uitgebouwd. Het aantal deelfietsen en deelscooters steeg van 1.000 naar 4000. Voor wie liever de eigen fiets gebruikt, is het aantal fietsparkings opgetrokken van 200 naar 600 plaatsen. Antwerpen zit op de fiets en dat houden we zo. En we zorgen ervoor dat dit veilig en vlot kan.

Antwerpenaren krijgen steeds meer mobiliteitsalternatieven. En dit door nieuwe tramlijnen en –stellen, extra treinen en nieuwe deelsystemen te lanceren. De waterbussen verbinden de oevers van de Schelde en houden wagens uit de tunnels. Creativiteit en efficiëntie staan centraal in ons beleid, tijdens en na de werken.

Creativiteit en efficiëntie zijn ook de sleutelwoorden als het over de lancering van Slim naar Antwerpen gaat. Een goede informatieverstrekking maakt uw reistijd een stuk korter. Net als onze routeplanner waarbij van verschillende vervoersmiddelen gebruik wordt gemaakt. Ook een aanpak op maat voor bedrijven zal het fileleed verkleinen.

Voor de volgende legislatuur hebben we qua mobiliteit maar één echt doel: u zo snel mogelijk van straat krijgen en op uw bestemming. De beslissingen zijn genomen, de werken gestart. De N-VA zorgt effectief voor een bereikbaar, verkeersveilig en leefbaar Antwerpen, waar plaats is voor voetgangers, fietsers, wagens en openbaar vervoer. En een combinatie van alle bovenstaande methodes. De mobiliteit van de toekomst is dan misschien wel wat complexer dan vroeger, we raken straks wel weer vooruit! We maken samen de overstap van  ‘Mijn auto, mijn vrijheid’ naar ‘Mijn mobiliteit, mijn vrijheid’. En daar worden we allemaal beter van.

Door te kiezen voor een multimodale aanpak

Bovenlokale mobiliteit

De mobiliteit in en rond de stad Antwerpen moet op regionale schaal worden aangepakt. De oprichting van de vervoerregio Antwerpen als proefregio in het kader van basisbereikbaarheid is de eerste stap. Binnen deze regio maakt de stad met meer dan 30 andere gemeenten en de Antwerpse districten een plan van aanpak voor de regionale mobiliteit. De N-VA wil deze regionale vervoersentiteit bestendigen en verder uitbouwen.

Binnen de vervoerregio bekijken we of de oprichting van een vervoersbedrijf voor de regio Antwerpen mogelijk is. Dit bedrijf kan in de toekomst de exploitatie van alle elementen in het kader van de regionale mobiliteit opnemen. We denken hierbij aan de inning van tol aan de tunnels of van het rekeningrijden, de uitbating van de park-and-rides en andere parkings, het vergunnen van deelsystemen, het organiseren van openbaar vervoer in de regio, het uitreiken van parkeervergunningen …

Het sluiten van de ring door de realisatie van de Oosterweelverbinding is dé absolute prioriteit. Met deze extra Scheldekruising hebben we een robuust netwerk en garanderen we de doorstroming op het hoofdwegennet, dat ervoor zorgt dat het doorgaand verkeer uit de stad blijft. Zo vermijden we dat het verkeer bij incidenten en files begint te sluipen door onze woonkernen. Het doorgaand verkeer én het havenverkeer worden langs het Haventracé gestuurd. Dit Haventracé wordt uitgerust als volwaardige ring rond de stad. Zo gaan mobiliteits- en leefbaarheidsingrepen hand in hand.

Mobiliteit en leefbaarheid gaan hand in hand. In het kader van het Toekomstverbond loopt  het project ‘Over de Ring’ om te komen tot de overkapping van de R1. Een tweede spoor is de uitwerking van leefbaarheidsmaatregelen langs het hele Haventracé in de noordrand. In een volgende fase moeten ook de aansluitende snelwegen die dwars door het stedelijk weefsel aankomen (A12 in Wilrijk en E313/E34 in Deurne) in het kader van de leefbaarheid aangepakt worden. De A102 moet maximaal ondergronds worden aangelegd.

Een volwaardig Antwerps Gewestelijk Expressnet zorgt ervoor dat de hele (vervoer)regio met de trein bereikbaar is en blijft. De verschillende treinstations in de regio worden uitgebouwd als overstappunten met verschillende overstapmogelijkheden. Deze punten worden voorzien van comfortabele en veilige auto- en fietsenparkings. In Antwerpen zijn de stations Centraal, Zuid (Antwerpen-Zuid), Noord (Luchtbal + Noorderdokken), Zuid-Oost (Berchem), West (Katwilg) en Oost (Schijnpoort) inkompoorten van de stad, volwaardige overstappunten naar industrie en haven en naar kmo-zones zoals Spoor Oost en Katwilg. In de districten en rondom de stad worden ook de toeleidende stations, zoals Hoboken-Polder, Ekeren, Mariaburg, Noorderkempen, Hemiksem … verder uitgebouwd met goede parkings en toegankelijke perrons. Elk treinstation heeft voldoende en frequente aansluitingen met bus en/of tram.

Antwerpen wordt ontsloten door internationale (snel)treinen. We zetten in op een stopplaats van de Eurostar Londen-Amsterdam in het Centraal Station.

Voor het goederenvervoer zetten we resoluut in op een modal shift. We willen, samen met de haven, goederen, producten en vloeistoffen zowel via het spoor en het water als via pijpleidingen van en naar de stad vervoeren.

We zetten stapsgewijs in op het traject van de IJzeren Rijn met als prioriteit de verwezenlijking van een tweede spoortoegang tot de haven, rekening houdend met de leefbaarheid van de omgeving. De toegang tot het spoor moet bovendien voor alle goederenoperatoren gegarandeerd worden.

Het potentieel van de binnenvaart wordt opgekrikt door de verdere capaciteitsuitbreiding op het Albertkanaal. Tegelijk geven we de binnenvaart meer ruimte binnen de haven zelf. We zijn samen met het Vlaams Gewest gestart met de verhoging van de bruggen en verbreding van het Albertkanaal, zodat meer en grotere schepen, meer lading over het water kunnen vervoeren. We werken samen met het Havenbedrijf om binnenvaart te promoten en leveren inspanningen om het aantal verbindingen met en de efficiëntie van de binnenvaart te verhogen.

We breiden het personenvervoer op het water uit. De Waterbus verbindt het stadscentrum met de haven, net zoals met de steden en gemeenten langsheen de Schelde en de Rupel. Temse, Boom, Willebroek, Rupelmonde, Bazel, Niel, Schelle, Hemiksem, Hoboken, Burcht, Berendrecht, Zandvliet en Lillo krijgen een rechtstreekse lijn met de stad via het water. Ook het Albertkanaal krijgt zijn Waterbus om Deurne, Merksem, Schoten en Wijnegem te ontsluiten. Comfortabele pontons worden ingericht langsheen de rivier en het kanaal. De pontons zijn gekoppeld aan overstappunten met aansluitingen op het openbaar vervoer en parkeerplaatsen voor wagens en fietsen. Een moderne veerdienst verbindt vanuit het centrum de Antwerpse rechter- en linkeroever, met alle nodige faciliteiten. Met nieuwe vaartuigen en pontons, en een regelmatige dienstregeling vormt de Schelde niet langer een fysieke barrière tussen het stadshart en de woonwijk en groene long van Linkeroever. Ook de andere veerdiensten zetten we optimaal in, in samenhang met de Waterbus.
Om de basisbereikbaarheid te garanderen, werken we met een kernnet en een aanvullend net voor het openbaar vervoer. Dit efficiënte en aantrekkelijke vervoersmodel moet optimaal tegemoetkomen aan de globale en lokale vervoersvraag. Het kernnet verbindt kernen en centraal gelegen aantrekkingspolen met elkaar en voorziet een performant aanbod voor de voorstedelijke en interstedelijke structurele verplaatsingsnoden. Het aanvullend net ondersteunt het kernnet, doordat de verbindingen naadloos aansluiten.

Deze structuur van kernnet en aanvullend net wordt vervolledigd met vervoer op maat als lokale vervoersoplossing, voor de eerste en laatste kilometers van en naar huis en werk. Via deelsystemen, verschillende vormen van taxivervoer, kleinere (buurt)busjes en andere initiatieven kunnen reizigers aan ‘mobipunten’ of overstappunten overstappen op het hogere openbaar vervoersnet. Bij de afstemming van vraag en aanbod wordt ook gekeken naar het tijdsvenster waarin openbaar vervoer wordt aangeboden. In een actieve en dynamische stad zoals Antwerpen pleiten we voor een uitbreiding naar openbaar vervoer in de vroege ochtend en vroege nacht.

De N-VA wil het fietsnetwerk uitbreiden met fietsostrades om en rond de stad. Zo werken we verder aan het wegwerken van missing links in de bestaande fietsostrades en zetten we in op nieuwe fietsostrades langs de spoorweg naar Lier, langs het Albertkanaal, langs de E313, langs de Havenweg (A12 Noord) of de Noorderlaan, het traject Ekeren – Noorderlaan, langs de A102 … Met de Oosterweelverbinding wordt, naast kilometers nieuw fietspad, ook een nieuwe fietstunnel gerealiseerd.

De stad selecteert overstappunten en bouwt deze verder uit in samenspraak met zijn mobiliteitspartners. Superschakels waar vlot van vervoersmodus gewisseld kan worden, worden herkenbaar en comfortabel aangelegd, zodat je veilig en kwalitatief kan overstappen. Dit kunnen park-and-rides zijn, carpoolparkings voor auto en fiets of treinstations met parking voor auto en fiets. Aan de eindpunten van de tram, in de fortengordel rond de stad, komen sowieso park-and-rides, die een overstappoort worden naar de stad.

We bouwen beveiligde en omheinde vrachtwagenparkings voor kortparkeren uit langs autosnelwegen en langs industrieterreinen. Dankzij slimme technologie kan aangegeven worden of er nog plaatsen vrij zijn, zodat de truckers tijdig hun stops kunnen inplannen.

Een echte stad heeft een luchthaven. De luchthaven creëert heel wat jobs en speelt een belangrijke rol voor onze haven en diamantsector. We ondersteunen de luchthaven in haar verdere uitbouw met de focus op zakelijk toerisme. De uitbouw gebeurt binnen de huidige milieuvergunningen en in de beste verstandhouding met de omwonenden.

Stedelijke mobiliteit

We versterken de tram- en metro-infrastructuur in de districten. Grote, propere en comfortabele trams zullen Antwerpenaren en bezoekers van, naar en door de stad voeren. Bezoekers kunnen hun wagen achterlaten in park-and-rides aan de stadsrand, ter hoogte van de fortengordel, en vlot met het openbaar vervoer naar het stadscentrum komen. De districtentramroute wordt verder uitgerold en gaat deels ondergronds.

We nemen de ongebruikte metro- en traminfrastructuur in dienst. Zo worden de koker en de stations onder de Kerkstraat-Pothoekstraat en de metrostations langs de koker onder de Turnhoutsebaan (Drink, Carnot en Foorplein) die al sinds de jaren ’70 – ’80 werden voorzien, eindelijk in gebruik genomen.

Daarnaast boren we ook nieuwe metrokokers om de verschillende stadsdelen vlot te verbinden, waardoor we zorgen voor een betere doorstroming van het openbaar vervoer. Zo maken we de koker van treinstations Antwerpen-Centraal naar Antwerpen-Berchem volledig ondergronds, verlengen we de tramkoker richting de Turnhoutsebaan onder Deurne-dorp …

Door de versterking van het metro- en tramnet kunnen we de stad ontbussen. De regionale bussen rijden niet meer allemaal het stadscentrum in maar zetten de reizigers af buiten het stadscentrum, waar ze kunnen overstappen op trams die via snelle verbindingen het stadscentrum ontsluiten. De stadsbussen die vanuit de wijken mensen naar de tramlijnen brengen, worden aangepast aan het stedelijk verkeer door ze kleiner en milieuvriendelijker te maken. De dienstregeling en aansluiting van deze trams en bussen worden op elkaar afgestemd zodat de overstap vlot kan verlopen.

Er wordt maximaal werk gemaakt van veilige, propere en gebruiksvriendelijke bussen, trams en treinen, door te voorzien in wifi, in een performant en modern cameranetwerk, in realtime-informatie voor de reiziger, in mogelijkheden om de fiets mee te nemen op het openbaar vervoer …

Ook voor mobiliteit binnen de stad zorgen we voor goede overstapplaatsen tussen de verschillende soorten vervoer. We voorzien voldoende en veilige stations voor elk type vervoer zodat overstappen wordt gestimuleerd. We zorgen ook voor ruime, propere, veilige en goed verlichte knooppunten en opstapplaatsen, die vlot bereikbaar zijn voor reizigers, ook die met een fysieke beperking. Zo moeten er in de metrostations liften aanwezig zijn, voldoende cameratoezicht, automatische toegangspoortjes, voldoende overdekte fietsparkings, realtime informatie over de verschillende modi …

We willen de verschillende deelsystemen versterken en verder uitbreiden in en naar de districten. Deeleconomie wordt voor veel Antwerpenaren de logica zelve. Naast het Velo-systeem, Scooty, Bolides, Poppy en Cambio, introduceren we  nieuwe spelers op de markt die (elektrische) deelfietsen, deelscooters en deelwagens – die duurzaam worden aangedreven – aanbieden. Vandaag is het aanbod nog te veel beperkt tot de stad binnen de Singel. We willen deze spelers meer laten inzetten op de districten en de hele Antwerpse regio.

We breiden het netwerk van oplaadpunten voor elektrische voertuigen verder uit. Daarnaast kijken we ook hoe we een netwerk van installaties van duurzame brandstoffen, zoals CNG en waterstof, kunnen realiseren, zodat het gebruik ervan wordt gestimuleerd.

We hebben deze bestuursperiode de taxi gepromoot als goed alternatief voor persoonlijk vervoer. Antwerpen blijft dankzij een sterke samenwerking met de taxisector inzetten op moderne, zichtbare en duurzame taxi’s in het Antwerpse straatbeeld. We zorgen voor voldoende taxi’s en taxistandplaatsen aan overstappunten, laadinfrastructuur voor elektrische taxi’s, realtime-informatie over de beschikbaarheid, handhaving op het taxireglement en gaan voor gedeeld gebruik van een taxi. We blijven taxibedrijven stimuleren om over te schakelen op duurzame voertuigen en om hun taxi’s zo uit te rusten dat fietsen kunnen worden vervoerd.

We zetten in op het vervolledigen van een veilig Antwerps functioneel fietsnetwerk. Nieuwe en verbeterde fietsinfrastructuur loodst de fietser op een vlotte manier in en om de stad. Bij drukke kruispunten worden de conflicten tussen de verschillende weggebruikers vermeden door bruggen en tunnels te voorzien of door een aangepaste verkeerslichtenregeling. Samen met het Vlaamse Fietsfonds investeren we in onze fiets(snel)wegen.

Samen met de fietssector rollen we de Velo-Pass uit: een fietsregistratiesysteem met een databank en een beveiligde code op elke fiets. Zo kan een fietser zijn of haar (e-)fiets identificeren, het onderhoud opvolgen, de status van de fiets volgen en dergelijke meer via een applicatie. Dit fietspaspoort verlaagt de kans op fietsdiefstal en als de fiets dan toch gestolen wordt, kan die gemakkelijk teruggevonden worden.

De 16e-eeuwse stad groeit uit tot een wandelstad, door heel wat straten systematisch om te vormen tot woonerven, waar voetgangers de breedte van de straat kunnen gebruiken. In de straten waar een tram rijdt en in straten die deel uitmaken van parkeerlussen of uitvalswegen, blijft een afgescheiden voetpad de norm.

We verbeteren in de hele stad de begaanbaarheid en de veiligheid van de voetpaden. Voetpaden met losliggende tegels, plasvorming, onkruid... pakken we aan. Bij nieuwe projecten zien we dat de fietspaden en voetpaden voldoende gescheiden zijn en/of van elkaar verschillen zodat conflicten tussen voetgangers en fietsers vermeden kunnen worden.

De afbouw van verkeerslichten, zeker  in de zones 30, zetten we verder. Op plaatsen waar deze niet noodzakelijk zijn, worden ze uitgeschakeld en verwijderd.

De N-VA wil een fiets- en voetgangersbrug over de Schelde met een Scheldebalkon, die aansluit op de groene wandel- en fietsas rond de stad via de groen- en natuurgebieden langs en op de ring(kap) en langs de Schelde over de heraangelegde  Scheldekaaien op de linker- en rechteroever. We bestuderen in het kader van het participatietraject ‘Over de Ring’ de mogelijkheden op het vlak van de doorgang van de scheepvaart en technische en financiële haalbaarheid.

Door een slim parkeerbeleid

Parkeren op eigen terrein (POET) blijft het credo bij de bouw van nieuwe of vernieuwde gebouwen om te verhinderen dat de parkeerdruk hiervan wordt afgewenteld op het openbaar domein. We leggen hierbij een realistische parkeernorm op, omdat voor veel gezinnen de auto immers onmisbaar is. Met de inkomsten van het buurtparkingfonds kunnen we investeren in kwalitatieve en veilige buurtparkings in de verschillende buurten van de stad. We focussen ons daarbij vooral op plaatsen met een hoge parkeerdruk. De parkeerbalans op het openbaar domein per wijk blijft behouden. Bedrijven moeten de parkeerplaatsen die bij het gebouw horen openstellen voor hun medewerkers.

We zorgen ervoor dat onze inwoners dicht bij huis kunnen parkeren door voldoende buurtparkings te voorzien en met bewonerskaarten in wijken waar de parkeerdruk hoog is. Specifiek in de 16e-eeuwse stad beperken we parkeren op het openbaar domein tot bewoners via bewonerskaarten.

Daar waar er geen publieke parkings beschikbaar zijn, zullen we betalende, functionele parkeervergunningen toekennen aan werknemers en ondernemers, die werken in het betrokken gebied. Deze parkeervergunning laat toe om hun parkeervraag op maat in te vullen. We onderzoeken ook de mogelijkheid tot uitbreiding van de parkeervergunningen naar frequente bezoekers van bewoners en mantelzorgers.

We zetten verder in op park-and-rides, park-and-bikes en park-and-walks voor pendelaars en bezoekers van de stad. We verduurzamen bovendien de bestaande parkings in de binnenstad. Rondom het 16e-eeuwse stadscentrum loopt de parkeerroute (Leien en Kaaien), langsheen de verschillende parkings die fungeren als park-and-walks. Enkele veilige parkeerlussen leiden de bezoekende automobilist naar het stadscentrum om de bestaande parkings te bereiken.

Het slimme parkeergeleidingssysteem wordt verder uitgebouwd, ook buiten de Singel, om bezoekers uit de stad rechtstreeks naar verschillende publieke parkings en park-and-rides te brengen. Ook in winkelkernen in de districten zorgen we voor meer parkeergeleiding.

We starten met de uitrol van een nieuwe parkeersysteem in heel de stad. Hierbij zetten we in op een betere en efficiëntere dienstverlening aan de bewoners en de parkeerders door middel van een verregaande digitalisering. We zorgen ervoor dat mensen eenvoudig bewonerskaarten en andere parkeervergunningen kunnen aanvragen via een digitaal loket. Parkeergeld betalen moet eenvoudig kunnen via elektronische en digitale betaalsystemen. We gaan controles op fout parkeren en niet-betalen uitvoeren met behulp van scanwagens of –brommers, die ook voor andere vormen van toezicht worden ingezet.

Net zoals er publieke parkings voor auto’s zijn op drukke plaatsen willen we ook verder inzetten op grote, beveiligde publieke parkings voor fietsen. Zo blijven we inzetten op de mobiele fietsparkings in het kader van evenementen en voorzien we nieuwe, veilige fietsparkings op drukke plaatsen in de stad, zoals aan de Zuiderdokken, Teniersplaats, Groenplaats … Voor elektrische fietsen voorzien we speciale betalende voorzieningen, namelijk beveiligde opberg- en oplaadfaciliteiten.

Door te kiezen voor verkeersveilige oplossingen

We hebben de afgelopen jaren ons Antwerps model ‘Slim en Vrij’ gelanceerd. ‘Slim en Vrij’ is een 10-puntenplan waarmee we op korte termijn de verkeersveiligheid en de mobiliteit in de stad Antwerpen verbeteren, met de focus op voetgangers en fietsers. We blijven prioriteit geven aan het uitbouwen van verkeersveilige infrastructuur, het conflictvrij maken van kruispunten, het stimuleren van veilige voertuigen en aan het creëren van een verkeersveiligheidscultuur.
We willen de verschillende verkeersstromen zo veel mogelijk scheiden om zo de verkeersveiligheid te verbeteren. Fiets- en voetpaden worden zo veel mogelijk veilig afgescheiden van de rijbaan. We zijn al gestart met de aanleg van verschillende fietsostrades, fietsstraten, fietsbruggen en fietstunnels. We willen het autoverkeer op de Scheldekaaien tussen de Suikerrui en het Steenplein ondergronds brengen om bovengronds een veilige voetgangerszone te creëren.

Naast nieuwe infrastructuur zijn veiligheidsingrepen noodzakelijk op de bestaande straten en wegen van de stad en de districten. De zones 30 worden in samenwerking met de districten veilig ingericht en aangelegd en voorzien van ingangspoorten en herhalingssignalisatie. We schilderen duidelijke richtingspijlen op de bestaande fietspaden, om de fietser te wijzen op de correcte rijrichting. Bij de fietsoversteken worden markeringen, fietslogo’s en richtingspijlen aangebracht om alle weggebruikers te wijzen op de aanwezigheid van fietsers.

We maken de kruispunten zoveel mogelijk conflictvrij. Bij de aanleg van nieuwe infrastructuur blijft veiligheid – zeker voor de zwakke weggebruiker – hét uitgangspunt. De fietser krijgt bij gemengde verkeerssituaties fietsopstelvakken zodat hij of zij bij groen licht snel, zichtbaar en als eerste kan vertrekken.

Proefprojecten met vierkant groen worden uitgevoerd en geëvalueerd. Samen met een vertegenwoordiging van fietsers en voetgangers ontwikkelen we nieuwe ideeën en methoden om het verkeer veiliger en vlotter te maken voor iedereen.

We werken de vrachtwagenroutes verder uit in de stad en de districten. We zorgen ervoor dat er minimaal rechtsafslaand verkeer nodig is, zodat dodehoekongevallen worden vermeden. Deze routes worden duidelijk in onze stedelijke routeplanner bewegwijzerd en ter beschikking gesteld. De transportfederaties worden hier nauw bij betrokken. Er worden ook vooraf afspraken gemaakt met aannemers van alle werven over hun aan- en afvoerroute. Indien de locatie van een werf het toelaat, leggen we in de bouwvergunning op om het transport over water te laten komen. Eén vrachtschip haalt tientallen vrachtwagens van onze wegen.

In drukke schoolzones binnen de zone 30 worden vrachtwagens geweerd op drukke momenten. We testen zulke zones met venstertijd voor vrachtwagens reeds uit in de zone Borgerhout Intramuros Zuid.

In de voertuigen van de stad zelf worden snelheidsbegrenzers ingebouwd voor alle zones 30. Wanneer er meer voertuigen correct begrensd worden in snelheid, heeft dit een vertragend effect op de algemene snelheid. We gaan dan ook in overleg met De Lijn en transportfederaties om snelheidsbegrenzers in bussen, taxi’s en vrachtwagens te laten plaatsen.

We zetten in op veilige vrachtwagens in de stad. Een belangrijke factor bij verkeersveiligheid is de uitrusting van de voertuigen. In de stad passeren dagelijks heel wat verschillende types voertuigen. Zeker bij grotere voertuigen is de dodehoekproblematiek een belangrijk aandachtspunt. Dit kan verholpen worden door grote voertuigen uit te rusten met spiegels, sensoren, signaallichten en camera’s en met nieuwe technologieën, die we van dichtbij opvolgen. De stad blijft het goede voorbeeld geven wat betreft het verkeersveilig inrichten van de eigen voertuigen. We zullen ook onze leveranciers aanzetten om maximaal rekening te houden met de verkeersveiligheid.

We willen dat zo veel mogelijk kinderen te voet of per fiets naar school gaan. We investeren daarom in veilige fietsroutes en veilige schoolomgevingen door schoolstraten in te richten, duidelijke markering aan te brengen en gemachtigde opzichters op te leiden. We zetten meer in op verkeersopvoeding, in samenwerking met de scholen. Samen met de districten brengen we de scholen samen om hieraan te werken in een verkeersplatform.

We breiden het project van de schoolroutekaarten uit naar alle districten. Zo kan elke Antwerpse leerling dankzij een toegankelijke website de veiligste route naar school uitstippelen.

We dragen een verkeersveiligheidscultuur uit in onze stedelijke communicatie. We sensibiliseren bestuurders, kinderen en bedrijven over verkeersveiligheid. Dit doen we door specifieke aandacht te geven aan verkeersveiligheid via ‘Slim naar Antwerpen’, door pakketten gericht op veilig verkeersgedrag op maat van jongeren aan te bieden en door workshops over verkeersveiligheid te geven aan bedrijven en bestuurders.

Tijdens de winterperiode besteden we veel aandacht aan sneeuw- en ijzelbestrijding op alle voet- en fietspaden. Er is een gedetailleerd actieplan per weertype, zowel voor de preventieve aanpak als voor de algemene bestrijding bij sneeuwval. De stedelijke diensten zijn hierbij flexibel en sturen 24/7 bij. Indien nodig worden straten meerdere keren gestrooid waarbij de prioritaire fietspaden en wegen eerst aan bod komen. Burgers en handelaars worden nog sterker op hun verantwoordelijkheid gewezen om hun voetpad vrij te maken.

Door in te zetten op slimme mobiliteit

We informeren iedereen over de verschillende mobiliteitsopties (trein, tram, bus, auto, Velo, autodelen, taxi …), zodat mensen de meest efficiënte keuze kunnen maken. Hiervoor hebben we de eerste multimodale routeplanner ontwikkeld en ook hier handhaven we het multimodale principe van vlot overstappen van het ene naar het andere vervoerstype. We maken onze routeplanner steeds slimmer door rekening te houden met de werkelijke verkeerssituatie, beschikbaarheid van fietstunnels en bruggen, het actuele weer, wegenwerken, evenementen, beschikbaarheid van alternatieven en dergelijke. Al deze informatie is opensource en dus beschikbaar voor applicatieontwikkelaars.

We bouwen het Antwerps Verkeerscentrum uit als het allesoverkoepelend orgaan dat 24/7 op de hoogte is van de complete verkeerssituatie in de stad. Alle wegen- en infrastructuurwerken, aanpassingen van de verkeerssturing of van de snelheidsbeperkingen, evenementen … zijn gekend door het centrum en worden proactief meegedeeld aan alle stakeholders zoals politie, nutsbedrijven, en aanbieders van navigatiediensten. Op basis van realtime-druktebeelden, camera’s en sensoren monitort het Antwerps Verkeerscentrum het verkeer en stuurt het via variabele en digitale wegwijzers, verkeersborden, verkeerslichten en gps. Dat komt de mobiliteit ten goede en maakt onze stad veiliger.

Alle verkeerslichten worden aangesloten op de verkeerslichtencomputer waardoor er vanop afstand aan verkeersmanagement kan worden gedaan. Verkeerslichten zullen zo veel mogelijk gestuurd worden op basis van het verkeer dat zich aanbiedt. Daarbij denken we aan groene golven voor de belangrijkste gebruikers op de betrokken weg, bijvoorbeeld langs fietsostrades voor fietsers, langs invalswegen voor openbaar vervoer en/of auto’s …

We zetten een slimme sturing van vrachtwagens op. Het ‘Intelligent Truck Guidingsystem’ gebruikt de beschikbare data om aan de vrachtwagenchauffeur aan te geven waar en wanneer hij best kan rijden. Zo kan hij zijn rij- en rusttijden inplannen en kan hij parkeren op de beschikbare vrachtwagenparkings langs autosnelwegen en industrieterreinen en op afroep zich, bij voorkeur buiten de spits, naar zijn geplande afspraak voor het lossen en/of laden begeven.

De digitale (r)evolutie maakt het verspreiden en vinden van informatie steeds gemakkelijker. Gebruikers kunnen beschikken over realtime-informatie over de verkeerssituatie van onze regio. Dit kan gaan over het openbaar vervoer, de deelsystemen voor auto’s en fietsen, over de beschikbaarheid van de taxi’s, over de beschikbaarheid van elektrische laadpalen, over de drukte op de wegen, de hoeveelheid vrije parkeerplaatsen in publieke parkings enzovoort. We delen deze data actief met alle betrokken partijen.

We rusten alle verkeerslichten voor fietsers en voetgangers verder uit met aftellichten om het wachten te verzachten. Fietslichten zullen we op ooghoogte van de fietser plaatsen.

In het kader van ons Smart City-project bekijken we in welke mate we verkeersborden slim kunnen maken, om flexibel in te spelen op de gedetecteerde verkeerssituaties. Bijvoorbeeld bij grote drukte op de Meir lichten er verkeersborden op die de Meir fietsvrij maken.
Er wordt verder gewerkt aan een eengemaakte vervoersbetaalkaart en applicatie. Zo kan er eenvoudig gebruikgemaakt worden van alle verschillende mobiliteitsdiensten in de regio. De gebruiker zal één kaart hebben voor tram, trein, bus, waterbus, Velo … We willen de mobiliteitskaart integreren in de Antwerpse ‘identiteitskaart’, de pAs. De stad laat onderzoeken of we voor deze en andere functies (bijvoorbeeld sorteerstraten) de pAs kunnen herladen via de bestaande betaalterminals in de diverse kleinhandelszaken en online via de website.
Laad- en loszones op het openbaar domein worden efficiënt gebruikt. Met sensoren die het gebruik van laad- en loszones monitoren, wordt er gericht gecontroleerd op het gebruik ervan. Daarnaast zorgen we er met een applicatie voor dat laden en lossen kan gepland worden en dat deze zones kunnen vrijgegeven worden voor regulier parkeren buiten de venstertijden.

Menselijke fouten zullen door de vooruitgang van de technologie steeds beter ondervangen worden. Nieuwe sensoren en camera’s ondersteunen bestuurders van voertuigen steeds beter in hun rijgedrag. Ontwikkelingen die vandaag nog als verre toekomst worden gezien, komen er sneller aan dan we denken. Zelfrijdende voertuigen worden vandaag ontwikkeld én getest. Het zal niet lang meer duren voor ze in ons straatbeeld verschijnen. De stad is een voortrekker op het vlak van zelfrijdende (deel)voertuigen.

Mobility as a Service (MaaS) wordt verder gepromoot. Dit mobiliteitsconcept gaat uit van een veel efficiënter gebruik van de bestaande (mobiliteits)aanbieders. Bereikbaarheid en keuzevrijheid staan hierbij voorop. De consument koopt mobiliteit in, in plaats van te investeren in een transportmiddel. ‘MaaS’ geeft mensen de kans om zonder zorgen mobiel te zijn. De ‘MaaS’-operatoren garanderen dat de gebruiker zich steeds kan verplaatsen met het openbaar vervoer, een deelfiets, -scooter of -wagen, een taxi, een huurauto of een ander vervoersmiddel. Het bezit van een eigen voertuig en alle bijhorende beslommeringen zijn niet meer nodig. Antwerpenaren kunnen via een vast abonnement bij MaaS hun mobiliteit garanderen.

Antwerpen is een welvarende stad

1.1 Door iedereen die kan werken, te laten werken

“Recht op solidariteit kan niet zonder plicht tot werken”

Jobs, jobs, jobs. Na jaren van voorzichtig economisch herstel, leeft de arbeidsmarkt terug op. De N-VA heeft op alle niveaus ingezet op de doelstelling ‘Iedereen aan het werk’. Ons arbeidsmarktbeleid, dat gericht is op activering en competentieversterking van werkzoekenden, werpt zijn vruchten af met een onafgebroken daling van de werkloosheid. Overal zien we vacatures verschijnen, onze bedrijven zijn constant op zoek naar geschikte werknemers. Het aantal vacatures bij onze Antwerpse bedrijven staat historisch hoog.

Tegelijkertijd kent Antwerpen nog heel wat werkzoekenden, waarvan meer dan de helft allochtoon is. Ook de jongerenwerkloosheid blijft een aandachtspunt. Het gemiddeld inkomen in Antwerpen ligt nog steeds lager dan het Vlaamse gemiddelde. Dat kan en moet beter.

De N-VA wil uit deze arbeidsmarktparadox geraken en de gunstige economische situatie aangrijpen om nog meer mensen in Antwerpen aan het werk te krijgen en onze stad sociaaleconomisch te laten groeien. Werk is en blijft immers de beste garantie tegen armoede. Het aantal werkenden dat onder de armoedegrens leeft is 5 procent. Voor niet-werkenden is dat maar liefst 40 procent. Het spreekt dan ook voor zich dat werk maken van werk onze prioriteit is. Vandaag en morgen.

Onze welvaart is gestoeld op de solidariteit die we in onze welvaartstaat zijn gaan beschouwen als een recht. Dat kan echter alleen maar als we werken en bijdragen tot de gemeenschap gaan beschouwen als een plicht. Iedere Antwerpenaar heeft de individuele verantwoordelijkheid tegenover zijn of haar stadsgenoten om zich (bij) te scholen, de Nederlandse taal te leren, zijn of haar arbeidsmarktcompetenties te verbeteren en naar werk te zoeken. De kerntaak van sociale dienstverlening is niet om doorgeefluik te zijn van middelen. De kerntaak van de overheid is om te investeren in mensen, zodat ze zichzelf kunnen helpen. De vele vacatures invullen om zo de solidariteit te handhaven, moet onze prioriteit zijn.

Onze aanklampende en wijkgerichte aanpak zorgt ervoor dat we in wijken met een lage tewerkstellingsgraad specifiek kunnen werken op de activering van de bewoners. Met het oog op het bekomen van een duurzame job, volgen we werkzoekenden op en begeleiden we hen actief naar de juiste  dienstverlening.

Voldoende kennis van de Nederlandse taal is één van de belangrijkste voorwaarden voor een succesvolle intrede op de arbeidsmarkt. Het aanleren van het Nederlands begint daarom reeds op de schoolbanken, maar blijft ook in de toekomst een absolute topprioriteit bij de activering van werkzoekenden. We blijven dan ook sterk inzetten op lessen Nederlands en ons engageren om samen met de aanbiedende partners voldoende capaciteit te blijven voorzien.

We werken volgens het Vlaamse principe van ‘dienstverlening op maat van elke werkzoekende’. We sporen werkzoekenden aan om hun talenten en vaardigheden verder te ontwikkelen. De stad ondersteunt hen daarbij maximaal.  Wanneer blijkt dat werkzoekenden onvoldoende inspanningen leveren in hun zoektocht naar werk, moet de VDAB consequent sanctioneren door bijvoorbeeld een (tijdelijke) schorsing van de uitkering.

Werkzoekenden die klaar zijn om te werken, worden verondersteld alle kansen te grijpen die de toegang tot de reguliere arbeidsmarkt kunnen bevorderen. Werkzoekenden en leefloongerechtigden die door een gebrek aan recente werkervaring en arbeidsattitudes niet onmiddellijk aan de slag kunnen in het normale economische circuit, volgen een verplicht traject Tijdelijke Werkervaring. Met dergelijke trajecten zal de stad aan de hand van reële werkervaring werkzoekenden en leefloners maximaal activeren in de openbare of de private sector. Een leefloon is immers geen hangmat, maar wel een tijdelijk vangnet voor wie het echt nodig heeft.

De voorbije jaren zorgde Vlaanderen voor een omvorming van de passieve, gesubsidieerde tewerkstellingsinstrumenten, waarbij werkzoekenden te vaak in dure statuten werden ‘geparkeerd’, naar activerende tewerkstellingsinstrumenten met een verregaande focus op competentieversterking van de werkzoekende. Een goed voorbeeld hiervan is de recente hervorming van het vroegere PWA-stelsel naar het nieuwe systeem van wijk-werken. Met wijk-werken kunnen langdurig werkzoekenden werkervaring opdoen dicht bij huis, om zo op korte termijn stappen naar duurzame tewerkstelling te zetten. De stad gaat door op deze ingeslagen weg en neemt in samenwerking met de VDAB de organisatie van het wijk-werken op zich.

We ondersteunen de sociale economie in onze stad. De sociale-economiesector bestaat uit lokale diensteneconomie en maatwerkbedrijven en heeft in de eerste plaats de bedoeling om mensen die (nog) niet op de reguliere arbeidsmarkt terechtkunnen aan een volwaardige job te helpen. Doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt is een belangrijk criterium voor de steun. We zien er wel op toe dat de sociale economie omwille van de overheidssteun geen oneerlijke concurrentie vormt voor het reguliere circuit.

De bestrijding van jeugdwerkloosheid wordt opgedreven. We moéten vermijden dat jongeren in een negatieve spiraal van werkloosheid terechtkomen. Het bestrijden van jeugdwerkloosheid is vaak dé remedie om uit de put van de generatiearmoede te klauteren. De stad en de VDAB werken nog nauwer samen om de Werkinlevingstrajecten voor Jongeren (Wij!-trajecten) succesvol te maken. Deze trajecten, aangereikt door Vlaanderen, hebben hun nut reeds bewezen: maar liefst 80% van de laaggeschoolde jongeren is na een Wij!-traject aan het werk of in opleiding gegaan.

De Vlaamse STEM-acties (Wetenschap, Technologie, Bouwkunde/ Ingenieursstudies en Wiskunde) en ICT-klassen worden door de stad ondersteund.

Het nieuwe duaal leren wordt samen met het onderwijs ondersteund en gepromoot. Met duaal leren wordt, naast het leren op school, voornamelijk ingezet op competentieversterking van de jongere door te leren op de werkvloer.

De stad zal extra specifieke projecten voor jongeren die niet aan het werk, op school of in opleiding zijn (NEET-jongeren) opzetten. De stad wil daarmee het aantal jongeren dat geen werk heeft en geen onderwijs of opleiding volgt, in kaart brengen, en hen intensief begeleiden in de richting van een job of een opleiding. De stad ondersteunt de resultaatsgerichte proefprojecten die hieromtrent worden opgezet en waarbij gebruik wordt gemaakt van een Social Impact Bond (SIB). Met een SIB sluit een overheidsorganisatie een contract af met een externe uitvoerder (of dienstverlener) en een financier (of private investeerder) om een concreet maatschappelijk probleem aan te pakken. In geval van succes betaalt de overheidsorganisatie de investering terug aan de financier met een rendement, voortkomend uit de besparing die het oplossen van het probleem heeft opgeleverd aan de maatschappij.

We richten een taskforce op met enkele grote spelers uit het bedrijfsleven om samen engagementen aan te gaan die de jeugdwerkloosheid en de werkloosheid in het algemeen moeten terugdringen. We denken aan bedrijven in de haven maar ook aan publieke spelers zoals het Zorgbedrijf Antwerpen, de politie en ZNA. We maken met hen afspraken over de begeleiding van mensen op de werkvloer. We werken een bonussysteem uit waarbij de begeleiding door de stad intensiever is naarmate hun engagement voor een duurzame tewerkstelling groter is.

We maken met zoveel mogelijk bedrijven afspraken om voldoende werkplaatsen te voorzien voor activerings– en begeleidingstrajecten voor werkzoekenden en leefloners. We maken afspraken op maat met deze bedrijven. De mensen worden doorverwezen vanuit het Bijzonder Comité voor de sociale dienst of de VDAB en stromen mogelijk al door vanuit sociale tewerkstelling of sociale economie. Belangrijk is dat er een groeipad in hun carrière is. 

We maken afspraken met studenten die genieten van een leefloon over het volgen van de lessen en de te behalen resultaten. Ze worden eveneens verplicht een studentenjob aan te nemen tijdens het weekend of in de vakantie.

Werkzoekenden zijn vooral gebaat bij het verwerven van noodzakelijke werkervaring in een reële werkomgeving. Vanuit Vlaanderen worden hiertoe heel wat maatregelen aangereikt zoals de trajecten tijdelijke werkervaring, wijk-werken en duaal leren. We zullen dan ook voldoende stageplaatsen voorzien bij de stadsdiensten om deze trajecten in te passen. Daarnaast nemen we waar mogelijk in onze aanbestedingen een criterium op dat leveranciers, partners en dienstverleners die zich hiervoor inzetten, beloont.

Bij de activering van werkzoekenden gaan we het zelfstandig ondernemerschap nog meer promoten en hen op de juiste weg zetten.

In Antwerpen kampen sommige economische sectoren met een structureel tekort aan goed opgeleide werknemers. De stad werkt samen met de VDAB, de provincie en de sectorale partners, via de expertise van de Talentenhuizen, om de aanpak van het personeelstekort in specifieke sectoren zoals de bouw, de industrie, de metaal en chemie, de haven, de logistiek en de zorg, weg te werken.

Samen met de VDAB monitoren we de jaarlijkse lijst knelpuntberoepen en stemmen de trajectbegeleiding voor leefloners en werkzoekenden hierop af. De maatschappelijk werkers en de bijzondere comités voor de sociale dienst zullen deze lijst actief gebruiken bij de behandeling van sociale dossiers.

De stad en de VDAB ondersteunen het Vlaamse principe ‘integratie door werk’. Daarmee stappen we af van trajecten waarbij eerst inburgering aan bod komt en dan pas de zoektocht naar werk. Hierdoor gaat kostbare tijd verloren. Met geïntegreerde trajecten krijgen anderstalige werkzoekenden aangepaste begeleiding en opleiding in combinatie met het aanleren van het Nederlands en dit in functie van snelle tewerkstelling. Ook stimuleren we alle bedrijven om hun werknemers Nederlands te (laten) leren.

Bij het losbarsten van de vluchtelingencrisis in 2015 hebben het OCMW, de stad, de VDAB en ATLAS de krachten gebundeld om de screening en activering van vluchtelingen zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Dit hebben we gedaan door alle diensten in één centraal onthaalbureau samen te brengen. Dit onestopshop-concept zetten we door. Het is klantvriendelijker, resultaatsgerichter en geeft de nieuwkomer een duidelijk en activerend signaal. U bent welkom, maar we verwachten iets terug.

1.2 Door kwaliteitsvol en bereikbaar onderwijs

Antwerpse schoolkinderen verdienen alleen het allerbeste. En dat is kwaliteitsvol onderwijs in aangename schoolgebouwen door leerkrachten die zich goed voelen in hun job. Het lijkt een evidentie maar de inhaalbeweging die het stadsbestuur de afgelopen 6 jaar heeft moeten maken was onwaarschijnlijk groot. We erfden schoolgebouwen in erbarmelijke en zelfs onveilige staat. Het aantal plaatsen was structureel onvoldoende.

We hebben Antwerpen vanuit het onderwijsslop getrokken. De middelen voor onderwijs werden meer dan verdubbeld. In het kleuter- en basisonderwijs kwamen er maar liefst 15.000 plaatsen bij, in het secundair onderwijs 1.400 plaatsen. Het geld is ingezet waar het plaatstekort echt nijpend was en dit zonder voorkeursbehandeling voor het stedelijk onderwijs, het gemeenschapsonderwijs of het vrij onderwijs.

We hebben de stedelijke schoolgebouwen onder handen genomen. Ze zijn weer veilig en beantwoorden eindelijk aan de noden van modern onderwijs.

We hebben de strakke formules van zeeklassen in het verouderde “Home Mathilde Schroyens” vervangen door een transparant vouchersysteem waardoor vandaag méér Antwerpse schoolkinderen dan ooit te voor op klasuitstap kunnen gaan. Ook leerlingen van het vrij en gemeenschapsonderwijs maken hier gebruik van. Die schotten zijn voor ons niet van tel. Het gaat om de kinderen die er school lopen. Om aandacht voor hun talent, hun opleiding, hun veiligheid, hun plezier en hun welzijn.

De brede school is eindelijk ingeburgerd in Antwerpen. 62% van de scholen zet nu al de poorten open buiten de schooluren. Subsidies voor nieuwe scholen dragen op die manier bij aan het versterken van ons gemeenschapsleven.

We zullen nog eens 5.000 plaatsen bij creëren om tegen 2020 elk kind in het kleuter-, lager en secundair onderwijs een plaats te geven. Zeker voor het secundair onderwijs maken we een grote inhaalbeweging, vooral in die scholen waar plaats nodig is. Scholen die in trek zijn, mogen niet gestraft worden voor hun succes.

Maar onze ambitie reikt verder: ouders krijgen opnieuw écht de vrijheid om te kiezen waar hun kinderen naar school gaan. Ze moeten niet langer tevreden zijn dát hun kinderen een plaats hebben, zonder meer. Jonge gezinnen en tweeverdieners hebben nood aan goede voorzieningen voor hun kinderen, en die geven we hen dan ook.

1.2.1Door voldoende en brede scholen

Voor ons staat de vrije schoolkeuze voorop. Dat wil zeggen dat we geen enkele school dwingen om mee te stappen in een digitaal aanmeldingssysteem. En dat we ouders die het ervoor over hebben om te gaan kamperen voor de school van hun keuze, die mogelijkheid niet afnemen.

Maar we nemen wel onze verantwoordelijkheid en voorzien een digitaal aanmeldingssysteem. Een plaats op school is geen ticket voor Tomorrowland, dus dat laten we niet afhangen van wie de snelste internetverbinding heeft of het eerst binnenraakt. We zorgen voor een eerlijke en transparante programmering van het systeem en zorgen dat ouders weten hoe dat werkt.

We schaffen eerst en vooral de onrechtvaardige dubbele contingentering af. Daarvoor blijven we op tafel kloppen in Brussel. Werkende ouders en tweeverdieners mogen zeker niet benadeeld worden door het aanmeldingssysteem.

Voor het kleuter- en lager onderwijs moet afstand het belangrijkste criterium worden. Wie dichtbij woont of werkt, krijgt voorrang. We stappen dus af van geforceerde en onsuccesvolle pogingen om een bepaalde sociale mix in scholen op te leggen.

Voor het secundair onderwijs ligt het complexer. Daar moet de voorkeur van de ouders doorslaggevend zijn. Maar dan moeten we er ook voor zorgen dat er extra capaciteit komt in de meest bevraagde scholen. Die krijgen voorrang wat betreft de capaciteitsmiddelen van Vlaanderen. Zo gaan de middelen voor extra capaciteit naar die plaatsen waar ze nodig zijn.

We blijven investeren in goede, duurzame en moderne schoolgebouwen, vooral in de wijken waar de bevolking het snelst groeit en in nieuwe stadsdelen zoals Nieuw Zuid en het Eilandje. Veel bestaande gebouwen kunnen nog efficiënter worden ingezet. Daar waar een bestaand schoolgebouw leeg komt te staan, krijgen de inrichtende machten van de scholen voorkooprecht. Op locaties met minder goede lucht- en/of geluidskwaliteit voorzien we mitigerende maatregelen bij de inrichting van onderwijsinitiatieven.

We zetten in op de ‘multi-inzetbare school’. We willen de bestaande schoolgebouwen optimaal benutten en ze tot het kloppend hart van de buurt maken. We investeren in volwaardige Brede School-werkingen. We moedigen samenwerking tussen scholen en sportclubs, socio-culturele organisaties, jeugdverenigingen, deeltijds kunstonderwijs, seniorenverenigingen en andere mogelijke wijkverenigingen, zowel binnen als buiten de schooluren, sterk aan.

Het onderwijsaanbod wordt afgestemd op de werkgelegenheid bij Antwerpse sterkhouders zoals de haven, de industrie, de zorg en startende bedrijven. We organiseren en promoten Haven- en industrieklassen. Leerlingen die trots zijn op onze haven en industrie laten dat hopelijk meespelen in hun latere studiekeuzes.

In het stedelijk onderwijs zetten we sterk in op STEM-onderwijs, zowel in de basisscholen als de secundaire scholen. We werken verder aan twee sterke technische secundaire campussen in de stad, namelijk Cadix en Blue Gate. Samen met de universiteit willen we de ingenieursopleiding nog sterker maken.

We willen leerlingen ook met andere industriële clusters in Antwerpen laten kennis maken, zoals de nieuwe ontwikkelingen op Blue Gate. We promoten innoverende en toekomstgerichte opleidingen zoals de Internet of Things-opleiding aan de Universiteit van Antwerpen.

We organiseren het lokaal flankerend onderwijsbeleid zo inclusief mogelijk. Een maatregel kán worden uitgewerkt ten behoeve van een kansengroep maar rendeert meer en beter indien álle schoolgaande kinderen en jongeren ervan kunnen gebruikmaken, zoals bij de meerdaagse klasuitstappen. In ons beleid zorgen we ervoor dat alle leerlingen hun competenties en talenten maximaal kunnen ontwikkelen, zodat elke leerling gewaardeerd en gestimuleerd wordt en zo een mooie toekomst kan uitbouwen.

Voor de N-VA moet het verbod op religieuze en ideologische symbolen in het stedelijk onderwijs (AGSO) zonder meer behouden blijven. Wij stellen de democratische waarden van de Verlichting, zoals wederzijds respect ongeacht herkomst, seksuele geaardheid of religie, de vrijheid van meningsuiting, de gelijkheid van man en vrouw en de scheiding van staat en religie, voorop; daar geven we geen millimeter op toe. Die waarden worden doorgetrokken tot in de dagelijkse werking, inclusief alle mogelijke uitstappen en ouderactiviteiten.

De Nederlandse taal verbindt ons allemaal. Dit geldt zeker voor ons onderwijs. Het Nederlands is dé sleutel tot integratie, tot de arbeidsmarkt, tot de buurt, de kruidenier, de kapper, de bakker om de hoek. Nederlands moet dan ook met de paplepel worden meegegeven. Experimenten met thuistalen in de klas of op de speelplaats wijzen we resoluut af. Terwijl het hele bedrijfsleven staat te roepen om Nederlandstalige werkkrachten en we merken dat een gebrekkige kennis van het Nederlands dé drempel is om te werken en te leven, gaan we als stad geen verwarrende signalen geven door het gebruik van herkomsttalen aan te moedigen.

Nederlands is de enige onderwijstaal. Daarom zetten we voor nieuwkomers en kinderen die onvoldoende Nederlands kennen in op ‘taalbad’-klassen. Dit komt zowel hun als hun toekomstige klasgenootjes ten goede. We stellen vast dat scholen soms niet de middelen hebben om al hun leerlingen die thuis geen Nederlands spreken, een echt taalbad te geven. Daarom willen we een vliegende ploeg van 10 extra leerkrachten Nederlands ter beschikking hebben om scholen uit de nood te helpen.

Antwerpen is een internationale stad, waar heel wat internationale bedrijven actief zijn. Dus ook meertaligheid is van groot belang. Dit betekent dat we samen met de scholen kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat onze leerlingen naast Nederlands ook hun taalkennis van andere talen kunnen versterken.

Scholen moeten zich niet geremd voelen om tekenen van radicalisering bij leerlingen te melden aan de bevoegde instanties. Scholen zijn de partner bij uitstek om radicalisering bij jongeren tegen te gaan, maar dat moeten en kunnen ze uiteraard niet alleen. Onze stadsmariniers zullen hen hierin ondersteunen en instrumenten aanreiken om radicalisering tijdig te herkennen. Scholen, stadsmedewerkers en hulpverleners werken samen aan een aanklampende aanpak. Want jongeren met nefaste, fundamentalistische gedachten mág je niet loslaten.

Ook armoede, spijbelgedrag en drugs zijn problemen die scholen niet alleen kunnen en moeten aanpakken. Nog teveel jongeren verlaten de schoolbanken zonder diploma. De stadsmariniers, de spijbelambtenaar, X-stra en de mensen van Area2020 laten leerlingen in de problemen niet los. We voorkomen vroegtijdige schooluitval, maken leerlingen zelfredzamer en zetten hen terug op weg naar een succesvolle schoolloopbaan of, indien mogelijk, naar werk.

Het onderwijs onderschrijft het principe van duaal leren. Daarmee kunnen jongeren leren op de werkvloer, een onderwijskwalificatie halen en dus beter voorbereid zijn voor de arbeidsmarkt. Het diploma dat ze halen is gelijkwaardig aan het diploma van het voltijds secundair onderwijs, maar zij verwerven hun vaardigheden voor het grootste deel op de werkvloer.

De Antwerpse scholen moeten een proactief en onderbouwd beleid voeren tegen (seksuele) intimidatie, pesten én cyberpesten. Het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen wordt voortrekker als het gaat over ‘netiquette’ en maakt leerlingen weerbaar op het internet. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan het psychisch welzijn van kinderen, onder andere door het bespreekbaar maken van problemen en de drempel om een beroep te doen op de geestelijke gezondheidszorg te verlagen. Uiteraard mag dit niet allemaal op de leerkrachten terechtkomen. De belangrijkste verantwoordelijkheid is hier weggelegd voor de ouders.

We ijveren voor een opwaardering van onze leerkrachten. Meer dan vroeger moet de leerkracht van verschillende markten thuis zijn. Die multi-inzetbaarheid en flexibiliteit mag niet vanzelfsprekend zijn. We zien zelfs nog te veel dat leerkrachten, net zoals hulpverleners, bliksemafleiders zijn voor agressie door leerlingen of ouders. Leerkrachten kunnen rekenen op ondersteuning van de stad via de opgezette ‘wijkwerking op maat’.

Omdat we willen dat ouders de prestaties van hun kinderen op school mee opvolgen, volgen we hun aanwezigheid op oudercontacten strikter op. Indien er buitenschoolse moeilijkheden zijn, kan dit vanuit de ‘wijkwerking op maat’ tijdelijk mee opgevolgd worden. De lokale hulpverleners zullen ouders wijzen op hun verantwoordelijkheden met betrekking tot het welzijn en de resultaten van hun kinderen.

De Antwerpse scholen sensibiliseren jongeren om meer aan lichaamsbeweging, (denk-)sport en cultuurbeleving te doen. We moedigen daarbij samenwerking met de lokale verenigingen aan. Onze scholen werken mee aan het preventiebeleid over roken, alcohol, drugs, (over)gewicht, internetverslaving en pestgedrag.

We maken werk van nog meer veilige schoolomgevingen. We hebben aandacht voor verkeerseducatie met de 3 E’s, namelijk engineering (betere fietspaden en oversteekplaatsen), enforcement (toezicht, al dan niet door de politie) en education (verkeerseducatie in handen van gespecialiseerde partners). We hebben reeds een aantal projecten opgezet die hun succes meer dan bewezen hebben en willen daar dan ook mee doorgaan. Ons project Route2School, met een applicatie die schoolroutes in kaart brengt, schoolstraten en de speelweefselplannen zijn enkele van de instrumenten die de negen districten en de stad aanwenden voor veilige schoolomgevingen.

1.2.2Door ondernemende studenten

Antwerpen is een studentenstad. Het studentenleven bruist hier en dat kunnen we alleen maar aanmoedigen. Voor de N-VA is de aanwezigheid van studenten in de binnenstad en op de buitencampussen een verrijking met groot economisch, maatschappelijk en cultureel potentieel. De N-VA gelooft in sterke studenten, die hun weg zoeken en zich organiseren in studentenclubs en verenigingen.

Het rijke studentenleven zorgt tegelijkertijd voor plezier en risico’s op overlast voor de vaste bewoners. De veiligheid van zowel inwoners als studenten kan verbeterd worden door een billijke spreiding van evenementen en activiteiten van en door studenten, om zo de stad voor iedereen leefbaar te houden. Er wordt ingezet op meer voorlichting en slimme oplossingen in de inrichting van de uitgaanszones (Safe Party Zones).

Dankzij het doop- & feestcharter voor alle studenten hoger onderwijs, bevestigt de studentenpopulatie jaarlijks haar engagement om Antwerpen als leefbare woon- én studentenstad hoog in het vaandel te dragen. Om onnodige overlast te vermijden, ijveren we ervoor dat onze studenten voldoende en passende locaties ter beschikking hebben voor feesten en cantussen. Dankzij deze initiatieven verloopt de relatie tussen buurtbewoners, lokale politie en studenten optimaal.

Voor kotstudenten moet de stad een veilige thuis van huis bieden. De stad blijft dan ook toezicht houden op de kwaliteit en veiligheid van onze studentenhuisvesting. Zo verzekeren we de uitbouw van de kwaliteitslabels om de zoektocht naar een veilig kot te vergemakkelijken. Daarnaast geven we studenten de mogelijkheid om onveilige panden anoniem te melden. Dankzij deze initiatieven creëren we een veilige huurmarkt. Bovendien is een goede en evenwichtige inbedding in de buurt broodnodig. Een overconcentratie van studentenhuisvesting alleen is immers niet bevorderlijk voor de leefbaarheid van onze stad.

Het hoger onderwijs moet een aantrekkingspool blijven voor talent van over de hele wereld. De academie met onder meer de modeafdeling, de Hogere Zeevaartschool, de hogescholen en de universiteit Antwerpen brengen talentvolle jonge mensen uit binnen- en buitenland naar de stad. De stad zal deze instellingen koesteren en ondersteunen en de studenten een thuis bieden zodat ze ook na hun studietijd hier willen blijven wonen en werken.

Het hoger onderwijs moet bedrijfsgerichter werken en al tijdens de opleidingsfase het bedrijfsleven betrekken. De nieuwe studierichting Internet of Things aan de UA is een prima voorbeeld. Door een sterkere samenwerking met de chemiesector kunnen studenten hun opleiding niet alleen afronden met alleen een diploma op zak, maar mogelijk ook met een job. De stad stimuleert deze grotere koppeling tussen onderwijs en praktijk, door met het bedrijfsleven een samenwerking op te zetten rond werktrajecten, stageopleidingen, onderwijsprogramma’s en lessen in ondernemerschap voor het hoger onderwijs. Zo zetten we in op het benutten, behouden en aantrekken van talent naar onze stad en stimuleren we studenten via Gate 15 naar ondernemerschap.
De stad faciliteert het fundamenteel en wetenschappelijk onderzoek dat in de verschillende onderwijsinstellingen gebeurt, en zoekt mee naar creatieve oplossingen om de resultaten van dit onderzoek toepasbaar te maken voor economie en samenleving.

Onze creatieve opleidingen zoals mode, theater, design en productontwikkeling zetten het innovatieve karakter van onze stad in de verf en zetten Antwerpen internationaal op de kaart. Antwerpen is dankzij die opleidingen niet alleen een slimme, maar ook een creatieve stad. De stad zet in op de wisselwerking tussen deze creatieve opleidingen en de andere actoren zoals ondernemers, stad, onderwijs … in onze stad.

1.3 Door ruimte te geven aan ondernemers

Antwerpen is de motor van de Vlaamse economie en de basis voor het welzijn van elke Antwerpenaar. Onze sterke economie en industrie, onze wereldhaven, onze schitterende diamanthandel en ons toerisme zijn trekkers die we inzetten om Antwerpen wereldwijd te promoten.

Antwerpen is trots op haar ondernemers, want het zijn onze ondernemers die werk en welvaart in onze stad creëren. Voor de N-VA zijn ondernemers sterke partners. Dit bestuur heeft terug de lijnen opengelegd met ondernemers, omdat wij geloven dat zij mee de stad maken. We geven hen alle kansen om zich hier te vestigen, om te investeren, om te groeien. Dit doen we door de ondernemers te horen en te laten meedenken, door vereenvoudigde en verlaagde belastingen, door hen te begeleiden naar een geschikte vestigingsplaats en door onze stad bereikbaar te houden en klaar te maken voor de mobiliteit door morgen. We zorgen ervoor dat een ondernemer zich bezig kan houden met ondernemen in plaats van met administratieve rompslomp.

Antwerpen is een vat vol belevenissen en mogelijkheden, waarmee we wereldwijd kunnen uitpakken. Antwerpen kent een rijke geschiedenis, heeft prachtige historische gebouwen en een bijzonder cultureel erfgoed. Denk maar aan onze Nello en Patrasche. Hiermee trekken we toeristen van over de hele wereld aan. Historische en unieke stadsgezichten en attractiepolen willen we beschermen, restaureren en promoten. Nationale en internationale retailers noemen Antwerpen hun favoriete winkelstad. De faam en aantrekkingskracht van onze mode- en shoppingstad reikt tot ver over de landsgrenzen. Tienduizenden shoppers zakken dagelijks af naar Antwerpen, op zoek naar modehuizen, charmante boetieks en populaire ketens. Alle segmenten zijn in Antwerpen vertegenwoordigd: van experimenteel tot haute couture.

Antwerpen bouwt aan de stad van morgen, dankzij ons innovatief ecosysteem vol slimme oplossingen. Zo trekken we (internationale) ondernemers, investeringen en merken aan, maar ook bezoekers en bollebozen. Onze ondernemers zijn niet bang van innovatie en wij ook niet, integendeel. We geloven dat innovatieve, slimme oplossingen onze economie nog kunnen versterken.

1.3.1Door een aantrekkelijk investeringsklimaat

Als stad willen we bedrijven toeleiden naar plaatsen waar ze zich kunnen vestigen, groeien en verankeren. We schuiven strategische groeilocaties naar voren en brengen ontwikkelaars en ondernemers samen. We begeleiden en stimuleren ondernemers om in Antwerpen te investeren.

We zetten in op clustering van zowel industriële en ambachtsfuncties als van handelsfuncties. Met een verstandig vergunningsbeleid geven we ondernemers de vrijheid om te ondernemen en begeleiden we hen naar locaties ter bevordering van dergelijke kernclustering. Dit doen we vanuit een gecoördineerde visie waarbij we alle consequenties van een vestiging nauwkeurig in kaart brengen om het risico  op verlinting in te dijken en de mobiliteits- en milieueffecten maximaal te ondervangen.

De bedrijvenlocaties Blue Gate, Katwilgweg, Luchthaven Antwerpen, Ter Beke en Spoor Oost worden verder ontwikkeld en ingevuld. We herwaarderen bestaande bedrijventerreinen en zullen leegstaande bedrijfsgebouwen en sites opnieuw invullen. We stimuleren tijdelijke invullingen als coworkinglocatie en atelierruimtes in afwachting van een permanent hergebruik.

Door bedrijven en investeringen aan te trekken creëren we werkgelegenheid dicht bij de stad, dicht bij huis. De maakindustrie, bijvoorbeeld in 3D-printen, biedt hier nog veel onontgonnen potentieel.

We blijven handelaars-, horeca- en bedrijvenverenigingen ondersteunen, niet enkel financieel maar ook via onze centrum- en horecamanagers en het bedrijvenloket. We spelen in op de vragen en noden en werken verbeteringstrajecten uit.

We bestrijden leegstand bij winkels en bedrijfspanden. De eigenaars worden aangesproken en betrokken bij oplossingen. Zo zetten we de Winkeldokter geregeld aan het werk om eigenaars die hun handelspand niet verhuurd krijgen met raad en daad bij te staan. Zowel in het stadscentrum als in alle districten kunnen we op deze manier zorgen voor bedrijvige kernen. We koppelen hieraan een programma dat wonen in de leegstaande ruimtes boven de winkels promoot om een gezonde mix tussen het residentiële en het commerciële te bekomen in onze handelskernen.

We zetten verder in op economische diplomatie. Het stadsbestuur is de handelsreiziger, onze stad en onze ondernemingen zijn het product dat we in de etalage zetten op plaatsen waar nog onbenut potentieel is. We bundelen de krachten met Flanders Investment & Trade, Toerisme Vlaanderen, Antwerp Headquarters en het Havenbedrijf om Antwerpen nog sterker op de kaart te zetten in het buitenland.

Antwerpen zal zich als economische hoofdstad van Vlaanderen meer richten op Nederland. We gaan voor een goede samenwerking met Rotterdam, de Noord-Brabantse steden en Zeeland. We wisselen ervaringen uit met deze stadsbesturen en ontwikkelen gemeenschappelijke initiatieven en samenwerkingen. Als stadsbesturen leren we van elkaars sterktes.

We trekken buitenlandse investeringen aan die in eigen stad voor jobs en welvaart zorgen. We trekken ook menselijk kapitaal aan, studenten en bezoekers die op langere termijn een meerwaarde zijn voor de Antwerpse stadsgemeenschap.

De papierwinkel moet, zowel voor het opstarten van een nieuwe zaak als voor bestaande ondernemers, zo eenvoudig mogelijk zijn. We hebben de afgelopen jaren heel wat stappen gezet in het optimaliseren van de dienstverlening en administratieve vereenvoudiging voor ondernemers. We blijven werk maken van een bredere digitale dienstverlening, zodat ondernemers geen kostbare tijd verspillen aan administratieve rompslomp. Ons performant Bedrijvenloket staat ten dienste van elke ondernemer.

De N-VA staat voor participatie en partnerschap van de Antwerpse ondernemers. We betrekken ondernemers actief bij het beleid en bij de uitvoering van maatregelen die op hen betrekking hebben. Dit doen we door nog meer in te zetten op de overkoepelende adviesraad voor alle ondernemers.

We richten een stadsmarketingfonds op om bedrijven te laten investeren in concrete producten en evenementen die ons verhaal van Atypisch Antwerpen onderstrepen en kunnen bijdragen aan de nationale en internationale uitstraling van de stad.

1.3.2Door te focussen op onze stuwmotoren en groeipolen

1.Handel en horeca geven uitstraling aan de stad

Samen met onze ondernemers promoten we Antwerpen als creatieve en ondernemende mode- en winkelstad, waar bovendien ook nog wat te beleven valt. Want net dat maakt Antwerpen zo a-typisch aantrekkelijk. Het unieke, gevarieerde shoppingaanbod, in combinatie met een uitgebreid cultureel, historisch, artistiek en evenementieel aanbod is uitzonderlijk.

De Antwerpse detailhandel en horeca oefenen een bijzondere aantrekkingskracht uit op tal van bezoekers aan deze stad. Deze aantrekkingskracht blijven we versterken door ondernemers maximaal te ondersteunen en hen te betrekken bij de heraanleg van straten en de opstart van handelaarsverenigingen en promotiecampagnes.

Wegens het geweldige succes willen we in overleg met de sector de winkelzondagen en/of openingsuren nog verder afstemmen op de noden van de klant.

We maken samen met de districten en handelaars actieplannen op voor de handelskernen. Daarbij gaan we uit van drie speerpunten: veiligheid, bereikbaarheid en aangename winkelstraten.  Met het district Antwerpen maken we bijvoorbeeld een actieplan op voor de handelskern in Antwerpen- Noord. Met de heraanleg van de Handelsstraat hebben we hierin al een eerste stap gezet. Ook voor de Kioskplaats in Hoboken, de Herentalsebaan in Deurne, het winkelcentrum in Ekeren, de Kapelsesteenweg in Ekeren-Mariaburg, de Bredabaan in Merksem … maken we zo’n actieplannen op.

Zowel in het centrum als in de districten zetten we in op buurtwinkelen, waarbij we shoppers stimuleren om bij hun lokale handelaars te winkelen.

De bourgondische aard van de Antwerpenaar, de cultuur van gezellig samen eten en drinken, wordt als troef uitgespeeld. Het succes van de Smaakmeesterscampagne zetten we verder in samenwerking met onze horeca.

De toelage voor de renovatie van handelspanden stimuleert handelaars om te investeren in hun gebouwen. Dit komt het straatbeeld en de uitstraling van Antwerpen als winkelstad ten goede.

Ondernemers en investeerders kunnen blijven rekenen op onze leegstandsmetingen van de Antwerpse winkelstraten en de meting van de horecakernen. We blijven een proactief leegstandsbeleid voeren en zorgen zo samen met de ondernemers en pandeigenaars voor levendige kernen.

We gaan verder met de passantentellingen. Daaruit kunnen nieuwe investeerders vitale informatie putten voor de vestiging van hun toekomstige zaak.

Markten, foren, pop-ups en evenementen moeten de toegankelijkheid en zichtbaarheid van de bestaande handelszaken in die omgeving vrijwaren. Er moet ook een gelijk speelveld zijn tussen de tijdelijke zaken en kramen en de gevestigde handelszaken.

De 28 bestaande markten worden grondig geëvalueerd. We streven vernieuwing na van onze markten door een aantrekkelijker aanbod en door eventueel aangepaste openingsuren in de namiddag en de avond te voorzien. Daarom krijgen de stad en districten de mogelijkheid om markten in concessie te geven aan private organisatoren, zodat ze beter kunnen afgestemd worden op de verwachtingen van de bewoners. We moeten ook de bestaande locaties in vraag durven stellen en voluit gaan voor een diverser aanbod. Hierbij worden de bewoners betrokken.

In het kader van eerlijke concurrentie en administratieve vereenvoudiging voor ondernemers herwerken we de verschillende vergunningen tot één ondernemingsvergunning. De regels voor inrichtingen zoals gokkantoren, belwinkels, massagesalons, shishabars en andere overlastgevoelige en risicovolle handelszaken worden verstrengd. We houden samen met andere overheidsdiensten streng toezicht op de naleving van de reglementering voor bedrijven en handelaars.

Bedrijven, handels- en horecazaken mogen zo min mogelijk hinder ondervinden van werken. Wij organiseren dit via één aanspreekpunt: een plek waar handelaars en bewoners terechtkunnen met al hun vragen en meldingen. Daarnaast wijzen we handelaars die het moeilijk hebben, de weg naar de mogelijkheden voor ondersteuning tijdens de werken, zoals vermindering of schrapping van terrasbelasting, de hinderpremie, uitstel van betaling van belasting en sociale zekerheidsbijdragen en steun voor handelaarsverenigingen.

2.Toerisme is een belangrijke economische sector

Antwerpen is een aantrekkelijke en atypische stad om te bezoeken. Zowel dagtoeristen als verblijfstoeristen zijn zeer welkom in onze stad. Onze doelgerichte nationale en internationale promotiecampagnes zijn online te zien, in het straatbeeld en in belangrijke nationale en internationale transporthubs. De promotiecampagnes vertrekken steeds vanuit hetzelfde idee: Antwerpen is een vat vol belevingen. In dit bruisende vat kan je eindeloos shoppen, staat er elke dag iets op de culturele agenda, heb je een zeer brede waaier aan goede cafés en restaurants en is er steeds wel één of ander boeiend, warm, sportief evenement. 
We zetten in op een modern en efficiënt fysiek en digitaal toeristisch onthaal. Aan de ene kant van de Via Sinjoor wordt het Steen omgevormd tot het nieuwe toeristische onthaal, compleet met een nieuwe cruiseterminal, een bijhorend nieuw Scheldeponton en een interactief belevingscentrum voor zowel bewoners als bezoekers. Het Steen is meteen het startpunt voor vele, ook watergebonden, toeristische activiteiten.

Het ponton Van Dijck aan het Steenplein wordt vernieuwd en vergroot om nog beter dienst te doen als stop- en aanmeerplaats voor de overzetboot naar Linkeroever, de Waterbus en toeristische rondvaartboten. Dit nieuwe onthaal- en cruiseponton geeft een nieuwe impuls aan het cruisetoerisme.

De omgeving van het Steenplein krijgt een opwaardering en we leggen de goed bewaarde structuur van de verdwenen Sint-Walburgiskerk bloot.

We voorzien enkele goed bereikbare op- en afstapplekken voor toeristenbussen op wandelafstand van het centrum.

We zorgen ook aan de andere kant van de ‘Via Sinjoor’ voor een aantrekkelijk toeristisch onthaal in het Centraal Station met meer ruimte voor promotie van onze stad. Samen met de NMBS bekijken we hoe we van ons prachtige Centraal Station nóg meer een toegangspoort tot Antwerpen kunnen maken.

We zetten in op nichetoerisme met een focus op jongeren, diamant en mode.
Op de site Middenvijver bouwen we een nieuwe, moderne stadscamping met ruimte voor alle vormen van kamperen, inclusief kampeerauto’s. Hier zullen ook trekkershutten en groepsverblijven beschikbaar zijn voor jonge globetrotters. De uitbating van deze camping zal uitbesteed worden aan een private partner.

De stad blijft werken aan een breed aanbod van logietypes, van 5 sterren tot jeugdhostels, van boetiekhotels tot B&B bij bewoners … Uiteraard verwachten we dat iedereen hier de regels in het kader van veiligheid en de aangifteplicht volgt, zodat alle uitbaters zich op een eerlijke manier in de verblijfsmarkt positioneren.

We sporen hotels en andere logie-aanbieders aan om te zorgen voor passende voorzieningen voor mensen met een beperking, voor fietsende toeristen …

We promoten zowel overheidsinitiatieven als private toeristische attracties zoals de vele musea, DIVA, onze kathedraal en historische kerken, de Zoo, Comics Station, The Chocolate Experience, het belevingscentrum van brouwerij De Koninck en nog zo vele andere. We stimuleren de samenwerking tussen deze attracties, de musea en de beheerders van monumenten in onze stad.
Antwerpen is een open en tolerante stad die  bekend staat als gayvriendelijk. Dit onder meer dankzij een uitgebreide gaybeweging, verenigd in het Roze Huis. De Antwerp Pride is uitgegroeid tot een groots evenement, met onder andere de deelname van het Antwerpse politiekorps. We blijven dit belangrijke evenement met vele bezoekers uit binnen- en buitenland ondersteunen. Samen met Active Company blijven we internationale sportevenementen voor de holebigemeenschap organiseren en promoten.
We bouwen Antwerpen verder uit als dé bestemming voor congressen en beurzen in Vlaanderen. Samen met het Antwerp Convention Bureau zet de stad zich in op het aantrekken van zakelijk toerisme. We benutten de bestaande congresinfrastructuren en zorgen voor een groter beursaanbod met alle mogelijke faciliteiten.
We positioneren ons als innovatieve hub die vlot bereikbaar is vanuit alle grote Europese steden. De aanwezigheid van de universiteit en het Tropisch Instituut spelen een belangrijke rol bij het aantrekken van meerdaagse congressen door associaties.
De goede contacten met de toeristische sector blijven we behouden door structurele overlegmomenten in te plannen. Zo blijven we op de hoogte van belangrijke veranderingen in de sector en spelen we via de juiste maatregelen hierop in. Tegelijk blijft de sector ook op de hoogte van grote stadsprojecten zodat zij hierop kunnen anticiperen.

We ondersteunen toeristische rondritten met een verstandig gunningsbeleid en kijken met een frisse blik naar alle mogelijke aanbieders.

Er komt een molen vlak bij de Hobokense Polder, dit versterkt de toeristische attractie en het verhaal van Nello en Patrasche.

Met de initiatiefnemers van Het Luchtvaartmuseum, Museum Stampe & Vertongen en het Vlaams Tram en Autobus Museum, waarvan in 2019 de restauratie van hun beschermde loods zal beëindigd zijn, wordt bekeken hoe we hun unieke collecties beter kunnen ontsluiten als toeristische trekpleister in onze districten.

We stellen de Vesting Antwerpen met haar omliggende fortengordels meer in het licht. In samenspraak met de eigenaars en andere overheden werken we aan een betere bestendiging en ontsluiting van dit geheel aan historisch en natuurlijk erfgoed, onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van Antwerpen als garnizoensstad.

In samenwerking met de districten zetten we verder in op het fiets- en wandeltoerisme. We werken lokale en groene toerismeprojecten uit, die zowel de Antwerpenaren als de toeristen stimuleren om buiten te komen en de stad en zijn omgeving te voet of met de fiets te verkennen. Districten worden aangemoedigd om hun toeristische troeven uit te spelen.

3.De haven verbindt de stad met de wereld

De haven van Antwerpen groeide in de Gouden Eeuw uit tot een welvarende en toonaangevende wereldhaven. Antwerpen staat nu voor een nieuwe Gouden Eeuw en daarin speelt onze haven opnieuw een uiterst belangrijke rol. Onze haven creëert werk en welvaart. Onze haven zorgt voor 150.000 (in)directe jobs en vestigt record na record. We kunnen niet blijven stilstaan, want stilstaan is achteruitgaan. Daarom moeten we voor onze haven alle kansen benutten en moeten we onze internationale concurrentiepositie verstevigen.

Het Havenbedrijf en de stad moeten via hun beleid ondersteunend werken voor de havenondernemingen en nieuwe bedrijven en investeringen aantrekken, die zich willen vestigen in onze veelzijdige wereldhaven. We moeten de haven ruimte geven om te investeren. Hierbij staan klantvriendelijkheid en oplossingsgericht denken uiteraard centraal.

De haven van Antwerpen zorgt voor een enorme toegevoegde waarde. Deze willen we bestendigen door te blijven focussen op industrie en logistiek, naast containeroverslag. We willen onze grote petrochemische cluster bestendigen en versterken.

De realisatie van een nieuw dok voor extra containercapaciteit in de Antwerpse haven is uiterst belangrijk. Nu de capaciteitsgrens bijna is bereikt, moet de nodige robuuste infrastructuur snel worden verwezenlijkt. Bovendien moet werk gemaakt worden van inbreiding binnen de huidige grenzen van de haven.

De werking van het Loodswezen wordt geoptimaliseerd op basis van de aanbevelingen uit de uitgevoerde audit. Syndicale acties mogen niet langer leiden tot het blokkeren van de Antwerpse haven.

We ondersteunen initiatieven die de band tussen de Antwerpenaren en hun haven versterken. We maken de Antwerpenaar weer fier op zijn haven!

Het werk rond de wet Major is niet af, want er is nog geen oplossing voor alle bedrijven in het havengebied. Vooral logistiek en e-commerce zijn sectoren waarvoor nog aanpassingen nodig zijn.

Er wordt nog meer ingezet op multimodale ontsluiting van de Antwerpse haven. Het havenverkeer heeft nood aan betere verbindingswegen. De Oosterweelverbinding is hierin cruciaal, net als de versterking van de R2 en de tweede Tijsmanstunnel. Er moeten nog meer ambitieuze doelstellingen rond de modal shift komen, zowel voor personen- als voor goederenvervoer. In onze concessiepolitiek leggen we hiervoor dan ook de nodige eisen op.

Om de modal shift voor het goederenvervoer verder te zetten, werken we samen met de Vlaamse en federale overheid om de binnenvaart-, spoor- en pijpleidinginfrastructuur te optimaliseren. We verhogen de bruggen van het Albertkanaal en realiseren de tweede spoorwegaansluiting van de Antwerpse haven, als verbinding met de IJzeren Rijn.

Het havengebied moet beter bereikbaar zijn via het openbaar vervoer. Om het woon-werkverkeer van de vele werknemers te verbeteren wordt in samenwerking met de grote bedrijven uit de haven en het Havenbedrijf een ‘Havenbus’ georganiseerd. Deze dienst zal verschillende bedrijfsbussen en pendelbusinitiatieven bundelen tot één performant, collectief en openbaar busnetwerk. Ook de Waterbus wordt verder uitgebouwd in de richting van belangrijke mobiliteitsknooppunten zodat de hele haven bereikbaar is. De treinverbindingen voor personenvervoer in de haven worden verbeterd.

We maken de haven klaar voor de toekomst. Met NxtPort wordt het potentieel van data in de haven ten volle benut. Deze gegevens worden gedeeld en gebruikt om de administratieve en logistieke stromen efficiënter te organiseren. Dit kan de logistieke stromen, administratieve processen en de mobiliteit aanzienlijk verbeteren.

De haven op de Linkerscheldeoever kende de laatste jaren een forse toename in (container)trafieken. Om deze groei te bestendigen, is het van belang dat de verschillende overheden en actoren samenwerken. Het beheer en bestuur van de volledige Antwerpse haven komen dan ook beter in handen van één havenbedrijf. Hierbij willen we de depolitisering die al is ingezet in het Havenbedrijf, verderzetten.

Met de fusie van Gent en Zeeland is het havenlandschap door elkaar geschud en dient ook Antwerpen zijn positie in de totale havenrange onder de loep te nemen. Een verregaande integratie van de havens van Zeebrugge en Antwerpen zou kunnen leiden tot een havencluster, die door een goede bundeling van krachten wereldwijd een sterke speler kan zijn. Daarvoor moeten we vanop beide locaties onze sterkste troeven en competenties uitspelen.

De efficiëntieoefeningen die we in de structuur van de groep Stad Antwerpen doen, trekken we ook door naar het Havenbedrijf en zijn dochters.

De haven behoudt zijn voortrekkersrol op het vlak van duurzaamheid en luchtkwaliteit en speelt deze verder uit. We benutten maximaal de ruimte die voorzien is in het havengebied voor  de plaatsing van windmolens; buiten het havengebied wordt onderzocht of men windmolens kan implementeren in stedelijk gebied. Ook blijft de haven inzetten op walstroom voor schepen, op LNG-bunkering en op de transitie naar circulaire, koolstofarme economie.

4.Diamant doet de stad schitteren

Antwerpen is het grootste diamanthandelscentrum ter wereld. Maar liefst 84 % van alle ruwe diamant en 50 % van alle geslepen diamant wordt via Antwerpen verhandeld, goed voor een jaarlijkse omzet van 48 miljard dollar. Diamant is goed voor 4,5 % van de Belgische export met een toegevoegde waarde van 1,5 miljard euro. De sector is goed voor 6.600 directe jobs in meer dan 1.700 diamantbedrijven en huisvest niet minder dan vier diamantbeurzen. Als stad willen we dan ook de diamantsector zo veel mogelijk blijven ondersteunen en dit zowel in de stad zelf als in de externe marketing van de stad. Diamant dient als iconisch aspect van de stad Antwerpen op toeristisch én economisch vlak te worden uitgespeeld.

De diamantwijk moet een attractieve en aangename uitstraling krijgen zodat het voor de meer dan 70 verschillende nationaliteiten die er handel drijven, een aangename plaats is om te werken en te vertoeven. We investeren in een heraanleg van de drie diamantstraten, zodat ze de grandeur en het iconische karakter van de Antwerpse diamant uitstralen. De straten worden méér dan zomaar handelsstraten en zetten aan tot verpozen en sociaal contact.

In het buitenland wordt ‘Antwerpen en Diamant’ nu al in één adem genoemd. Deze troef moeten we blijven uitspelen. De nieuwe DIVA-diamantbeleving wordt hét centrum waar toeristen en Antwerpenaren kunnen kennismaken met de 570 jaar oude diamantnijverheid in onze stad. DIVA heeft dan ook alle troeven om uit te groeien tot een kenniscentrum met internationale uitstraling.

We werken verder aan de internationale erkenning van Antwerpen als maatschappelijke en duurzaam verantwoorde wereldhoofdstad voor handel en diamant door de hoofdzetel van het, door de VN erkende, Cifal Flanders in Antwerpen te bestendigen. 

Om het leiderschap van Antwerpen als hoofdstad van de diamanthandel te behouden en de diamantbewerking te versterken, willen we inzetten op innovatie en nieuwe technologieën in de diamantsector: geautomatiseerd slijpen, online diamanthandel, snelle screening via diamantlaboratoria, opvolgen van de evolutie van de synthetische diamant …

We willen actief inzetten op de uitbreiding en promotie van het ‘Antwerp Most Brilliant'-kwaliteitslabel voor juweliers. Dit label geeft de consument op kwalitatief en ethisch vlak alle garanties.

1.3.3Door innovatie en slimme oplossingen

Onder de N-VA groeit Antwerpen uit tot dé Capital of Things. We zijn gestart met de creatie van een ambitieus, innovatief ecosysteem: een hecht netwerk van living labs, kennisinstellingen, incubatoren, industriële en digitale groeibedrijven, kapitaalverschaffers, corporates en internationale merken waar de stad van morgen wordt ontwikkeld. Antwerpen is de grootste Vlaamse proeftuin voor slimme technologie. De bedoeling van onze Capital of Things en ons innovatief ecosysteem is om slimme oplossingen te ontwikkelen voor praktische problemen van de stedelingen. Deze nieuwe technologieën en ondernemers geven nieuwe impulsen aan onze economie.

In ons Antwerps innovatief ecosysteem ligt de focus op vier domeinen: slimme logistiek, Industrie 4.0, Smart City en slimme mobiliteit. Rond deze vier componenten wordt samengewerkt door een netwerk van volgende groepen:

de Internet of Things-bedrijven, die werken rond open data, beveiliging, productontwikkeling en dergelijke;
starters die iets willen doen met informatie van het IoT zoals start-ups en groeibedrijven;
de onderzoeks- en kennisinstellingen: de universiteit van Antwerpen, imec …;
de faciliterende partners die financieren of infrastructuur en diensten ter beschikking stellen.

Antwerpen wordt een echt levend laboratorium waar jonge ondernemers en grote namen hun innovatieve toepassingen kunnen uitproberen. De Smart Zone rond de Nationalestraat is de eerste plaats waar je in Antwerpen de toekomst kan zien, maar de beste ideeën maken we zo snel mogelijk bruikbaar voor de hele stad.

We zorgen er als stad voor dat het netwerk van bedrijven, universiteiten en onderzoekscentra, start-ups, ontwikkelaars enerzijds de nodige infrastructuur en anderzijds alle data ter beschikking hebben, om innovatieve producten en diensten uit te testen.

City of Things gaat over meer dan de technologie op zich, het biedt ondernemers de kans om de behoeften van hun klanten te doorgronden en kan ervoor zorgen dat de producten of diensten aansluiten bij wat hun klanten verwachten. 

De vraag naar logistieke dienstverlening in onze stad neemt alsmaar toe en e-commerce is niet meer weg te denken uit onze economie. Dit staat tegenover een stad die we leefbaar en bereikbaar willen houden. Het innovatieve ecosysteem zoekt daarom samen met de logistieke sector, bouwfederaties, ondernemingen en dergelijke naar slimme oplossingen voor logistiek. We moedigen ondernemers aan om mee te surfen op de golven van de digitale revolutie. Initiatieven als ‘The Loop’ van RetailDetail, extra afhaalpunten van bouwbedrijven in de stadsrand en innovatieve binnenvaartoplossingen van Blue Line Logistics zijn inspirerende oplossingen voor ondernemers.

We gaan voluit voor Industrie 4.0 en promoten nieuwe technologieën en concepten in de wereld van fabrieken en machines. In de nieuwe industrie zijn alle onderdelen van een fabriek draadloos aangesloten op een netwerk en geven slimme machines aan wat ze maken en wat hun status is. In de creatieve werkplaats FabLab+ kunnen creatievelingen ideeën komen uitwerken en werken met 3D-printers, robots, lasers enzovoort. We stimuleren dat scholen hun leerlingen laten kennismaken met deze nieuwe technologieën.

Antwerpen wil een uitvalsbasis worden voor bedrijven die in het kader van Industrie 4.0 diensten en producten leveren aan de industrie zoals bedrijven die wisselstukken in 3D printen of die sensoren en slimme motoren maken voor machines.

BlueChem wordt dé incubator voor duurzame chemie. Op de Blue Gate-site biedt BlueChem de nodige infrastructuur zoals labo’s en kantoren en dienstverlening om innovatieve projecten uit te werken in de duurzame chemie, een domein dat nauw aansluit bij onze (petro)chemische cluster.

We maken de transitie naar circulaire economie. Grondstoffen worden niet telkens opnieuw uit de aarde gehaald, maar worden hergebruikt. Nieuwe producten maken, uit wat we vandaag nog als afvalstromen kennen, is de toekomst. Bedrijven die hier oplossingen bieden, zijn meer dan welkom in Antwerpen.

Antwerpen werkt aan de zelfredzaamheid van de Antwerpenaren

Door een efficiënt en toegankelijk zorgaanbod

Hulpverlening: terug naar de basis.

“Geef een man een vis dan heeft hij die dag te eten,
leer hem vissen en hij heeft zijn hele leven te eten”.

Een eenvoudige waarheid, die centraal hoort te staan in de hulpverlening en in ons sterk verzuild Vlaanderen misschien niet altijd evident is. Bij het toewijzen van opdrachten in het kader van hulpverlening wordt nog te vaak gekeken naar de politieke familie van de hulpverlener in plaats van naar de noden van de hulpbehoevenden. Wij draaiden die logica om. Zo konden we met een simpele marktbevraging het aantal openingsuren voor een inloopcentrum voor daklozen, verdrievoudigen. En dat door dezelfde sociale onderneming, voor dezelfde prijs. “De hulpbehoevende eerst”, trekken we trouwens door in alle aspecten van de hulpverlening.

In de vorige legislatuur werden drugsverslaafde daklozen ’s avonds weggestopt in een opvangcentrum en overdag ongemoeid gelaten in de stad. Dat gaf hen geen enkel perspectief op verbetering van hun situatie en zorgde voor veel overlast. Vandaag vangen we al meer dan 60 van deze mensen residentieel op. Ze hebben een vaste woonplaats en aangepaste zorg die stelselmatig wordt afgebouwd naarmate ze hun leven terug in handen kunnen nemen. Dat is een win-win voor dakloze en maatschappij. We geven geen vis meer. We leren vissen.

“De hulpbehoevende eerst!” betekent ook dat we de rotte appels die geen recht hebben op een uitkering of een sociale woning, uit de hulpverlening halen. We controleren als eerste OCMW in het land of mensen ook eigendommen en vermogen hebben in het buitenland voor we een sociale woning of uitkering toekennen. U wordt via de belasting om solidariteit gevraagd. De stad is verplicht om u maximaal te kunnen garanderen dat die solidariteit goed terecht gekomen is.

We heten nieuwe Vlamingen welkom, maar vragen hun wel onze waarden en normen te delen, onze taal te leren en onze gewoonten te respecteren. We nodigen hen uit bij te dragen aan onze samenleving, maar zeggen resoluut neen tegen diegenen die democratische waarden als vrijheid, gelijkheid van man en vrouw en respect verwerpen. Voor hen is er geen plaats in Antwerpen.

Hulpverlening is nooit vrijblijvend. We zitten mensen op de huid om hen de kracht te geven om aan zichzelf  te werken: ‘aanklampende zorg’ heet dat in het jargon. ‘Bemoeizorg’, mag ook. Sommigen hebben in het leven meer nodig dan één zetje. Op ons kunnen ze rekenen.

We vertrekken steeds vanuit de sterktes en het potentieel van mensen en dat willen we versterken. Als gemeenschapspartij willen we dat íedereen meekan. We vinden het dan ook een kerntaak van de stad om mensen uit hun sociaal isolement en eenzaamheid te halen. Met onze wijkwerking gaan we voor een structurele aanpak, met de hele gemeenschap.

Door resultaatgericht sociaal beleid

Stad en OCMW zijn volledig geïntegreerd tegen 2019.

De stad zet in op een efficiënt en resultaatgericht sociaal beleid. Het verhogen van doorstroom, zelfredzaamheid en activering blijft prioritair. Als regisseurs van het sociaal beleid kiezen we steeds de beste dienst voor de beste prijs.

Het Nederlands is de enige voertaal bij contact van burgers met de stad, met kinderopvang, met scholen … We stellen als stad enkel nog tolken ter beschikking voor wie minder dan twee jaar in ons land is. Deze tolk wordt in principe betaald door de gebruiker: eerst een symbolische bijdrage en later het volledige bedrag.

Onze ‘ketenaanpak’ wordt dé methode om armoede te voorkomen en aan te pakken. We doorprikken het verkokerde hulpverleningsmodel waarbij elke hulpverlener vanuit zijn of haar expertise de cliënt ondersteunt en doorverwijst naar de volgende. Hulpverleners bespreken samen concrete oplossingen voor de Antwerpenaar met problemen. De stad neemt hierin het voortouw en zorgt dat de juiste hulpverleners als één team rond de zorgvrager werken.

Armoede voorkomen blijft prioritair. We bouwen dan ook het X-stra team verder uit. Zij hanteren een aanklampende aanpak in functie van zelfredzaamheid en het creëren van opwaartse mobiliteit. Door vroegtijdig armoede, bijvoorbeeld veroorzaakt door langdurige werkloosheid, te voorkomen trachten we de vaak neerwaartse spiraal waarin mensen terecht komen, te doorbreken.

Antwerpenaren die al minstens 10 jaar in de stad wonen en bijdragen, die onverwacht in een precaire armoedesituatie terecht zijn gekomen en niet meer activeerbaar zijn, kunnen rekenen op een aanvullende steun bovenop het leefloon.

Om de opwaartse sociale mobiliteit van leefloners op te krikken zal steeds bekeken worden of er naast de reeds bestaande trajecten een vorm van gemeenschapsdienst kan worden vereist. Dat kan gaan over toezicht in schoolrefters, assistentie bij het oversteken, activiteiten ondernemen met senioren in een woonzorgcentrum enzovoort.

De ketenaanpak voor dak- en thuislozen wordt voortgezet. De capaciteit van Kadans Wonen wordt opgevoerd en de doorstroom wordt strak gemonitord. Na een tussentijdse evaluatie van de werking van het Zorghostel voorzien we een uitbreiding in hetzelfde gebouw tot 60 bedden. De werking van het Zorghostel blijft gericht op herstel en overlastreductie.

Er hoeft niemand op straat te slapen in Antwerpen. Het permanente opvangbeleid wordt gehandhaafd en vraag en aanbod worden op elkaar afgestemd. Er gaat extra aandacht naar het principe dat opvang een tijdelijk karakter moet hebben en uitsluitend wordt aangeboden als het noodzakelijk is. De focus op doorstroom en activering is een belangrijke voorwaarde om een efficiënt opvangbeleid te voeren.

In het pension Van Schoonhoven worden alle diensten rond dakloosheid gecentraliseerd.

De sociale restaurants blijven een belangrijk instrument tegen kinderarmoede. Omdat het niet de bedoeling is dat zij de markt verdringen kan er alleen een extra restaurant komen in buurten waar het aanbod onvoldoende is. We sensibiliseren lokale horecazaken om eenvoudige, goedkope en gezonde maaltijden aan te bieden.

Het bijzonder comité voor de sociale dienst kan in gevallen van taal- en leerachterstand leeflooncliënten met kleuters verplichten hun kinderen naar de kleuterschool te sturen.

Mensen met eigendommen in het buitenland worden actief opgespoord en verliezen hun recht op steun en een sociale woning. Ook voor andere vormen van fraude zoals domiciliefraude en zwartwerk voeren we de controles gevoelig op. Onterecht verkregen sommen zullen actief worden teruggevorderd.

De stad trekt de wijkwerking op maat verder door naar andere wijken. Wijkwerking op maat streeft naar een integrale, horizontale en beleidsdomeinoverschrijdende aanpak. Binnen diezelfde wijkwerking op maat houden onze stadsmariniers de vinger aan de pols in de verschillende wijken. Ze kennen de bewoners en weten wat er leeft. Ze brengen het stads- en districtsbestuur, de hulpdiensten, ondernemers, burgerorganisaties en particulieren samen en gaan op zoek naar raakvlakken. Op basis daarvan zet de stadsmarinier samen met de verschillende partners in de wijk initiatieven op om de leefbaarheid te verhogen.

Bewoners die zelf initiatieven nemen om bewoners samen te brengen, blijven we ondersteunen. ‘Stadsmakers’, onze projectenpot om gemeenschapsvormende activiteiten te ondersteunen, is helemaal gedecentraliseerd. De districten kennen de lokale noden het best en kunnen in het toekennen van de middelen eigen accenten formuleren.

Onze wijkwerking op maat wil werk maken van de bestrijding van eenzaamheid. Eenzaamheid is niet langer een ouderdomsprobleem, het is een uitdeinende olievlek met meerdere oorzaken. Onze stadsmariniers krijgen de dubbele opdracht om eenzaamheid te voorkomen en te bestrijden. De bestaande ontmoetingsplaatsen en evenementen moeten zo toegankelijk en laagdrempelig mogelijk georganiseerd worden. Daarnaast gaan de stadsmariniers samen met de partners in de wijk actief op zoek naar mensen in eenzaamheid en ontwikkelen ze activiteiten om hen terug meer te betrekken bij onze samenleving. We denken in eerste instantie aan een team enthousiaste vrijwilligers die een luisterend oor bieden, samen boodschappen willen doen of een goed gesprek houden, dat de stilte kan doorbreken.

Het detecteren van eenzame ouderen is niet eenvoudig en vereist samenwerking van alle mensen die de oudere omringen. De huisarts, thuisverpleging, mantelzorgers en buurtbewoners kunnen aanvoelen wanneer iemand eenzaam is en moeten dit eenvoudig kunnen melden. We professionaliseren het meldpunt ‘Meld Isolement’. Dit is niet ‘zomaar een meldpunt’, maar een netwerk van hulpverleners dat vanuit hun expertise snel en deskundig kan ingrijpen. Ook hier gelden de principes van onze ketenaanpak voor de hulpverlening.

We vragen de districten extra aandacht te hebben voor de problematiek rond vereenzaming. Dit kunnen ze doen door in de gedecentraliseerde subsidie ‘Stadsmakers’ extra aandacht te geven aan projecten en activiteiten die eenzaamheid willen aanpakken.

We lanceren een open oproep in de strijd tegen vereenzaming. We roepen het sociale middenveld, sociale ondernemers en het bedrijfsleven op om hier een actieplan rond te ontwikkelen. De stad zal daarvoor jaarlijks een aanzienlijk budget ter beschikking stellen.

De methodiek van open oproepen heeft voor innovatie gezorgd in de dienstverlening en geleid tot doorgedreven samenwerking in de sector van het sociaal ondernemerschap. We zetten deze werkwijze voort voor verschillende vormen van  dienstverlening en voor alle nieuwe projecten. In eerste instantie doen we dit voor begeleid zelfstandig wonen en voor een uitbreiding van het mobiel psychiatrisch team.

De stad lanceert een open forum van ondernemers om hen te overtuigen een sociaal engagement op te nemen. Dat kan gaan over activering en tewerkstelling, voedselbedeling, taalcursussen op de werkvloer enzovoort.

We ontwikkelen een toegankelijke en laagdrempelige toepassing om de sociale kaart, een overzicht van alle hulpverleners, te kunnen raadplegen via de smartphone.

Holebi’s en transgenders voelen zich 100% thuis in Antwerpen. We zetten in op sensibilisering tegen vooroordelen en treden hard op tegen mentaal en fysiek geweld ten opzichte van holebi’s en transgenders. De nieuwe Transgenderwet geeft transgenders dezelfde rechten als iedereen en maakt het voor hen mogelijk om zichzelf te zijn, zonder voorwaarden. We maken werk van een vlotte en klantgerichte uitvoering van de wet, bijvoorbeeld voor de wijziging van een identiteitskaart.

Door integratie en inburgering kan iedereen mee

We vragen niet aan nieuwkomers om hun verleden af te werpen, we vragen hen wél om onze gemeenschappelijke toekomst te delen. Om snel Nederlands te leren, om zich in te passen in ons waarden- en normenbestel en om snel aan het werk te gaan en zo actief mee vorm te geven aan de Vlaamse samenleving.

Via een open oproep voorzien we in bijkomende lessen Nederlands voor nieuwkomers.

Aan nieuwkomers wordt gevraagd om een Antwerps charter met grondrechten, vrijheden en plichten, gebaseerd op de nieuwkomersverklaring, te ondertekenen. Wie in Vlaanderen woont, werkt en leeft, wie participeert, neemt automatisch een Vlaamse identiteit aan. Die identiteit heeft een rijk verleden en maakt de Vlaming fier. Maar ze is veranderlijk en staat open voor invloeden. Ook dat typeert de Vlaming. Om dit dynamische, veranderlijke, open en transparante proces te laten gebeuren is een niet-onderhandelbaar kader van waarden, normen en vrijheden noodzakelijk. Nieuwkomers die dit verwerpen, vanuit eender welke extremistische visie, zijn hier niet welkom.

De A-kaart wordt opgewaardeerd tot een Antwerpse identiteitskaart, de pAs. Elke nieuwkomer die een inburgeringstraject heeft doorlopen, heeft recht op de pAs. Een belangrijke voorwaarde voor nieuwkomers om deze kaart te verkrijgen, is om bij het beëindigen van het inburgeringstraject, het Antwerps charter met grondrechten, vrijheden en plichten te erkennen en te ondertekenen.

De stad volgt de filosofie van de OESO, die stelt dat nieuwkomers beter integreren in kleinere gemeenschappen. In heel wat steden, waaronder Antwerpen, is het absorptievermogen immers overschreden en is het draagvlak om vluchtelingen op te vangen en in te burgeren weg.

Nieuwkomers leren sneller Nederlands als zij ook buiten de les gestimuleerd worden om te oefenen. We stimuleren dan ook initiatieven in (brede) scholen, bibliotheken, taalkampen voor kinderen en jongeren, Stadsklap, cultuurhuizen, buddywerking en ga zo maar door.

We verplichten iedereen die een leefloon ontvangt en het statuut heeft van rechthebbende inburgeraar, tot het effectief volgen van een inburgeringscursus.

Ons welvaartsmodel dat gestoeld is op een gezin met tweeverdieners, wordt van meet af aan in de cursussen maatschappelijke oriëntatie geduid. In die cursussen  wordt specifieke aandacht gegeven aan de activering van vrouwen en moeders.
Het inburgeren van nieuwkomers is echter niet voldoende, ook het samen-leven van vele verschillende nationaliteiten, religies, gemeenschappen – met andere woorden: de reeds aanwezige diversiteit – zorgt voor maatschappelijke uitdagingen. Wij voeren dan ook een inclusief integratiebeleid om te voorkomen dat bepaalde groepen geïsoleerd raken of om groepen uit hun isolement te halen. We vermijden de uitbouw van parallelle samenlevingen via aparte reglementen en structuren. Het doel van ons integratie- en inburgeringsbeleid is dat eenieder kan deelnemen aan onze gemeenschap en dat  de sociale samenhang in de stad en zijn wijken wordt versterkt. We vragen om tijdens religieuze plechtigheden de preken in het Nederlands te houden, zodat er geen twijfel bestaat over de inhoud ervan.
Door de nefaste dynamiek van huwelijksmigratie begint het integratieproces elke generatie opnieuw. Bovendien leiden heel wat gearrangeerde huwelijken tot echtelijke spanningen en intrafamiliaal geweld. We stappen dan ook actief mee in campagnes en acties om te sensibiliseren rond huwelijksmigratie. De nadruk ligt hierbij op informatie, sensibilisering, ontraden en emancipatie.

Wie ons nodig heeft, kan zeker op ons rekenen. Maar misbruik pakken we daadkrachtig aan. We waken erover dat iedereen correct is ingeschreven als inwoner en geven aan het stadspersoneel een opleiding over het herkennen van identiteitsfraude.

Door een efficiënte zorgorganisatie

Binnen zijn of haar zorgtraject is het belangrijk dat de burger de weg vindt naar alle zorg, hiervoor dient te worden ingezet op een multidisciplinaire aanpak met afstemming tussen de verschillende zorgactoren. Om dit te garanderen, neemt de stad de regie over de organisatie van de eerstelijnszorg in handen.

In alle beleidsdomeinen hebben we aandacht voor het thema gezondheid. Een goede gezondheid draagt immers bij tot het welzijn van mensen en hun deelname aan het maatschappelijk leven. We zetten als stad in op het bevorderen van een gezonde levensstijl, op ziektepreventie en op het toegankelijker maken van eerstelijnszorg.
We maken van Antwerpen een hartveilige stad. Samen met het Rode Kruis Vlaanderen, het Vlaamse Kruis en andere partners starten we een traject op om mensen te sensibiliseren, opleidingen in reanimatietechnieken te promoten en meer defibrillatoren te plaatsen op locaties waar de aanrijtijden van de MUG langer zijn en er opgeleide gebruikers aanwezig zijn.

Onze gezondheidszorg heeft continu nood aan bloedproducten.  Ook de vraag naar organen voor transplantatie blijft stijgen. Om tegemoet te komen aan deze vraag, is er nood aan sensibilisering en aan locaties om bloedinzamelingen te organiseren. Daarom  motiveren we onze inwoners via de stedelijke communicatie kanalen om bloed te geven en om zich als donor te registreren. Daarnaast gaan we via de stad zo veel mogelijk locaties ter beschikking stellen waar bloedinzamelingen  kunnen worden gehouden.
We rollen zorgprotocollen voor kwetsbare groepen en chronisch zieken uit binnen de hele stad Antwerpen. Een zorgprotocol biedt ondersteuning aan de eerstelijnszorg om beter om te gaan met kwetsbare doelgroepen met chronische aandoeningen.

We voorzien stimuli om de vestiging van groepspraktijken te bevorderen. Op die manier werken we het huisartsentekort weg.

De stad zal de toelage aan Domus Medica optrekken om de ondersteuning van huisartspraktijken in heel Antwerpen mogelijk te maken.

We ontwikkelen, vanuit een doorgedreven omgevingsanalyse en in overleg met betrokken actoren, een zorgstrategisch plan in functie van onze (toekomstige) zorgbehoefte, als onderdeel van het stedelijk meerjarenprogramma. De groei van rusthuisbedden, assistentiewoningen en uren thuiszorg wordt hieraan afgemeten.

Door zo lang mogelijk thuis te wonen in een leeftijdsvriendelijke omgeving kunnen onze senioren actief ouder worden. We waarderen en versterken de zelfredzaamheid van onze senioren. De zorgoplossingen zijn steeds meer op maat: thuiszorg, thuisverpleging, mantelzorg en ondersteunende technologie. Zorgbedrijf Antwerpen is wat dat betreft een voorloper.

Onze senioren kunnen hun eigen zorg organiseren, dankzij een uitgebreid en kwalitatief aanbod aan dienstverlening en toegankelijke informatie. Zorginnovatie, e-health instrumenten en ketenzorg zijn belangrijke instrumenten in een inclusief beleid voor onze kwetsbare ouderen.

Een juiste inname van geneesmiddelen is essentieel voor een goede gezondheid, zeker voor wie verschillende medicijnen moet combineren. In 2018 start een project over medicatieschema's in de Antwerpse Zuidrand, waarbij (huis)artsen en apothekers de correcte inname van medicatie opvolgen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek bekijken we welke rol de stad hier verder in kan opnemen.

We stimuleren nieuwe woon- en opvangvormen zoals kangoeroewonen, zorgwonen, cohousing met ondersteuning van dienstencentra, centra voor dagverzorging of nachtopvang en Woonzorgzones waar noden en aanbod op mekaar zijn afgestemd.

Mantelzorg kan belangrijk zijn voor alle ouderen, daarom zal de stad via het Zorgbedrijf ook infosessies blijven organiseren opdat mensen ervaringen kunnen delen en mantelzorgers hun competenties verder kunnen opbouwen.

Elk district heeft minstens één CADO, een collectief autonome dagopvang. We besteden extra aandacht aan mensen met dementie in de CADO.

Elke groep nieuwe assistentiewoningen beschikt over een lokaal dienstencentrum. Dienstencentra in beheer van het Zorgbedrijf en dienstencentra die door de stad op de markt worden geplaatst, stellen zich maximaal open naar de buurt en het lokale verenigingsleven.

‘De Schakel’  is een winkel van Zorgbedrijf Antwerpen waar handige producten en diensten worden aangeboden die het leven makkelijker en aangenamer kunnen maken. Met een handige webwinkel maken we dat nu nog eenvoudiger.

De stad faciliteert de zorg, opdat elke inwoner op een waardige manier kan sterven. De methode van vroegtijdige zorgplanning zoals die door het Zorgbedrijf wordt toegepast kan ook voor andere woonzorgcentra inspirerend werken. De afspraken die gemaakt worden met de bewoner en zijn of haar familie worden opgenomen in het woonzorgdossier. Een refertepersoon palliatie ondersteunt de medewerkers van het Zorgbedrijf om hier gepast mee om te gaan.

Op het vlak van zorg leggen we de digitale lat hoog en stimuleren we e-zorg. Zowel voor patiënten als voor hulpverleners en mantelzorgers bundelen we informatie en zorgen we voor slimme, efficiënte processen. Gemakkelijk afspraken maken, de beschikking hebben over je eigen gegevens en niet altijd heen en weer moeten reizen voor controles betekenen winst, voor patiënten en voor zorgverstrekkers.

Zorgbedrijf Antwerpen groeit verder door. Aan de hand van een nieuwe structuur en een voldoende grote kapitaalinbreng, zal het Zorgbedrijf ook buiten Antwerpen activiteiten ontplooien. Bestuur en management van het Zorgbedrijf zien erop toe dat de Antwerpse dotatie naar Antwerpse dienstverlening vloeit.

Het Zorgbedrijf zelf zal aan de hand van deze nieuwe structuur en de doorgedreven groei volledig zelfbedruipend worden. De stad blijft de doelstellingen en de activiteiten van het Zorgbedrijf wel sturen door een gegarandeerd meerderheidsaandeel.

ZNA zal samen met de gasthuiszusters doorgroeien naar één ziekenhuisnetwerk, het grootste van Vlaanderen.

De stad faciliteert academische samenwerking tussen de verschillede ziekenhuisnetwerken zodat laag-, medium– en hoogvariabele zorg verspreid kunnen worden over de verschillende netwerken en de Antwerpse regio.

Door in te spelen op noden van mensen met een beperking

In alle beleidskeuzes geven we aandacht aan de specifieke noden van mensen met een beperking. We streven integrale toegankelijkheid na door alle voorzieningen, zoals gebouwen, diensten en publieke ruimte, voorcwonen, werken, leven, communicatie en informatie effectief bereikbaar en bruikbaar te maken voor iedereen. We werken hiervoor samen met de Werkgroep Antwerpen Toegankelijk.

We zorgen voor integraal toegankelijke mobiliteitsoplossingen. Bij elke beleidskeuze, beslissing, inrichting is toegankelijkheid voor iedereen een aandachtspunt. We investeren in de (rolstoel)toegankelijkheid van het openbare domein. We sensibiliseren mensen om hieraan mee te werken, door hen er onder meer op te wijzen dat voetpaden niet mogen versperd worden.

Personen met een beperking en minder mobiele 65-plussers hebben recht op taxicheques, waarmee zij aan verminderde prijs de taxi kunnen nemen.
De N-VA heeft parkeerplaatsen voor mensen met een beperking uitgerust met het bord “Neem je mijn parkeerplaats, neem dan ook mijn handicap”. We zorgen ervoor dat er voldoende parkeerplaatsen voor mensen met een beperking aanwezig en beschikbaar zijn. Aan parkeergarages en openbare gebouwen voorzien we een aantal leenrolstoelen.

Mensen moeten zich zo vlot mogelijk en zo veel mogelijk op eigen kracht in onze stad kunnen verplaatsen. We moedigen iedereen, horeca, winkels, cultuurhuizen, sociale organisaties … aan om mee te investeren in toegankelijkheid. Dit doen we door gerichte subsidies en via clausules in samenwerkingsovereenkomsten.
We maken een actieplan op om meer mensen met een arbeidshandicap aan te werven bij de stad. We zetten hierbij sterk in op redelijke aanpassingen en samenwerking met de belangenorganisaties.

We nemen initiatieven om de werkgelegenheidskansen voor personen met een beperking in onze regio te verbeteren.

Bij de renovatie van het woonaanbod van Woonhaven zorgen we voor een voldoende aanbod aan aangepaste, toegankelijke woningen. Bij grotere bouwprojecten en nieuwe woonontwikkelingen vragen we de nodige aandacht voor (rolstoel)toegankelijkheid.

We stimuleren de inclusie van kinderen en jongeren met een beperking in het gewone onderwijsaanbod. We proberen een goed evenwicht te vinden tussen de keuzevrijheid van ouders en de draagkracht van klassen en scholen. We blijven tegelijk ook investeren in het stedelijk buitengewoon onderwijs. We zorgen ervoor dat er voor kinderen met een beperking voldoende plaatsen zijn in de kinderopvang.

We stimuleren het gebruik van de European Disability Card. Deze kaart bevordert de toegang van mensen met een beperking tot cultuur, sport en vrijetijdsbeleving en geeft hen recht op allerlei voordelen en kortingen. We stimuleren organisaties en partners om het voorbeeld van de Zoo van Antwerpen te volgen en de European Disability Card te introduceren.

We willen het bereik van Antwerpse G-sportclubs uitbreiden door hen extra te ondersteunen. We bekijken ook hoe jongeren met een beperking binnen het reguliere jeugdwerk (jeugdbewegingen, jeugdhuizen …) meer aan bod kunnen komen, onder andere door samenwerking tussen het specifieke en algemene aanbod. We richten speelterreinen zo in dat ze ook toegankelijk zijn voor kinderen met een beperking.

Ook kinderen met een beperking hebben recht op een speeltuin. Er wordt een geschikte speeltuin of locatie gezocht waar ook speeltuigen voor kinderen met een beperking kunnen geplaatst worden; we denken hierbij bijvoorbeeld aan het Nachtegalenpark.

Door voldoende en flexibele kinderopvang

Kinderopvang was een pijnpunt in Antwerpen voor de N-VA er de schouders onderzette. We hadden het streefdoel gesteld om de Barcelona norm te halen. Dat komt er concreet op neer dat voor 1 kind op 3 opvang moet zijn. We haalden die norm niet alleen, we overtroffen ze. We hebben maar liefst een tekort van 1831 opvangplaatsen weggewerkt. Mooie extra bonus: het tekort werd volledig weggewerkt door zelfstandige kinderopvang en niet door eigen, dure stedelijke voorzieningen. Door een aantal gerichte toelagen bekwamen we een dubbel effect: het aantal nieuwe voorzieningen is enorm toegenomen en de prijs voor werkende en werkzoekende ouders werd betaalbaar.

We gaan verder op dit succesvol pad. Kwalitatieve kinderopvang is cruciaal in de ontwikkeling van het kind en de positieve effecten van voorschoolse opvang zijn jaren later nog zichtbaar. Voldoende capaciteit creëren is een Vlaamse bevoegdheid, maar als stadsbestuur stimuleren we investeringen. Ook de kleinste Antwerpenaars verdienen het beste.

Hoewel de Barcelonanorm behaald is, streeft de stad verder naar voldoende kwalitatieve opvang in de stad voor álle Antwerpse kinderen die opvang nodig hebben. De tekorten op wijkniveau worden geanalyseerd en weggewerkt. In 2012 werd op basis van de behoeftestudie de reële nood ingeschat op 39 plaatsen per 100 kinderen. Een nieuw behoefteonderzoek zal moeten uitwijzen hoe groot de werkelijke nood nu is.
Zolang er tekorten zijn aan kinderopvang, geven wij in de stedelijke opvang voorrang aan werkende ouders - zowel tweeverdieners als alleenstaanden – en aan werkzoekenden die in een arbeidsmarktgericht traject stappen.
De regiefunctie van de stad wordt verder versterkt en de regie kinderopvang is een dienst waar alle Antwerpse ouders, opvanginitiatieven en starters terecht kunnen voor ondersteuning en begeleiding. Deze dienst werkt maximaal digitaal. De bestaande toelages om de sector te stimuleren worden geëvalueerd en op basis van de noden aangepast op maat van de sector.
De stad houdt de vinger aan de pols door een sterk Lokaal Overleg Kinderopvang waar alle mogelijke knelpunten besproken worden.
De kwaliteit bij de zelfstandige kinderopvang in Antwerpen ligt hoog. Daarom blijft het stadsbestuur samen met de sector werken aan die kwaliteit door een sterk begeleidingsaanbod voor starters te ontwikkelen, toelages te voorzien, vormingen op maat aan te bieden en kennis te delen via sectoroverleggen.
We blijven investeren in eventueel gebruik van stadspatrimonium voor kinderopvang en de opmaak van samenwerkingsovereenkomsten met aandacht voor kinderopvang bij nieuwbouwprojecten. Op locaties met minder goede lucht- en/of geluidskwaliteit voorzien we mitigerende maatregelen bij de inrichting van kinderopvanginitiatieven.
De betaalbaarheid van kinderopvang is een belangrijke factor voor ouders om te kunnen participeren op de arbeidsmarkt. De stad blijft investeren in occasionele kinderopvang en in reguliere kinderopvang volgens inkomenstarief. De stad blijft aandringen bij Vlaanderen om hiervoor de nodige middelen ter beschikking te stellen. Zolang de middelen van Vlaanderen achterblijven, zet de stad Antwerpen zijn systeem om betaalbare kinderopvang aan te bieden voort.
De stedelijke kinderopvang optimaliseert zijn werking en legt in de toekomst de focus op kerntaken die de private markt minder goed kan invullen, zoals bijvoorbeeld occasionele kinderopvang en inclusieve kinderopvang. De stad heeft vertrouwen in de private kinderopvang en streeft naar een minimale invulling van zijn actorrol. We werken met openbare oproepen wanneer we locaties overdragen aan de private kinderopvang.
We zien erop toe dat Nederlands de omgangstaal blijft in alle kinderdagverblijven, zowel met de kinderen als met de ouders. Op die manier stimuleren we de kinderen én de ouders het Nederlands te oefenen. Aanvullend  organiseren we dan ook voorleesmomenten en bezoeken aan de bib.

Antwerpen is een stad waar het goed wonen is

Door alle noden aan te pakken in onze ruimtelijke ordening

Antwerpen is een atypische stad en heeft een atypisch landschap, ook aan de buitenkant. Geen eenheidsworst, geen geschoren haag waar alle gebouwen en monumenten perfect op elkaar zijn afgelijnd. Wel een stad met een mix aan eeuwenoude en moderne architectuur,  gegroeid doorheen de tijd. En met hier en daar gewaagde bouwwerken, zoals de Boerentoren, totaal atypisch in hun tijdsgeest, maar nu wel kenmerkend deel van de unieke Antwerpse skyline.

In dat decor, tussen uitschieters en ingetogenheid, tussen hoog en laag, tussen oud en nieuw, willen we verder werken. De noden van de Antwerpenaar krijgen een plaats en een antwoord in onze ruimtelijke ordening. En tegelijkertijd houden we rekening met de identiteit van een gordel, een wijk, een straat, en zijn we niet bang voor gewaagde architectuur.

Door efficiënt en slim te bouwen, door te sturen op de markt, door hulp en informatie te geven, door onze ruimtelijke ordening te vergroenen en door onze bereikbaarheid blijvend te verbeteren, kan iedereen een succesvolle wooncarrière in Antwerpen uitbouwen. Van studentenkamer tot assistentiewoning. Van studio tot herenhuis.

We werken het stedelijk Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen af, waardoor we ruimte geven aan de stad van morgen. De focus ligt hierbij op Antwerpen als levendige woonstad op maat van de Antwerpenaren, als slimme netwerkstad en als robuust landschap met ruimte voor groen, water en recreatie.

We gaan voor Antwerpen als een levendige woonstad waarbij we aandacht hebben voor de verschillende lagen en schalen in het historische, 19e- en 20e-eeuwse stadsweefsel. In de binnenstad geven het sterke sociale weefsel en het aanwezige patrimonium veel kansen aan kleinschalige bedrijvigheid, aan creatieve initiatieven en retail. In de 20e-eeuwse gordel komt meer ruimte voor grotere bedrijvigheid. Daar zetten we in op gemengde woon- en werkgebieden. Buiten de fortengordel en in het gebied rond de haven zorgen we ervoor dat het landelijke karakter behouden blijft.

We ontwikkelen nieuwe ruimtelijke planningsprojecten met aandacht voor de identiteit van de districten en wijken, we geven daarbij alle kansen aan technologisch innovatieve, vernieuwende en moderne architectuur. De districten geven advies over zulke grote planningsprojecten.

We zorgen voor aangename buurten, met aandacht voor alle noodzakelijke functies zoals scholen, recreatie, kinderopvang, parkeerplaatsen, groene ruimte en buurtwinkels.

De afgelopen jaren heeft de N-VA verschillende dossiers uit het slop getrokken en heel wat projecten gerealiseerd en in de steigers gezet. We werken de Scheldekaaien af tot een groene boulevard aan de Schelde. De Zuiderdokken worden getransformeerd van een grijze vlakte naar een volwaardig Zuiderdokkenpark, ons ‘Central Park’. Park Groot Schijn en het Droogdokkenpark geven de Antwerpenaar extra groene ruimte. De ontwikkelingen Nieuw Zuid, Eksterlaar en Katwilg worden afgewerkt tot dynamische en moderne woon- en werkgebieden.

De overkappingsprojecten ‘Over de Ring’ bieden ongeziene mogelijkheden om de leefbaarheid in de aangrenzende wijken aanzienlijk te verbeteren. Momenteel vormt de ring een barrière tussen de 19e-eeuwse en 20e-eeuwse gordel, met de overkapping willen we deze barrière doorbreken. De zones rond de ring en de Singel kunnen innovatieve en volwaardige woon- en werkgebieden worden, onderling verbonden door de groene ruimte die door de overkapping ontstaat.

Ook de Schelde wordt niet langer als grens ervaren. We werken aan de creatie van de Scheldepromenade die met een nieuwe Scheldeverbinding voor voetgangers en fietsers in de binnenstad een aangename wandel- en fietsboulevard realiseert tot aan het Droogdokkenpark. En we bestuderen de (her)aanleg van de groene promenade langs de linkerscheldeoever tot aan het Sint-Annastrand.

Stadskankers en onbenutte ruimten krijgen duidelijke functies toegewezen. Met de verhuis van het arresthuis naar Blue Gate en het ZNA-ziekenhuis naar Spoor Noord, komen de sites Begijnenstraat en Stuivenberg vrij. Hier komen mooie en aangename woonzones met een verscheidenheid aan woningen, vooral voor gezinnen. De herwonnen buitenruimte kan immers veilig en verkeersluw worden ingevuld, zodat we kindvriendelijk kunnen ontwikkelen. Spoor Oost wordt ingericht als groene KMO-zone.
We zetten een ruimtelijk plan op voor het wegwerken van winkelleegstand en voor wonen boven winkels. We gaan spreken, al dan niet op aangeven van onze stadsmariniers, met de eigenaars van leegstaande panden over mogelijke bestemmingen in en boven de winkels. Onze winkel(straat)managers bieden hierin de nodige ondersteuning en verstrekken info over mogelijke kortingen op de onroerende voorheffing voor dit soort panden.
Onroerend erfgoed wordt slim herbestemd zodat het goed kan behouden blijven. Het Antwerpse onroerend erfgoed is het resultaat van eeuwen menselijke activiteit. Erfgoed is een collectief bezit, dat we hebben gekregen van de vorige generaties. Het is onze plicht het op een goede manier aan de generaties van morgen en overmorgen door te geven.

Nadat we onder meer het stadhuis, het Steen, de Handelsbeurs, de Harmonie en onze oude en nieuwe districtshuizen hebben gerestaureerd, kijken we naar de restauratie en herbestemming van de Oude Beurs en tal van kerkgebouwen, onder andere de Sint-Jacobskerk.

Het proces in het kader van het aanvragen en toekennen van vergunningen wordt vereenvoudigd en versneld. Wat je bouwt, dient veilig te zijn en moet binnen bepaalde kaders en limieten vallen, zoals een ruimtelijk uitvoeringsplan of een verkavelingsvergunning. We onderzoeken samen met Vlaanderen of we de omgevingsvergunning kunnen vervangen door een omgevingstoets, om de logge vergunningsprocedure te verlaten.
 Antwerpen dient zelf aan te geven of een archeologisch onderzoek nuttig is en knoopt daarover gesprekken aan met de Vlaamse minister van onroerend erfgoed. De Atlas van de buurtwegen wordt geüpdatet en de procedure om werfvergunningen en –signalisatie aan te vragen, wordt vereenvoudigd.

Door een woonaanbod voor iedereen

“U bent thuis in Antwerpen en de stad draagt u in zijn hart”

Met meer dan een half miljoen Antwerpenaren zijn we vandaag. En uit de stadsmonitor blijkt dat u dat met overtuiging doet. De trots op de stad is groot en dat is meer dan terecht. Wonen in Antwerpen is wonen in het verleden en de toekomst. Maar het is ook een stad die voortdurend in beweging is en onderweg op talrijke uitdagingen stoot. De N-VA gaat die uitdagingen niet uit de weg en durft moedige keuzes maken om de leefbaarheid van de stad te versterken en het jong en minder jong mogelijk te maken om in de stad te wonen en te blijven wonen. De stadsvlucht stoppen, jonge mensen aantrekken, onze senioren laten genieten … daar gaan we voor. Want de N-VA houdt van Antwerpen.

Door de tendens van grotere eengezinswoningen op te splitsen in kleinere appartementen, verdwijnt niet alleen het aanbod. Het bestaand aanbod eengezinswoningen wordt ook steeds duurder. Beide aspecten zorgen dat enthousiaste gezinnen de stad verlaten. Nochtans verkiezen ze  om in de stad te blijven en heeft de stad hen nodig. De N-VA heeft het opdelen van eengezinswoningen deze legislatuur daarom sterk ingeperkt.

Onderzoek toont aan dat kwetsbare buurten, mits de juiste ondersteuning, de kracht vinden om zichzelf positief te ontwikkelen. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is echter dat de wijken geen bijkomende armoede te verwerken krijgen. We streven naar een gezonde sociale mix in onze wijken en spreiden sociale huisvesting maximaal over de hele stad om de leefbaarheid in kwetsbare buurten te verbeteren.

Huisjesmelkerij is een plaag in iedere stad. In de voorbije legislaturen werden OCMW-klanten compleet met huurwaarborg toevertrouwd aan dubieuze verhuurders. Dat systeem hebben we stopgezet. Voortaan worden huurwaarborgen gekoppeld aan de  woonkwaliteit. Als verhuurders die niet kunnen leveren, komen ze in het vizier van onze controlediensten.

Wie huurprijzen vergelijkt, merkt meteen dat er een grote financiële kloof gaapt tussen sociale woningen en woningen op de private markt. De N-VA creëerde een nieuw huurformule voor mensen die financieel te sterk staan voor een sociale woning, maar het toch moeilijk hebben om op de private markt hun droomwoning te vinden. Op die manier willen we jonge starters de kans geven om hun dromen in de stad waar te maken. Tegelijk bieden we sociale bewoners die de woonladder kunnen beklimmen een betaalbaar alternatief als ze uitstromen uit hun woning.

Elke Antwerpenaar moet de mogelijkheid hebben om een wooncarrière uit te bouwen in de stad. We voorzien een gevarieerd woonaanbod, dat het voor iedereen mogelijk maakt om levenslang in de stad te wonen. De N-VA wilt daarom nog meer inzetten op de vraag naar betaalbare starterswoningen, eengezinswoningen voor middenklassegezinnen en specifieke woningen voor ouderen. Op veel plaatsen in de stad is er nog onvoldoende differentiatie in de woningen om aan alle woonwensen te voldoen.

Kortom, we willen dat er in onze levendige woonstad een betaalbare thuis te vinden is voor elk type van huizenjager: voor starters en ouderen, voor alleenstaanden en grote gezinnen, voor huidige en toekomstige Antwerpenaren

De stad baseert zijn woonbeleid op de ‘wooncarrière’ van de huidige en toekomstige Antwerpenaren. We willen, net zoals in ons sociaal beleid, een opwaartse mobiliteit creëren waarbij Antwerpenaren wonen en doorstromen naar gepaste woningen naargelang hun mogelijkheden, draagkracht, noden en verzuchtingen.

Voor sommige gezinnen, alleenstaanden of starters is het moeilijk om meteen een eigen huis te kopen of zelfs te huren. We onderzoeken of we een systeem van wooncoöperatie kunnen creëren. Dit is een vorm van collectieve eigendom waarbij de deelnemende gezinnen aandelen hebben in een woning en deze samen onderhouden en beheren. Zo kunnen deze mensen of gezinnen wel investeren in een eigen woning en worden ze niet verwezen naar het sociale woonaanbod.

De huur van een sociale woning zou een tijdelijke situatie moeten zijn, totdat mensen en gezinnen op eigen kracht verder kunnen. We willen deze mensen sneller laten doorstromen naar de reguliere markt, zodra het voor hen mogelijk is. Een dergelijke opwaartse sociale mobiliteit is goed voor de zelfredzaamheid van de Antwerpenaar en een efficiënte doorstroom maakt plaats voor mensen die op dat moment écht een sociale woning nodig hebben.
Het gemeentelijk toewijzingsreglement voor sociale woningen wordt herzien en besteedt nog meer aandacht aan de band met Antwerpen. Het lokale sociale woonaanbod is in de eerste plaats bestemd  voor Antwerpenaren.
De toewijzingsvoorwaarden binnen sociale huisvesting worden strikt toegepast, gecontroleerd en opgevolgd. Fraude – en zeker het verzwijgen van onroerend bezit in het buitenland, domiciliefraude en onderverhuring – wordt niet getolereerd. In het kader van het bestrijden van sociale fraude moet er een optimale samenwerking zijn tussen de huisvestingsmaatschappijen, de politie en de stad. De controle-instrumenten die daarvoor werden ontwikkeld in de loop van 2017 en 2018 blijven we inzetten.

Overlast (sluikstorten, lawaai …) in de sociale huisvesting wordt snel en kordaat aangepakt. Het systeem van administratieve boetes wordt consequent toegepast én uitgebreid. Ook medewerkers van sociale huisvestingsmaatschappijen moeten bevoegd worden voor het uitschrijven van GAS-pv’s. Wie zich asociaal blijft opstellen, wordt onherroepelijk het huis uitgezet en krijgt geen toegang meer tot sociale huisvesting.

We garanderen een goede dienstverlening aan de sociale huurders, zoals een tijdige en duidelijke afrekening van alle kosten en een snelle tussenkomst bij technische mankementen. We organiseren geregeld een tevredenheidsmeting.

De stad gaat ook met andere huisvestingsmaatschappijen in dialoog om in te zetten op leefbaarheid en om niet-inwonende conciërges in te schakelen. Er zijn er al meer dan 30, met succes, actief bij Woonhaven. De conciërges zijn dé aanspreekpunten voor de bewoners, lossen op wat ze kunnen en geven snel huisvestingsproblemen door aan de huisvestingsmaatschappij.

In onze wijken streven we naar een gezonde sociale mix. We beperken daarom het gebruik van het voorkooprecht door sociale huisvestingsmaatschappijen om een te grote concentratie van één woontype te vermijden. We houden het aantal sociale woongelegenheden op peil. We spreiden sociale huisvesting maximaal over de hele stad om de leefbaarheid in aandachtswijken te verbeteren.

We voeren in het lokaal toewijzingsreglement voor sociale woningen ook een voorrangsregel in voor mensen met een laag inkomen uit arbeid. We streven naar een aandeel van 30% werkenden of door de VDAB geattesteerde werkzoekenden. Deze maatregel zal de leefbaarheid van sociale wooncomplexen en de nu slechte financiële gezondheid van Woonhaven ten goede komen. 

Om de procedures (wachtlijst, toewijzing, naleven regelgeving …)  te optimaliseren en de aanpak van leefbaarheidsproblemen, fraude en dergelijke uniform uit te rollen, wordt (de regie hiervan voor) het patrimonium van alle sociale huisvestingsmaatschappijen op het grondgebied van de stad Antwerpen  onder één beheer gebracht.

Om starters en alleenstaanden aan te moedigen, trekt de stad het concept van betaalbaar wonen door en betrekt hierin ook private ontwikkelaars. We kijken ook naar nieuwe woonvormen zoals kangoeroewonen en cohousing.

Bij elke nieuwe ontwikkeling gaat er aandacht naar voldoende kwalitatieve en betaalbare woningen voor middenklassegezinnen. Het aanbod op de private woonmarkt moet versterkt worden om middeninkomens aan te trekken en aan de stad te binden. De stad kan hieraan bijdragen door bij het aansnijden van nieuwe woongebieden specifiek aandacht te hebben voor betaalbare en kwaliteitsvolle eengezinswoningen en appartementen.

De mogelijkheid tot het omvormen van eengezinswoningen (woningen tot 350 m²) naar kleinere woonentiteiten wordt verder beperkt en ontraden.

In nieuwe woonwijken zorgen we samen met projectontwikkelaars voor een kwalitatieve en duurzame mix van woningen, groen en basis- en gemeenschapsvoorzieningen zoals scholen, verenigingslokalen, buurtwinkels, kinderopvang, dienstencentra … We zetten hiervoor het instrument van de stedelijke ontwikkelingskosten in.

Om onze omgevingskwaliteit te verbeteren, breiden we het instrument van de stedelijke ontwikkelingskosten voor grote ontwikkelingen uit met de mogelijke sloop van onbewoonbaar verklaarde panden grenzend aan de nieuwe ontwikkeling en het ontpitten van nabijgelegen binnengebied.

Leegstand, verwaarlozing en verkrotting worden actief aangepakt door middel van een pand-per-pand beoordeling en een jaarlijkse verhoging van de leegstandsheffing voor de betrokken panden. Zo worden de kankerplekken in de stad in kaart gebracht, opgevolgd en uiteindelijk weggewerkt.

Huisjesmelkerij wordt nog zwaarder bestraft. Gekende pandeigenaars, van wie panden ongeschikt en onbewoonbaar verklaard zijn of tekenen van uiterlijke verwaarlozing vertonen, krijgen een taks opgelegd die per jaar oploopt. Huurders worden aangemoedigd om melding te maken van ongeoorloofde praktijken.

We krikken de woonkwaliteit gevoelig op door bij verhuring een conformiteitsattest op te leggen aan de eigenaar. We voeren deze verandering doelmatig en geleidelijk in, te beginnen met nieuwe huurcontracten. Onvergunde gebouwen en woningen komen niet in aanmerking voor een subsidie of (renovatie-/verbeter-)premie.

We zorgen voor voldoende betaalbare aangepaste woningen voor senioren en voor mensen met een beperking, met de juiste zorg binnen handbereik. AG VESPA koopt strategisch panden op en knoopt gesprekken aan met aanbieders en ontwikkelaars voor collectieve vormen van samenwonen voor personen met een beperking.

AG VESPA verwezenlijkt het grond- en pandenbeleid van de stad. Het koopt leegstaande, verwaarloosde of omgevingsverstorende panden op om die als kwaliteitsvolle wooneenheden terug op de markt te brengen. De ontwikkelingen die AG VESPA uitvoert, zijn steeds complementair aan de private sector. In geen geval zal AG VESPA in de plaats van de reguliere private markt treden.

Burgers krijgen alle informatie over (duurzaam) (ver)bouwen en wonen bij één loket, zoals over slim energie- en watergebruik, de vergroening van de woonomgeving, premies en vergunningen, huren en conformiteitsattesten. De omvorming van diverse woonkantoren naar 1 woonkantoor met diverse antennes in de districtshuizen zetten we door. Het woonhuis zal het centrale en geprofessionaliseerde aanspreekpunt zijn voor wonen.

In het kader van preventieve veiligheidsmaatregelen zet de stad sensibiliseringscampagnes op over de verplichte inspecties van de gasketels, over het installeren van brandmelders, over inbraakpreventie …

We blijven inzetten op renovatie en op verduurzaming van het woonareaal, zodat steeds meer woningen aangepast zijn aan de hedendaagse normen en langer kwaliteitsvol blijven.

Door te zorgen voor een leefbare omgeving

Om de leefbaarheid van onze omgeving te garanderen en om onze ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden is verduurzaming onontbeerlijk. Wij zijn niet de eigenaar van deze stad, hoogstens de rentmeester. We hebben de plicht om de stad die wij van vorige generaties hebben overgeërfd als een goede huisvader te beheren en door te geven aan de volgende generaties. Voldoende open ruimtes met groen en water, een gezonde lucht en beperkte lawaaihinder zijn geen vanzelfsprekendheden in een grootstad als Antwerpen en zijn blijvende aandachtspunten. De invoering van een lage-emissiezone voor onze stad was dan ook vanzelfsprekend en ingrijpend tegelijkertijd. We geloven dat de technologische revolutie onze voertuigen, machines… alsmaar properder en duurzamer maakt en dat onze stad steeds gezonder wordt.

We werken verder met het opgemaakte en ambitieuze Groenplan voor de stad Antwerpen. Het uitgangspunt van dit plan is dat elke Antwerpenaar over een bepaalde oppervlakte openbaar groen moet kunnen genieten dicht bij huis. Het plan definieert de gewenste groenstructuur en een aantal algemene principes zoals het voorzien van superparken in elke windrichting en het creëren van groene linten doorheen woonwijken. Dit Groenplan wordt uitgerold per district.

Groene ruimtes worden zo veel mogelijk als een zachte ruggengraat met elkaar verbonden. In het project ‘Over de Ring’ verbinden we verschillende parkgebieden en groenruimtes rondom de hele stad. Dit is een antwoord op het groentekort in de aanpalende wijken. Deze groengebieden en parken, zoals bijvoorbeeld Park Brialmont, stellen we maximaal open voor de bewoners en bezoekers van onze stad.

We maken onze parken aantrekkelijk, transparant en veilig voor een breed publiek. De recente heraanleg van het Harmoniepark is daar een goed voorbeeld van. Alle Antwerpse parken zijn goed bereikbaar voor fietsers en voetgangers. Voor ongebruikte prieeltjes en paviljoenen in parken schrijven we horeca- en handelsconcessies uit die de parken een extra dynamiek zullen geven.

Om ook in verschillende wijken voldoende kleine groenruimtes (groene sproeten) aanwezig te hebben, zullen de verschillende pleinen in de districten worden vergroend en de moeite waard gemaakt om te vertoeven. We denken aan de Wapper, het Sint-Jansplein, het Frederik van Eedenplein, de Kioskplaats, het Munthof, het Moorkensplein enzovoort.

Daar waar dit niet mogelijk is, maken we ruimte vrij voor groene sproeten door de afbraak van bestaande infrastructuur.

De Groenplaats zal zijn naam alle eer aandoen en deels vergroenen. Het moet opnieuw een ontmoetingsplek worden voor de Antwerpenaar. De verkeerssituatie in de aanpalende straten wordt verbeterd en de toegankelijkheid en veiligheid van het premetrostation wordt in samenwerking met De Lijn verbeterd.
De inwoners van de stad willen vaker verse groenten, meer groen en meer bloemen en bijen in de buurt. We onderzoeken dan ook samen met de districten waar stadslandbouwprojecten kunnen worden opgezet. Samen met de districten bekijken we waar er stadslandbouw professioneel en grootschalig, maar ook kleinschalig voor inwoners mogelijk is en in welke vorm. De overkappingen van de ring zouden bijvoorbeeld zo’n plek kunnen zijn. Ook nieuwe ontwikkelingen kunnen een basis zijn om grootschalige stadslandbouw te introduceren, zoals bijvoorbeeld de stadsboerderij op het dak van de geplande voedingshal aan de slachthuizen in Anderlecht.

De luchtkwaliteit is de voorbije jaren al sterk verbeterd. Om de resterende knelpunten weg te werken, werken we verder aan de verbetering van de luchtkwaliteit, met het oog op de gezondheid en leefbaarheid van onze stad. Belangrijke partners hierbij zijn de Vlaamse overheid en het Havenbedrijf. Door de aanleg van warmtenetten en valorisatie van restwarmte vermijden we een grote hoeveelheid emissies van verwarmingsketels. Dit moet zorgen voor een duurzame respectering van de Europese luchtkwaliteitsnormen.

De lage-emissiezone werd ingevoerd in het meest dichtbevolkte gebied van de stad, daar waar deze het meest effectief is en leidt tot verbetering van de parameters fijn stof en NOX. Op basis van de resultaten van een haalbaarheidsonderzoek bekijken we of en hoe een uitbreiding van de lage-emissiezone haalbaar is.
Op verschillende plaatsen in de stad zetten we een City Tree. Dit is een slimme installatie van planten, voorzien van zonnepanelen en een regenwateropvangsysteem, die hetzelfde effect heeft op de zuivering van onze lucht als maar liefst 275 bomen.

We voeren de acties van het Klimaatplan en hemelwaterplan in het kader van de klimaatverandering verder uit. Wateropvang zal een heel belangrijke rol spelen in de toekomst, zowel op publiek als privaat domein. In het kader van klimaatadaptatie en -mitigatie wordt een collectief watersysteem aangelegd op het bedrijventerrein Terbeke in Wilrijk, waardoor het Ferrarisbos wordt bewaard en ingeschakeld als waterbuffer.

Bij een heraanleg van het openbaar domein hebben we steeds aandacht voor waterbuffering en -infiltratie. Bomen en planten dragen bij tot een aangename leefomgeving. Daarom zullen we in straten met groentekort en daar waar het mogelijk is, tuinstraten introduceren.

In onze bouwcode stimuleren we de aanleg van groendaken en verticaal groen. Groendaken hebben een positief effect op de waterproblematiek en ze kunnen een positieve invloed hebben op biodiversiteit (onder andere bijen) en het beheersen van hittestress. We ondersteunen burgerinitiatieven die op groendaken aan stadslandbouw willen doen.

We betrekken burgers en ondernemers bij het realiseren van de klimaatdoelstellingen. Het stedelijk laboratorium, Stadslab2050, zal verder werken aan sensibilisering over klimaatverandering en wil nog meer met partners uit het middenveld en het bedrijfsleven duurzame ideeën uitwerken. De stad ondersteunt ‘Samen Klimaatactief’ en betrekt KMO’s bij het klimaatbeleid. Duurzame initiatieven van de tertiaire sector moedigen we aan.

Samen met Warmte@Vlaanderen zetten we verder in op warmtenetten, die restwarmte nuttig en rendabel hergebruiken. Zo kunnen we de uitstoot van gebouwen verminderen. We maken afspraken met Warmte@Vlaanderen, warmteleveranciers, warmteafnemers en het Havenbedrijf om tot warmtelevering te komen. We vertrekken vanuit de warmtevraag en investeren in rendabele projecten. Het uitgangspunt is het niet-meer-dan-anders-principe, wat wil zeggen dat de warmtelevering niet meer mag kosten voor onze burgers dan gewone warmteopwekking met gas.

De stad zet in op geluidsmilderende en -maskerende maatregelen. Bij de heraanleg van straten en pleinen nemen we op geluidsknelpunten milderende maatregelen. In samenwerking met de Vlaamse overheid identificeren we knelpunten langs de autosnelwegen en bouwen we samen met Vlaanderen bijkomende geluidsschermen.

We stimuleren het gebruik van duurzame brandstoffen door verdere uitrol van laadpalen, walstroomkasten en CNG-, LNG- en waterstoftankstations. Dit passen we toe voor onze eigen stadsvoertuigen. We gaan ook in gesprek met het openbaar vervoer, de logistieke sector, de cruisesector … Voor koerierdiensten stimuleren we het vervangen van brom- en motorfietsen door elektrische fietsen.

Voor openbare verlichting en uitlichting van gebouwen wordt energiezuinige LED-verlichting de standaard. Daarmee trekken we de inspanningen uit het lichtplan verder door.

De stadsgebouwen worden voorbeelden van energiezuinigheid en duurzaamheid. Zo blijven we inzetten op de vervanging van stookinstallaties, energiezuinige verlichting, isoleren van daken en muren, hoogrendementsglas en zonnepanelen.

Bij openbare aanbestedingen besteden we  meer aandacht aan duurzaamheid en hergebruik van materialen. Ook de leefbaarheid op en rond bouwwerven garanderen we, door in vergunningen en bestekken maatregelen tegen stof, modder en parkeeroverlast op te leggen en voorwaarden te stellen over verkeersveiligheid en vrachtwagenroutes.

Door de wijk proper te houden

Samen met de Antwerpenaar houden we de stad, onze wijk en onze straat proper. De stad Antwerpen kent de komende jaren een bevolkingstoename waardoor ook het huisvuil zal toenemen. Het stadsbestuur wil de organisatie en werking van de ophaal- en brengsystemen voor huishoudelijk afval afstemmen op de grootstedelijke behoeften van de stad. De Vlaamse regelgeving rond gescheiden afvalinzameling en de eerlijke toepassing van het principe ‘de vervuiler betaalt’ worden hierbij maximaal toegepast. De stad draagt actief bij aan de Vlaamse doelstelling om de afvalstroom te verminderen en een hergebruik van afval als grondstof aan te moedigen.

We zetten dan ook in op een algemene mentaliteitswijziging en wijzen iedereen op zijn of haar individuele verantwoordelijkheid om te sorteren. Overtreders pakken we harder aan.

We bekijken of er binnen de afvalsector op het grondgebied van de stad Antwerpen mogelijkheden zijn om de ophaling, verwerking en sensibilisering efficiënter en goedkoper te laten verlopen. De stad blijft de regie voeren van het stedelijk afvalbeleid.

We sensibiliseren burgers om samen met ons de stad proper te houden. Vandaag neemt de stad heel wat taken op: ophalen, opruimen, vegen, afvalbakken plaatsen en nog veel meer. In het kader van de wijkwerking op maat zullen de stadsmariniers samen met de juiste diensten en de inwoners acties organiseren om zwerfvuil op te ruimen.

We ondersteunen groepen die hun wijk opruimen. Bewoners en buurtcomités moedigen we aan om hun buurt netjes te houden en organisatoren van evenementen om na hun evenement op te kuisen. Zij moeten gestimuleerd worden om zich actief in te zetten voor een proper straatbeeld.

We zetten verder in op acties zoals de Lentepoets en het plaatsen van bloembakken. Een nette straat blijft langer proper. Initiatieven zoals de jaarlijkse lentepoets, opruimacties, plaatsen van bloembakken … zorgen niet alleen voor een mooier straatbeeld, maar zijn ook gemeenschapsvormend en brengen buurtbewoners dichter bij elkaar.

We breiden de Repair Cafés uit en geven de organisatie werkelijk aan de mensen zelf. In zo’n Repair Café kunnen wijkbewoners hun kapotte spullen komen herstellen, samen met deskundige vrijwilligers. Er is gereedschap en materiaal aanwezig om reparaties uit te voeren aan elektrische apparaten, fietsen, meubels, speelgoed enzovoort. Wijkbewoners komen er samen en ervaren dat herstelling een makkelijk bereikbaar en beter alternatief is voor weggooien.

We zetten actief in op de bestrijding en verwijdering van ongewenste graffiti. We sporen graffiti op en laten eigenaars van panden hun verantwoordelijkheid opnemen om deze graffiti te verwijderen. Dit komt hun pand, de straat en de openbare ruimte ten goede.

We gaan voor slimme, zichtbare, voldoende en goed gespreide afvalbakken. Op druk bezochte plaatsen zetten we Big Belly’s, die opvallen in het straatbeeld.
We maken de afvalbakken en papiermanden slimmer, door ze uit te rusten met sensoren en andere slimme toepassingen, waardoor we kunnen zien wanneer de vuilbakken bijna vol zijn en er dus moet opgehaald worden.

Sluikstorten omdat de straatveger het nadien toch opruimt, is een gebrek aan respect voor het werk dat deze mensen dagelijks verrichten. Dat is onaanvaardbaar. De sluikstortcel volgt meldingen stipt op en gebruikt het GAS-reglement om kordaat processen-verbaal uit te schrijven. We voorzien de klok rond in toezicht en handhaving door het clean team en door cameratoezicht. De clean teams zullen het sluikstort systematisch doorzoeken om zo de identiteit van de overtreder te achterhalen. Binnen de 24 uur moet sluikstort opgeruimd zijn. Vuil trekt nu eenmaal ander vuil aan.

Het melden van sluikstorten via de website werd de afgelopen jaren toegankelijker. Zo kan men met een smartphone snel meldingen doorsturen. Ook een vereenvoudiging van het aantal categorieën om sluikstort te melden heeft het melden eenvoudiger gemaakt. We ontwikkelen een aparte applicatie om deze dienstverlening te optimaliseren.

Alle vormen van sluikstorten worden bestraft. Ook het weggooien van peuken en kauwgum, het niet opruimen van hondenpoep of het aanbrengen van graffiti.

Sluikstorters die betrapt worden, kunnen zich verwachten aan een werkstraf. Ze zullen zelf mee sluikstort moeten opruimen. Enkel wie in de fysieke onmogelijkheid is om deze werkstraf uit te voeren, krijgt een boete opgelegd.

Onze huidige ISVAG-installatie moet vervangen worden. We zijn er voorstander van om op deze locatie een nieuwe, performante en duurzame afvalenergiecentrale te vergunnen. Die installatie garandeert de laagste emissies en de hoogste energie-efficiëntie. Ze zal elektriciteit opwekken of warmte leveren aan bedrijven en woningen die op het warmtenet aangesloten zijn.

De sorteerstraatjes worden verder uitgebreid, op voorwaarde dat de vastgestelde tekortkomingen zijn opgelost. Bij het inplanten houdt men rekening met loopafstanden, beschikbare ruimte, buurthinder en de inrichting van het openbaar domein. We waken erover dat zo weinig mogelijk parkeerplaatsen verdwijnen. Er wordt nog twee keer per maand een groenophaling voorzien. Om het gebruik van de sorteerstraatjes te bevorderen en gelijktijdig het sluikstorten in te perken, dient een netwerk opgezet te worden waar de bevolking vlot de te gebruiken betaalpasjes kan herladen. De stad laat onderzoeken of we voor deze en andere functies de pAs kunnen herladen via de bestaande betaalterminals in de diverse kleinhandelszaken en online via de website.

Nieuwe sorteerstraatjes komen er automatisch bij grote projecten. Volgens de bouwcode kan een sorteerstraat worden opgelegd aan een groot bouwproject wanneer er meer dan 50 wooneenheden worden aangelegd. Deze sorteerstraat wordt dan voorzien op het budget van de bouwheer.

De stad stimuleert scholen om gebruik te maken van de sorteerstraatjes, eerder dan te kiezen voor een privé-ophaler. Zo geven scholen het goede sorteervoorbeeld aan de leerlingen. Scholen die deze overstap maken krijgen begeleiding van de stad via afvalworkshops in de klassen en een heleboel tips om afval te verminderen. Zo stimuleren we scholen om bijvoorbeeld duurzame drinkflessen te voorzien voor hun leerlingen. Hierdoor worden het PMD-afval en dus ook de afvalkosten van de scholen voortaan sterk verminderd.

In de landelijke districten worden er bladkorven toegestaan, net zoals in de randgemeenten.

We zetten meer in op pop-upcontainerparken voor mensen die minder mobiel zijn. Er werden de afgelopen jaren al heel wat pop-upcontainerparken ingericht tijdens de ‘Buurt-aan-de-beurt’-acties. Op die manier wordt het afval toch gesorteerd en wordt er minder in de restafvalzak gedropt. Dit systeem willen we de volgende jaren verderzetten.

We bekijken samen met onze buurgemeenten hoe we beter kunnen samenwerken in het kader van afvalverzameling en –verwerking, bijvoorbeeld door wederzijds gebruik van containerparken. We zorgen voor een eerlijke, rechtvaardige en correcte aanrekening van de verschillende afvalfracties die betalend zijn. We informeren de burgers nog beter over welke afvalfracties gratis naar het containerpark kunnen gebracht worden.

Op ieder containerpark is ook een verhakselaar gratis te ontlenen om de snoeifracties te verkleinen en als bodembedekker te gebruiken. Afgedankte batterijen, oud papier, metaalafval … worden afgevoerd naar erkende verwerkers.

Door in te staan voor onze dieren

Dierenwelzijn ligt de Vlaming nauw aan het hart en verdient ook in de stad de nodige aandacht. Antwerpen heeft een voortrekkersrol op het vlak van dierenwelzijn en gaat verder op deze ingeslagen weg.

Dierenwelzijn is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van ieder van ons. Eigenaars hebben immers de plicht om voor hun dieren te zorgen en eventuele overlast te vermijden.
De dierenambulance haalt gewonde dieren op die zich zonder eigenaar op het openbaar domein bevinden. Ze worden naar de dierenarts gebracht waar ze de nodige zorgen toegediend krijgen. De werking met de dierenambulance willen we absoluut verderzetten.
De stad houdt de zwerfkatten-, duiven- en meeuwenpopulatie op een diervriendelijke manier onder controle. Het beleid rond de bestrijding van ratten en ander ongedierte wordt opgevoerd.
We voeren communicatiecampagnes om het bewustzijn voor het welzijn van dieren te verhogen. Dit doen we onder meer door ‘het asieldier van de maand’ in de kijker te zetten of door sensibiliseringscampagnes over de aanschaf van een huisdier, vakantieregelingen voor huisdieren, informatie over wat te doen bij een adreswijziging …
We onderzoeken in samenwerking met de districten de mogelijkheden om  afgebakende en veilige losloopzones in parken voor honden te creëren. We streven hierbij naar een evenwicht tussen de belangen van huisdiereigenaars en die van andere inwoners die willen ontspannen in het park. Er komt een bijkomende grote hondenspeeltuin en we gaan op zoek naar een goede locatie om een hondenzwemvijver te realiseren.
We stemmen de subsidieprojecten voor chippen en steriliseren van katten, maximaal af op het Vlaamse beleid.
Bij elke slachting van een dier is het beperken van het lijden prioritair. Het slachten van dieren in niet-erkende inrichtingen zoals bijvoorbeeld in huis is en blijft verboden en zal streng vervolgd worden.
We streven naar bijkomende bijenkasten en bijenhotels over de stad omwille van het grote belang ervan voor de biodiversiteit in de stad.
In samenwerking met de bevoegde inspectiediensten houden we als stad regelmatige controles op de regelgeving over dierenwelzijn op markten, kermissen en evenementen.
We voorzien een sticker die eigenaars van dieren op hun deur of raam kunnen bevestigen waarmee hulpdiensten geïnformeerd worden over aanwezige dieren bij eventuele calamiteiten.
In samenwerking met private partners bekijken we waar er in de stad een dierenbegraafplaats kan worden ingericht.

Antwerpen is een bruisende stad

1.1 Omdat mensen zich verenigen

“Antwerpen brengt ons samen”

Willy Vandersteen had het in heel wat Suske en Wiske-albums bij het rechte eind: “Daar alleen kan liefde wonen, daar alleen is ’t leven zoet, waar men stil en ongedwongen, alles voor mekander doet.” Deze wijsheid, overgewaaid van Brugge naar de Seefhoek, is meer dan ooit actueel. Hopelijk blijft ze nog even hangen in Antwerpen. Verenigingen en vriendschap ontstaan in de straat, op sociale media, op café. Mensen zoeken mensen op en delen interesses, lief en leed. Van dat gemeenschapsgevoel maken we allemaal deel uit. Daar bouwen we met zijn allen aan. Stad en districten hoeven zich daar niet echt mee te moeien. Maar ze kunnen wel de omstandigheden mee helpen creëren om de straat, wijk, buurt en stad beter met elkaar te verbinden. De overheid creëert geen verbondenheid, maar we geven ze wel alle ruimte tot ontplooiing.

‘Wijkwerking op maat’ is een proefproject dat loopt in drie wijken en later over de hele stad wordt uitgerold. We behouden het overzicht over alles wat reilt en zeilt in de buurt, brengen mensen in contact met elkaar en ondersteunen nieuwe initiatieven. De overheid bruist niet, maar ze laat bruisen. We kiezen dus niet voor een standaardpakket aan algemene maatregelen. Nee, we mikken op een frisse mix van kleine en grotere plannen die de uitdagingen van die bewuste wijk structureel aanpakken en blijven verder bouwen.

De strijd tegen eenzaamheid en sociaal isolement is er één die we allemaal willen voeren. Vrijwilligers staan klaar om te helpen, hulpverlening heeft de plicht om te helpen. Ook hier kunnen we als stad een verbindende rol hebben. Via een meldpunt isolement brengen we mensen samen die het leven voor vereenzaamden weer wat kleur geven. Op het internet steunen we Hoplr, noem het gerust ‘buurtbook’. De principes van Facebook, maar dan op buurtniveau.

Mensen samenbrengen doe je best met een goed feest(je). We hebben in onze stad en in onze districten ook heel wat succesvolle evenementen aangetrokken. Het is onze ambitie om de onbetwiste nummer 1 te worden en te blijven als het gaat over grote publiekstrekkers, zoals de Ronde Van Vlaanderen. Tegelijkertijd zijn we ook trots op onze traditionele Antwerpse evenementen en bezienswaardigheden, zoals het Ganzenrijden, de Geitenstoet, de Beiaardconcerten in onze kathedraal …

We willen alle Antwerpenaren, verenigingen en initiatieven alle ruimte geven om te bruisen. We willen ontmoetingen mogelijk maken tussen iedereen die zich Antwerpenaar noemt, maar dan wel onder de gemeenschappelijke waarden van de Verlichting en door het gebruik van één taal: het Nederlands. We geloven dat zo een gemeenschap gevormd wordt en kan groeien.

Het verenigingsleven speelt een cruciale rol in het versterken van sociale inclusie, in het realiseren van zorgzame buurten en in het bereiken van mensen in kwetsbare situaties. We respecteren de eigenheid van jeugdverenigingen, sportclubs, culturele organisaties, seniorenverenigingen, wijkverenigingen en waarderen de bijdrage die ze leveren aan de gemeenschap. Daarom willen we onze verenigingen ondersteunen door infrastructuur en materiaal te voorzien, door subsidies uit te keren en door kennis en expertise aan te bieden.

Verenigingen brengen diverse mensen samen en gebruiken een gemeenschappelijke taal, het Nederlands, en een gemeenschappelijk waarden- en normenkader. Verenigingen kunnen bruggen slaan tussen groepen Antwerpenaren, daarom stimuleren we mensen om zich te verenigen en samen actief te zijn. Daarnaast stimuleren we de samenwerking tussen verschillende organisaties en verenigingen, zodat verschillende groepen elkaar tegenkomen en ervaringen kunnen uitwisselen. We willen in ons verenigingsleven íedereen meekrijgen.

We moedigen het gebruik van het Nederlands in het verenigingsleven aan. Niet-Nederlandstalige Antwerpenaren kunnen er zonder schroom spreken en oefenen. Tegelijkertijd leren ze de stad, zijn straten en pleinen, zijn rijke aanbod en zijn enorme verscheidenheid aan inwoners beter kennen. We vragen onze districten dan ook om in de gedecentraliseerde projectenpot ‘Stadsmakers’ extra aandacht te schenken aan projecten die het gebruik van het Nederlands stimuleren.

We stimuleren en ondersteunen bewoners en bewonersgroepen die in hun wijk een socio-culturele werking willen opzetten en volhouden, waarmee ze de bewoners van hun wijk samenbrengen en verbinden.

We zien erop toe dat er voldoende infrastructuur in elke wijk aanwezig is, zodat verenigingen deze samen kunnen gebruiken en beheren. Gedeeld gebruik van lokalen en infrastructuur kan samenwerking tussen verenigingen en groepen nog versterken. De stad investeert in deze infrastructuur door te bouwen of te renoveren, maar het zijn de mensen en de verenigingen uit de wijk die de infrastructuur  beheren. De verenigingen die hieraan meewerken, krijgen er dan ook hun vaste stek.  We werken met een buurtkalender. De verenigingen stellen deze onderling en in samenspraak met de stad op. Ze maken er afspraken over het gebruik en het beheer van het pand dat ze delen.

We ontwikkelen één digitale toepassing waarop onze verenigingen terecht kunnen voor het aanvragen van subsidies, het reserveren van een lokaal, de aanvraag van materiaal en andere toelatingen en vragen.

De A-kaart wordt opgewaardeerd tot de pAs. Het gaat niet meer louter over punten sparen en terug inzetten in een aantal stedelijke instellingen, de pAs wordt een veelzijdige en slimme Antwerpse identiteitskaart. Verenigingen kunnen hun pAs bijvoorbeeld gebruiken voor het gebruik van de infrastructuur in de wijk.

We bieden ondersteuning aan vrijwilligers. Bij het Servicepunt Vrijwilligers kunnen zowel organisaties terecht die op zoek zijn naar vrijwilligers, als bewoners die vrijwilligerswerk willen doen.

We ondersteunen initiatieven zoals evenementen, kermissen en dorpsfeesten in de wijken. Het zijn deze initiatieven die het contact tussen bewoners bevorderen en bijdragen tot de sociale cohesie van onze stad.

We blijven inzetten op het organiseren, promoten en ondersteunen van gemeenschapsversterkende evenementen en acties die ervoor zorgen dat elke holebi (of transgender) zich welkom en gerespecteerd voelt in Antwerpen.

We willen Antwerpen verder op de evenementenkaart zetten. We trekken evenementen aan, maar letten er tegelijkertijd op dat het potje niet overkookt. Sommige Antwerpenaren krijgen te vaak en te laat te luide muziek of te veel mobiliteitshinder te verwerken in hun buurt. We zorgen voor een betere spreiding in tijd en ruimte; vooral het stadscentrum moet worden ontlast. Parken zijn in de eerste plaats rustpunten, geen feestterreinen.

1.2 Door ruimte te geven aan onze jongeren

Antwerpen is een jonge stad. Meer dan 200 000 inwoners zijn jonger dan 30 jaar. Daarmee is Antwerpen een stad met talent, een stad die groeit. Deze groei brengt tal van mogelijkheden, maar ook heel wat uitdagingen met zich mee. De jongeren van vandaag zijn de werkende, verantwoordelijke burgers van morgen. En hoewel er heel wat jobs zijn, blijft de jeugdwerkloosheid te hoog. Daarnaast zien we dat heel wat allochtone jongeren weinig aansluiting vinden bij onze jeugdverenigingen of dat bepaalde sportclubs nog nauwelijks autochtone jongeren tellen. Het psychisch welzijn van onze jongeren gaat er in het algemeen op achteruit. We hebben de mond vol over de vereenzaming van onze senioren maar de slinger van de digitalisering slaat door, belemmert de ontwikkeling van sociale vaardigheden en vereenzaamt onze jongeren in sneltreinvaart. De kansen liggen er, maar de uitdagingen zijn groot.  

Daarom zetten we in op een alomvattend beleid voor alle kinderen en jongeren in onze stad. Want in een stad waar kinderen en jongeren hun talenten optimaal kunnen ontplooien, groeien ze uit tot open, sociale en zelfredzame burgers die ieders eigenheid respecteren en positief bijdragen aan onze samenleving.

Kinderen en jongeren zijn sterk aanwezig in het Antwerpse straatbeeld. Ze zijn met alsmaar meer. Het creëren van voldoende fysieke en mentale ruimte voor alle kinderen en jongeren zodat ze zich in hun vrije tijd kunnen ontspannen en ontplooien, was dan ook een speerpunt van de voorbije jaren.

Omdat de districten het dichtst bij onze jongeren staan worden ze volledig bevoegd voor het lokale jeugdbeleid. Ze zijn het eerste aanspreekpunt voor jongeren en jeugdverenigingen.

1.2.1Actief jeugdwerk

We zetten maximaal in op een kwalitatief en vrijwillig jeugdwerk, waar kinderen en jongeren zelf belangrijke maatschappelijke waarden leren en kansen krijgen. Actief zijn in jeugdverenigingen en jeugdhuizen is zinvol. Jongeren leren er samenwerken, verantwoordelijkheid nemen en … maken er bakken plezier. Met hun actieve bijdrage versterken ze in hun eigen buurt het sociale weefsel en bevorderen ze mogelijke ontmoetingskansen tussen ouders.
Deelnemen aan het vrijwillig jeugdverenigingsleven heeft een sterke positieve impact op het leven van alle jongeren. Daarom zullen wij in samenwerking met de scholen een sterke campagne voeren om de toeleiding naar de jeugdbeweging vanuit alle hoeken en kanten van de Antwerpse samenleving te stimuleren. Er bestaan vandaag reeds heel wat vrijwillige jeugdverenigingen in de schoot van de vele culturele gemeenschappen die de stad rijk is. Wij willen hen meer samenbrengen en verbinden om elkaar beter te leren kennen en hen te laten profiteren van elkaars ervaringen.
De stad waakt erover dat het Nederlands de omgangstaal blijft in het jeugdwerk, zowel met de kinderen en jongeren als met de ouders.
Via open projectoproepen sluiten we overeenkomsten af met professionele jeugdwerkpartners. Dit laat ons toe gericht afspraken te maken over het welzijn, de ontwikkeling en de activering van onze jongeren. Op die manier kunnen we én extra aandacht besteden aan jongeren die het moeilijker hebben én blijvend bouwen aan het reguliere jeugdwerk.
We kiezen resoluut voor een wijkwerking op maat voor onze jongeren. Professioneel jeugdwerk bouwt mee aan de wijk, samen met heel wat andere initiatiefnemers vanuit andere sectoren zoals veiligheid, werkgelegenheid, samenleven, onderwijs, cultuur, sport en ruimtelijke ordening. De verschillende initiatieven op wijkniveau mogen niet overlappen, maar zullen elkaar juist versterken.
Professioneel jeugdwerk werkt mee aan het lokaal integraal veiligheidsbeleid. Veiligheid is immers een belangrijke voorwaarde voor kinderen en jongeren om zich thuis, op school en op straat te kunnen ontwikkelen. Jeugdorganisaties bieden kinderen en jongeren die veilige en vertrouwde plek. Zo werken we samen, van jongs af aan, aan een échte veiligheidscultuur en een leefbare wijk.
Jeugdwerkers zijn tijdens de vrijetijdsuren van onze jeugd aanwezig in de straten en op de pleinen, zowel tijdens het schooljaar als tijdens de vakantieperiodes. Jeugdwerkers zijn er immers om kinderen, tieners en jongeren te helpen, om naar hen toe te gaan, niet om met elkaar te vergaderen.
Kinderen moeten tijdens de vakantieperiodes voluit kunnen genieten van een gevarieerd en kwaliteitsvol opvangaanbod. De speelpleinwerkingen zijn daarbij dé partner bij uitstek, maar ook andere of nieuwe vormen van vakantie-opvang waarderen we. Daarbij denken we aan ‘spelen in de wijk’ en de initiatieven buitenschoolse opvang en vakantie-opvang voor de jongste kleuters in de kinderdagverblijven. Betaalbare vakantiekampen zetten we in de kijker.

Tijdens het schooljaar vullen we het ochtend- en avondtoezicht creatief in met huistaak-, spel-, taal- en sportactiviteiten voor kinderen die hier nood aan hebben of dit wensen. Daarnaast experimenteren we op woensdagnamiddag met een zinvol vrijetijdsaanbod. We doen dit in samenwerking met het lokale verenigingsleven.
Via brede leer- en leefomgevingen zetten we naast een uitdagend, maar laagdrempelig vrijetijdsaanbod ook in op huistaakbegeleiding bij kinderen en jongeren uit de buurt.
We stimuleren zo veel mogelijk kinderen en jongeren om in hun vrije tijd te proeven van de brede waaier aan creatieve opleidingen in het deeltijds kunstonderwijs zoals muziek, dans, theater of beeldende kunsten.
Kinderen, tieners en jongeren zijn volwaardige gesprekspartners, want in hun jeugdig enthousiasme komen ze soms met verrassende ideeën en oplossingen. Op zo veel mogelijk beleidsdomeinen streven we naar participatie van jongeren. Om de mening van kinderen en jongeren te kennen, zetten we daarnaast ook in op innovatieve en digitale inspraakinstrumenten, zoals OOR.

1.2.2Ruimte voor jongeren

We investeren in voldoende, veilige en gespreide jeugdinfrastructuur en in opslagruimte voor verenigingen. De vraag naar meer ruimte is enorm. Dat erkennen we. Naast het creëren van nieuwe ruimte streven we ook naar het maximaal gedeeld gebruik van het bestaande patrimonium. Bovendien motiveren we schoolbesturen om na de uren hun lokalen, sporthal en speelplaats ter beschikking te stellen van het jeugdwerk.
AG VESPA beheert ons patrimonium en kijkt uit naar opportuniteiten voor jongeren. Waar mogelijk investeren we dan ook om ruimtes om te vormen tot jeugdlokalen.
Bij de ontwikkeling van nieuwe stadsdelen en grote stadsontwikkelingsprojecten bepalen we telkens de noodzakelijke ruimte voor kinderen en jongeren. Dat doen we in evenwicht met economie en ecologie.
Grote avontuurlijke en natuurlijke speelterreinen op loop- of fietsafstand van gezinnen zijn een blijvende prioriteit. Daarbij hebben we specifieke aandacht voor de netheid, het onderhoud en de integrale toegankelijkheid van de speelzones. Ook het aantal speelbossen en groene speelzones blijven we uitbreiden.
Bestaande en gewenste speel- en schoolroutes maken we kindvriendelijker en verkeersveiliger in alle districten. Daarnaast maken we met een educatief aanbod in het jeugdwerk onze jongeren klaar om zich zelfstandig in het stadsverkeer te begeven. De klemtoon ligt daarbij op respect voor elkaar en respect voor de verkeersregels.
We experimenteren met kindvriendelijke architecturale installaties en bespeelbare kunst in het publiek domein. Ze geven aanleiding tot spelplezier in de openbare ruimte en trekken gezinnen aan.
We gaan op zoek naar een geschikte site om te herbestemmen naar een cluster voor jeugdcultuur.
De creatieve evenementenruimte ‘Ampere’ onder de spoorwegarcaden groeide uit tot een internationale trekpleister in het Antwerpse muziek- en nachtleven. Deze feestlocatie wordt in de toekomst nog meer ter beschikking gesteld van jeugdverenigingen en studentenclubs. Ook jonge Antwerpse organisatoren en bands krijgen er podiumkansen om hun talenten te ontplooien.
We brengen de spreiding, veiligheid en bereikbaarheid van de bestaande stedelijke en niet-stedelijke feestzalen en fuifruimtes in kaart en optimaliseren die waar nodig in samenspraak met de uitbater. In de eerste plaats willen we bestaande zalen fuifklaar maken en privé-ondernemers ondersteunen die een fuifzaal willen bouwen. Jeugdverenigingen moeten er steeds vlot terechtkunnen.
We  creëren een nieuwe fuifsite aan het station van Antwerpen-Berchem. We gaan actief op zoek naar andere potentiële fuifzones.
We ondersteunen creatieve jongeren door het aanbieden van voldoende repetitieruimtes voor jonge muziekgroepen, artistieke werkplekken voor beginnende kunstenaars en laagdrempelige expositieruimtes en podia.
Met de komst van het eerste urban center van Vlaanderen investeren we blijvend in de actuele tendensen in het jeugdwerk, zoals urban culture en urban sports.
Via projectsubsidies stimuleren de districten individuele jongeren om zelf initiatief te nemen en evenementen, muziekoptredens en festivals te organiseren in hun buurt.
De uitleendienst blijft individuele jongeren of jeugdverenigingen spel-, sport- en audiovisueel materiaal aanbieden aan voordelige tarieven, zodat ze goedkoper evenementen kunnen organiseren.

1.3 Door iedereen te laten sporten

Een gezonde geest in een gezond lichaam. Door onze ‘zittende samenleving’ met kantoorwerk, autorijden, televisie en computer is er steeds meer bewegingsarmoede, zelfs bij sportieve Antwerpenaren. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zorgt bewegingsarmoede voor meer vroegtijdige overlijdens dan roken. Elke dag een half uurtje bewegen, levert een aanzienlijke gezondheidswinst op. Slechts 1 op 3 Antwerpenaren behaalt momenteel deze bewegingsnorm. Dat moet beter.

We willen met het Antwerpse beweegplan nog een versnelling hoger schakelen. We willen meer ruimte voor naschoolse sport, een uitgebreid sportaanbod in brede buurtscholen en aangepaste activiteiten voor werkende volwassenen, voor ouderen en voor mensen met een beperking. We sporten niet enkel voor de sport. Van sport gaat een enorme gemeenschapsvormende kracht uit. Sport draagt bij tot algemeen welzijn, geeft mensen identiteit en bevordert de inclusie van kansengroepen in onze samenleving. De stad blijft verder inzetten op sport als verbindende factor.

Antwerpse sportclubs worden gestimuleerd om verder te groeien en zelfredzaam te zijn. Verenigingen die naast het sportieve ook aandacht hebben voor hun sociale en maatschappelijke rol in de wijk, zijn de beste garantie op levenslang sporten. De stad en de districten zorgen voor ondersteuning met subsidies, informatie, logistiek en infrastructuur.

We leveren samen met sportclubs extra inspanningen om iedereen te laten bewegen. Samen met andere partners uit het jeugdwerk, onderwijs, werk en economie, mobiliteit en gezondheid zet de stad in op actieve woon-werkverplaatsingen, beweegadvies op maat voor Antwerpse bedrijven en extra programma’s om onze jeugd warm te maken voor een actieve levensstijl, want we hebben liever beweeg- dan hangjongeren.

Om te kunnen sporten is er in de eerste plaats goede basissportinfrastructuur nodig  voor clubs én anders georganiseerde sporters. We brengen de bestaande sportinfrastructuur in kaart en maken op basis hiervan een masterplan over sportinfrastructuur op. Om in te zetten op slim en efficiënt gebruik van de beperkte ruimte, streven we naar multifunctionele sportclusters waar er wordt samengewerkt tussen bedrijven, scholen, clubs en sporttakken. Het ter beschikking stellen van stedelijke sportinfrastructuur gebeurt in afstemming met het district.

We stimuleren en ondersteunen clubs die verantwoordelijkheid nemen en participeren aan het beheer en onderhoud van de sportinfrastructuur.

In samenwerking met scholen en bovenlokale actoren realiseren we een masterplan sportinfrastructuur met sportspecifieke infrastructuur op maat van de lokale draagkracht en behoeften, waarbij we aandacht hebben voor alle – soms ook minder bekende – sporttakken. Alle sporten dienen over voldoende mogelijkheden te beschikken om te groeien, hun (top)talenten optimaal te kunnen begeleiden en om hun succes te concretiseren binnen hun werking.

Het succes van de Antwerpse voetbalclubs moet de volgende jaren ook resulteren in een nieuwe impuls voor het Antwerpse jeugdvoetbal. De bestaande amateurclubs moeten zich hierop voorbereiden. Mogelijk zijn nieuwe infrastructuurinvesteringen nodig om voetbalclubs met jeugdafdelingen opnieuw te laten groeien. Zo wordt ook de vernieuwing van de voetbalinfrastructuur op het Rooi verder afgewerkt.

We willen meedenken over de participatie aan een ambitieus project namelijk het bouwen van een  nieuw multifunctioneel voetbalstadion. We hebben geen behoefte aan een peperduur prestigeproject, wel aan moderne infrastructuur waarmee we eindelijk het enorme potentieel van het Antwerpse voetbal kunnen waarmaken. Dit project zal bijdragen aan een gezonde voetbalcultuur in onze stad. Daarnaast moeten er in het stadion ook andere sporttakken, bijvoorbeeld atletiek, maar ook evenementen plaats kunnen vinden.

Ondanks inspanningen van zwemclubs, de Antwerpse zwemschool en het succesrijke systeem van erkende privé-zwemleraars leert niet elk kind in Antwerpen zwemmen. Samen met scholen werken we aan een concreet actieplan om het bestaande zwemwater efficiënter te gebruiken en alle kinderen de kans te geven te leren zwemmen.

We bekijken waar watersport en waterrecreatie mogelijk zijn. De stad heeft de Schelde opnieuw omarmd en de Antwerpenaar houdt van water. Met het nieuwe masterplan voor Linkeroever, de herinrichting van het Galgenweel, de nieuwe ontwikkeling van het Noordkasteel, de nieuwe stadshaven en het Lobroekdok ontluikt er een enorm potentieel aan zwemwater. De Antwerpenaar zal zich binnenkort weer als een vis in het water voelen.

Het succes van bijvoorbeeld de start van de Ronde Van Vlaanderen, zowel voor de stad, het toerisme, als voor de lokale horeca, heeft Antwerpen nog sterker op de sportkaart gezet. De stad wil nog meer inzetten op sportevenementen, zonder aandacht te verliezen voor de draagkracht van elke wijk en de ondersteuning van lokale initiatieven.

In 2020 vieren we het Antwerps Olympisch jubileum met een A-lympische marathon. Dit wordt een evenement met internationale uitstraling. De marathon biedt kansen op het vlak van sporttoerisme en geeft alle districten de gelegenheid zich te verenigen rond één grote sportbeleving.

1.4 Door een gevarieerd cultuuraanbod

We komen met onze culturele identiteit en met onze culturele waarden naar buiten. Met de nodige fierheid tonen we iedereen die naar Antwerpen komt wie we zijn en waar we voor staan. Dat doen we met gevoel voor de gekende Antwerpse ‘bescheidenheid’ en ons uniek gevoel voor zwans.

Vandaag heerst er in de culturele wereld te vaak een elitair éénheidsdenken. Nochtans is cultuur er voor en van iedereen. We willen dan ook veel meer aandacht besteden aan een laagdrempeliger aanbod dat een ruimer bereik heeft dan het traditionele cultuurpubliek. Tegenover het elitair cultuurpessimisme plaatsen wij een actief burgerschap en een fundamenteel geloof in vooruitgang. Antwerpen heeft alle troeven in handen om terug een Gouden Eeuw te beleven, ook op cultureel gebied.

Antwerpen heeft de afgelopen jaren, met de N-VA in het bestuur, al een aantal mooie dingen gerealiseerd op cultureel gebied. Met deze ervaring en niet gebonden door het verleden, wil de N-VA nog enkele belangrijke stijlbreuken doorvoeren in het cultuurbeleid van deze stad. We maken voldoende middelen vrij om snel te anticiperen op nieuwe initiatieven. De stad zal binnen de vooropgestelde doelstellingen zoveel mogelijk stimuleren en ondersteunen en zo weinig mogelijk zelf actor willen zijn.

Antwerpen blijft zich profileren als internationale kunst- en cultuurstad met een rijk verleden en een creatieve toekomst. We hebben de voorbije jaren volop ingezet op onze culturele troeven en op de vernieuwing en herbestemming van ons cultureel erfgoed. Na het Barokjaar 2018 moet 2020 hét Modejaar worden met als trekpleister de heropening van het nieuwe Modemuseum.

We tellen af naar enkele langverwachte heropeningen van iconische Antwerpse gebouwen. In het compleet gerenoveerde KMSKA zetten we de schilderkunst uit de Antwerpse Gouden Eeuw in de kijker. Het stadhuis zal opnieuw zijn naam alle eer aandoen, want we geven het terug aan de Antwerpenaar en Het Steen wordt dé toeristische poort naar Antwerpen.

De toekomstige branding en stadsmarketing van de stad Antwerpen laat zich samenvatten als volgt: we ondersteunen gevestigde waarden en verrijken ons aanbod met nieuwe aanknopingspunten voor de buitenlandse bezoeker. Toegepast op het culturele aanbod plaatsen we naast Rubens het iconische schilderij van de Dulle Griet centraal in onze marketingstrategie.

Samen met het te vernieuwen Museum Mayer Van den Bergh stellen we dit unieke werk centraal in de beleving van onze stad en vertalen we het op een hedendaagse manier. Wanneer de stadsloketten van het district Antwerpen hun intrek nemen in de vernieuwde Harmonie, benutten we eindelijk het volle potentieel van het gebouwencomplex tussen het oude districtshuis en het Museum Mayer van den Bergh. We herwaarderen het museum en maken van dit prachtig stuk patrimonium een aantrekkingspool voor het Antwerps winkelhart.

We willen een themajaar over Antwerpen in al zijn glorie organiseren, in samenwerking met verschillende sectoren. Het Antwerps erfgoed draait niet enkel om gebouwen en bezienswaardigheden. Dit jaar zet onze eigen troeven in de kijker: ons Antwerps dialect, onze volksliedjes, onze volksverhalen en onze Antwerpse tradities.

De stad zal zijn inwoners, verenigingen en ondernemingen vooral stimuleren en ondersteunen in plaats van zelf te dirigeren. Zíj moeten zich kunnen tonen. We zijn geen concurrenten, maar zien elkaar meer als partners in een cultureel verhaal dat we samen schrijven. De initiatieven van burgers, verenigingen en ondernemingen worden ondersteund door de stad. Een logistiek, financieel of promotioneel duwtje in de rug kan veel betekenen een om positieve dynamiek te creëren.

Kunst en cultuur hebben de kracht om mensen te verenigen. We geven kunstenaars uit Antwerpen dan ook alle kansen om hun werk aan het publiek te tonen. Dit doen we in onze stedelijke infrastructuur. De culturele centra spelen een belangrijke rol in het ondersteunen van lokale initiatieven. Naar analogie met de bibliotheken moet ook hun werking geactualiseerd worden. Cultuurcentra moeten meer zijn dan de optelsom van de geprogrammeerde voorstellingen. Door een budgetvriendelijk verhuurbeleid moeten de Antwerpse cultuurhuizen er in slagen om nog meer in te zetten op hun open werking: kleinschalige cultuurprojecten van individuen en verenigingen, infomomenten van buurtgroepen … De cultuurhuizen kunnen hierin een waardevolle rol spelen en initiatieven met raad en daad bijstaan.

In alle districten moet er een volwaardig, op hun maat afgestemd cultureel centrum zijn dat openstaat voor lokale initiatieven. Dit betekent dat voor Ekeren en Borgerhout naar goede oplossingen gezocht wordt.

Nog te vaak zijn onze cultuurinstellingen eilandjes die op zichzelf staan. We moeten ze nog meer stimuleren om samen te werken en te innoveren over de kunstdisciplines en de sectoren heen en om netwerken uit te bouwen met actieve vertakkingen naar economie, onderwijs, toerisme en jeugd. Cultuur moet naar buiten komen en deelnemen aan de omgeving.

Onze cultuurhuizen moeten vuurtorens zijn die anderen aantrekken. Antwerpen heeft prachtige podia voor theater-, dans-, opera- en  musicalvoorstellingen. We stimuleren creativiteit, innovatie en experiment en hebben oog voor toptalent en topkwaliteit, zoals bij Opera en Ballet Vlaanderen. We hebben de ambitie om een wereldstad te blijven voor deze domeinen, daarom willen we investeren in de hard- en software van de cultuurgezelschappen en cultuurhuizen, zoals bijvoorbeeld in de Bourlaschouwburg.

Naast onze professionele cultuurinstellingen heeft onze stad ook een rijke amateurscene. We stimuleren de wisselwerking tussen professionelen en amateurs. Eenzelfde interactie moet er ook met het kunstonderwijs komen. Rondom die vuurtorens kan en moet het bruisen van creativiteit.

Met open oproepen willen we de invulling van de cultuurhuizen opengooien en brengen we de interessantste initiatieven ernaartoe. Creativiteit en vernieuwing stimuleer je niet door een cultuurhuis voor eeuwig en altijd aan één en dezelfde organisatie toe te vertrouwen. Voor je het weet ontstaat er routine, metaalmoeheid zelfs, en groeien er in de rand veel interessantere initiatieven. In het verleden werden die nieuwe initiatieven wel gesteund, maar nog te veel in de marge. De beste infrastructuur en de meeste middelen bleven steevast in handen van dezelfde geprivilegieerde organisaties, ook al waren die artistiek en creatief minder relevant geworden. Dat moet anders, eerlijker.

Voor de N-VA moeten innovatieve en creatieve projecten zoals Let’s Go Urban sneller opgepikt worden en aanspraak kunnen maken op een volwaardige werkplek. Niet met de bedoeling om zelf decennialang het podium te bezetten, maar om onbezorgd gedurende 3 tot 6 jaar hun ding te kunnen doen en de fakkel door te geven aan een volgend initiatief. Op die manier komt er een gezonde roulatie die creativiteit en innovatie stimuleert. Twee dingen waarin onze stad uitblinkt.

Betrokkenheid, beleving en interactie zijn essentieel geworden bij cultuurbeleving. Het publiek wil niet langer aanzien worden als een passieve toeschouwer, als louter consument. Als Smart City moet Antwerpen hierin een voortrekkersrol spelen. Makers moeten meer uit hun cocon, uit hun comfortzone durven treden en in dialoog gaan met hun stadsgenoten.

Antwerpen behoort tot de wereldtop wat betreft grote muziekconcerten. Denk maar aan het Sportpaleis, de Lotto Arena en de Elisabethzaal, het huis van het Antwerp Symphony Orchestra. Ook Kunsthuis, deSingel, Amuz, Trix, Openluchttheater Rivierenhof, Kavka, de Arenbergschouwburg en Jazz Middelheim hebben het potentieel om mensen samen te brengen. De stad bouwt een integraal muziekbeleid uit, zodat er ruimte is voor elk muziekgenre en aandacht voor elk klein, middelgroot of groot muziekpodium. We stimuleren creativiteit, innovatie en experiment en hebben oog voor toptalent en topkwaliteit. Het ontwikkelen van eigen Antwerps talent is bijzonder belangrijk voor ons.

De N-VA wil dat cultuurliefhebbers elke dag in de stad hun gading kunnen vinden. Alleen zo kunnen bewoners en bezoekers van over de hele wereld onze stad als cultuurstad ten volle beleven. Elke dag moeten er genoeg musea open zijn om een voldoende ruim aanbod te bieden. Naar analogie met andere grote Europese kunststeden zoals Parijs, zijn iedere eerste zondag van de maand alle Antwerpse musea gratis toegankelijk voor het grote publiek. Op deze manier kunnen zowel de Antwerpenaar als de niet-Antwerpenaar kennismaken met onze prachtige kunstcollectie én worden ze ambassadeur van deze instellingen.

De volgende jaren maken we verder werk van het nieuwe Maritiem Museum dat op de historische droogdokkensite zal verrijzen. Daarmee krijgen de geschiedenis van onze haven en het rijke maritieme verleden van Antwerpen opnieuw de plaats die ze verdienen.

We zetten het Museum aan de Stroom in waarvoor het eigenlijk bedoeld was: om het verhaal van Antwerpen te vertellen. We zijn immers fier op onze stad, met zijn rijke geschiedenis als wereldstad, en dit willen we in het MAS tentoonstellen en vertellen aan de (buitenlandse) bezoekers van onze stad.

Naast het openluchttheater in het Rivierenhof, zien we op de linkerscheldeoever ruimte voor een spectaculaire openluchtscène, met de skyline van Antwerpen op de achtergrond. Hiermee zal Antwerpen beschikken over een magnifieke setting voor theater, opera en andere voorstellingen en evenementen.

Na de geslaagde investeringen in het Museum Plantin-Moretus, verdient ook het Letterenhuis een opwaardering. We willen een fris en hedendaags museum dat nauw samenwerkt met de stedelijke bibliotheken en andere spelers om taal en literatuur te promoten. Voor het Brouwershuis wordt gezocht naar een oplossing om dit historisch belangrijke monument opnieuw te kunnen openstellen voor het grote publiek.

Winter in Antwerpen is uitgegroeid tot een schitterende wintervakantie die kan rekenen op grote belangstelling van mensen uit Antwerpen en omstreken. Ook de Zomer in Antwerpen moet uitgroeien uit tot een volwaardig stadsfestival en moet voor Antwerpenaren en voor toeristen een heuse zomervakantie bieden, met een programma met grote namen en met aandacht voor echt Antwerpse initiatieven.

We hebben van onze 11 juli-viering een fantastisch Vlaams volksfeest gemaakt. Onze Vlaamse feestdag blijft elk jaar een feest waar Antwerpenaren naar uitkijken. We starten de dag met de traditionele bloemenhulde op het Schoonselhof en zetten zowel in het stadscentrum als in de districten het feest in met Vlaamse muziek.

Het zijn niet alleen de grootse evenementen met internationale uitstraling die Antwerpen kenmerken, ook de traditionele Antwerpse evenementen willen we blijven ondersteunen. Evenementen als de Vette Os, het Gansrijden, de Geitestoet, de reuzenstoeten … behoren tot ons Antwerps erfgoed en dragen bij tot de bouw van een hechtere stadsgemeenschap.

In 2019 herdenken we op grootse wijze de 75ste verjaardag van de Bevrijding van Antwerpen. Het wordt een gezinsvriendelijk feest met het nodige spektakel, maar ook met aandacht voor de strijd voor onze vrijheid, onze democratische waarden en de verpletterende impact van onderdrukkende regimes en ideologieën. We huldigen de laatste overlevenden en slachtoffers en ontwikkelen een historisch verantwoord en educatief pakket.

Antwerpen is de Vlaamse filmstad bij uitstek. Onze stad en zijn atypische plekken zijn zeer geliefd en gegeerd als filmlocatie. Met onze ‘Antwerp Film Bonus’ versterken we onze audiovisuele sector en trekken we internationale projecten aan die de uitstraling van Antwerpen als filmstad in binnen- en buitenland promoten. We willen daarenboven een Antwerps jeugdfilmfestival organiseren, zodat Antwerpen een nog grotere rol kan spelen in de filmsector. Zo brengen we mensen meer in contact met ons cultureel aanbod.

1.5 Door actieve senioren

De N-VA garandeert aangepaste en kwalitatieve zorg voor senioren. Maar we vinden het zeker zo belangrijk dat onze senioren actief blijven in de gemeenschap. Ouder worden is geen synoniem voor ‘passief worden’. We willen actieve senioren die zich goed en gerespecteerd voelen, die participeren en meewerken aan het beter maken van hun wijk en van onze stad. We vertrekken daarbij vanuit de sterkte en het potentieel van mensen.

De vereenzaming van senioren zal een aandachtspunt zijn in het kader van onze “wijkwerking op maat”. De wijk beschikt over een samenhangend en gevarieerd geheel aan voorzieningen en activiteiten. Verenigingen, vrijwilligers, stadsmedewerkers en hulpverleners zullen in de wijk gevoelens en situaties van eenzaamheid opsporen en signaleren. Samen met de partners in de wijk ontwikkelen ze activiteiten om hen terug meer te betrekken op het wijkgebeuren. We denken in eerste instantie aan een team enthousiaste vrijwilligers die een luisterend oor bieden, samen een boodschap willen doen of een goed gesprek houden dat de stilte kan doorbreken.

Het verenigingsleven speelt een cruciale rol in het versterken van de sociale inclusie van ouderen, in het realiseren van zorgzame buurten en in het bereiken van de mensen in een kwetsbare situatie. Daarom ondersteunen we het verenigingsleven in het algemeen en de seniorenverenigingen in het bijzonder.

Gevoelens van eenzaamheid en sociaal isolement hebben een negatieve invloed op de gezondheid en de levenskwaliteit. Eenzame ouderen trekken zich langzaam terug uit het sociale leven en hebben sneller nood aan professionele zorg. We willen dit voorkomen door in te zetten op detectie van vereenzaming en op ondersteuning van ouderen.

We rollen ‘Meld Isolement’ verder uit. Dit is een digitaal meldpunt waar buurtbewoners en buurtpartners zorgwekkende situaties of isolement kunnen melden. Het is echter niet enkel een meldpunt, maar een samenwerkingsverband van lokale actoren in de wijk die, elk vanuit hun eigen opdracht, snel proberen te reageren op meldingen van sociaal isolement.

De aangereikte hulpverlening concentreert zich vanuit de persoonlijke situatie op het herstellen van sociale contacten, het bijstellen van behoeften en verwachtingen ten opzichte van relaties en het leren omgaan met gevoelens van eenzaamheid.

De stad zet samen met de districten onze concrete initiatieven verder en we stimuleren vrijwilligers, seniorenverenigingen, scholen, jeugdverenigingen om dit ook te doen. In de gedecentraliseerde projectenpot ‘Stadsmakers’ vragen we extra aandacht voor vereenzaming. Er zijn heel wat initiatieven die we willen opzetten en ondersteunen, zoals de organisatie van ontmoetingsdagen voor eenzame ouderen, belprojecten zoals ‘de telefoonster’, waarbij senioren die dat wensen op een vast tijdstip gebeld worden door een vrijwilliger, de oprichting van een werkgroep ‘vereenzaamde senioren’ en de activering van een sneeuw- en vuilnistelefoon, een initiatief waarbij vrijwilligers bejaarde buurtbewoners een handje toesteken.

 In het kader van e-zorg breiden we het BuurtInformatieNetwerk (BIN) uit met een welzijnscomponent, het WelzijnsInformatieNetwerk of het WIN. Alle actoren in een wijk en in het leven van een senior – hulpverleners, zorgverstrekkers, mantelzorgers, familie, stadsmedewerkers, verenigingen … – kunnen signalen en gevoelens van vereenzaming van ouderen op een toegankelijke en digitale manier doorgeven. Samen kunnen er oplossingen gezocht worden en kunnen er zorg en ondersteuning op maat geboden worden.

We stimuleren sociaal contact en uitwisseling over generaties heen. Senioren hebben heel wat te bieden: ze kunnen anderstaligen Nederlands leren en hun ervaring aanwenden in buurtverenigingen.

Ouderen moeten kunnen kiezen uit een waaier aan ontspannings- en ontplooiingsmogelijkheden, aangepast aan hun noden en behoeften. Ouderen worden in de ‘wijkwerking op maat’ actief betrokken bij sport, cultuur, huistaakbegeleiding en andere initiatieven. We willen de belangrijkste redenen wegnemen waarom ouderen niet aan activiteiten deelnemen, namelijk het tijdstip, de afstand, de bereikbaarheid of de kostprijs.

We zien erop toe dat er voldoende toegankelijke ontmoetingsruimte in elke wijk aanwezig is, bijvoorbeeld in de dienstencentra, zodat onze senioren kunnen samenkomen. We denken multifunctioneel. Heel wat van deze infrastructuur kan ook gebruikt worden voor andere doeleinden en andere doelgroepen. Op die manier wordt de kans ook groter dat onze senioren contacten leggen met andere buurtbewoners, kansengroepen, jongeren, praatgroepen enzovoort.

Informele ontmoetingsplaatsen zoals de wekelijkse markt of het park in de buurt zijn belangrijk voor sociale contacten. We voorzien dan ook voldoende rustpunten, prieeltjes, bankjes, groen en schaduw, camerabeveiliging en plaspunten zodat onze senioren met een gerust hart naar buiten kunnen blijven gaan. Het openbaar domein en de openbare gebouwen zijn toegankelijk en bereikbaar voor senioren.

We communiceren klaar en duidelijk naar ouderen. Ze worden op een laagdrempelige manier geïnformeerd en ondersteund over de mogelijkheden rond het aanvragen van premies, het activiteitenaanbod in de wijk, over het zorgaanbod en zo veel meer. We maken gebruik van een toegankelijke website en zetten onder het motto ‘levenslang leren’ in op meer gebruik van digitale tools door ouderen. 

We willen zo lang mogelijk kwaliteitsvol thuiswonen stimuleren aan de hand van premies voor mantelzorg en voor woningaanpassingen. Onze senioren hebben recht op een rijk gevulde en veilige oude dag in een comfortabele woonomgeving. We voorzien bovendien budgetten voor innovatieve woonvormen zoals kangoeroewonen, groepswonen en aanleunwoningen. Die moeten ervoor zorgen dat onze ouderen minder snel moeten overschakelen naar een assistentiewoning of het woonzorgcentrum.

Antwerpen is een verantwoordelijke en slimme stad

1.1Door een efficiënte en klantvriendelijke overheid

“Slimme Antwerpenaren, slimme stad”

Het stadsbestuur, de districtsbesturen en de administratie werken voor de burger, niet andersom. Klantvriendelijke dienstverlening staat voorop in de contacten met burgers. Elke burger wordt als een VIP behandeld. Snel inspelen op vragen, suggesties en bezorgdheden en het vlot afhandelen van administratieve procedures en dossiers is onze eerste zorg. Minder rompslomp, meer efficiëntie. Daar gaan we voor. Een belangrijke stap hierin is de evolutie van Antwerpen naar dé ‘Smart City’ van Vlaanderen en ver daarbuiten. Europa bijvoorbeeld. Termen als ‘internet of things’ zijn misschien ook voor u Chinees, maar wij gaan ze voor u laten werken. Want tenslotte moet u er beter van worden.

De tijd dat u als burger een dagje verlof moest organiseren om de nodige documenten te krijgen op een districtshuis is definitief voorbij. U hoeft niet meer te speculeren op daluren of goed geluk om een snelle dienstverlening te krijgen. U maakt telefonisch of via het internet een afspraak en vijf minuten later kan u weer verder. Veel documenten kan u gewoon opvragen via het digitaal loket.

Technologie is een zegen, maar voor wie niet ‘bij’ is kan het ook een vloek zijn. Een leven lang leren, is dus een noodzaak. En de N-VA laat niemand achter. We organiseren basis- en bijspijkercursussen zodat iedereen op sociaal en administratief vlak mee kan. Voor wie het echt niet lukt, behouden we de nodige alternatieven en voorzien we ondersteuning op maat.

De toekomst wordt vlotter, simpeler en beter. We vergroten stelselmatig het draagvlak voor nieuwe technologieën met concrete oplossingen. Binnenkort neemt uw vuilnisbak zelf contact op met de ophaaldienst dat hij klaar is voor transport. En als Antwerpenaar zit u bij iedere positieve evolutie op de eerste rij.

De stad en zijn personeel stellen zich klantvriendelijk, behulpzaam en beleefd op ten opzicht van hun burgers. Communicatie van de stad naar de burgers moet altijd hoffelijk en duidelijk zijn. De stad is er voor zijn Antwerpenaren, en niet andersom.

De dienstverlening past zich aan de burger aan. We gaan werken met wijkkantoren en pop-uplocaties van loketten voor de meeste afspraken met de stad. Zo gaat het loket naar de Antwerpenaar en niet langer omgekeerd. Ook houden onze openingstijden rekening met de (werkende) Antwerpenaar.

In onze dienstverlening blijven we uitgaan van neutraliteit naar de burger. Deze neutraliteit vertaalt zich in de werking en uitstraling van de overheid en moet ook zichtbaar zijn. Dit betekent dat religieuze of ideologische symbolen niet toegestaan zijn. Bij rechtstreekse klantencontacten in de openbare dienstverlening en bij contact met externe partners stelt de N-VA het neutraliteitsprincipe voorop.

Antwerpen zet er verder op in om zijn dienstverlening naar de burger te brengen via de digitale weg. We laten mensen die minder goed met technologie overweg kunnen niet in de steek. We blijven zorgen voor omkaderende initiatieven zoals opleidingsmogelijkheden in de digitale wereld en begeleiding aan de loketten of op pop-up locaties, zoals bijvoorbeeld in dienstencentra.

Antwerpen zet hiervoor verder in op Smart City-oplossingen, daar waar deze een meerwaarde zijn voor de burgers en de dienstverlening. Bij de uitbouw van zijn digitaal landschap hanteert Antwerpen het principe van open standaarden en data, zo zullen bijvoorbeeld data uit het systeem dat de verkeerslichten aanstuurt, beschikbaar worden gesteld voor externe ontwikkelaars van applicaties. Nieuwe digitale diensten worden modulair opgebouwd en er wordt maximaal gestreefd naar herbruikbaarheid van bestaande elementen. Blockchaintechnologie zal onze stadsadministratie tegen 2024 opnieuw onherkenbaar veranderen. Deze digitale revolutie neemt de burger administratieve rompslomp uit handen en zorgt voor de waterdichte beveiliging van privégegevens. Om de stad te begeleiden in deze digitale revolutie hebben we een Directeur Digitale Ontwikkeling (CIO) die de stedelijke innovatietrajecten en het gebruik van (privé)gegevens zal coördineren.

We stellen alle niet-privacygevoelige overheidsinformatie ter beschikking als ‘open data’, voor iedereen, kosteloos en voor alle doeleinden.

Het stadsbestuur neemt initiatief om in samenwerking met de telecomoperatoren het eerste 5G netwerk als primeur in onze stad uit te rollen.

We zoeken samenwerkingen om Virtual Reality (VR)- of Augmented Reality (AR)-oplossingen uit te werken. Deze oplossingen worden gebruikt om geplande en toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in de stad te tonen aan de bewoners. In de toeristische aantrekkingspolen en bezoekerscentra worden dergelijke oplossingen gebruikt om bezoekers een nog betere beleving te bezorgen.

De stedelijke website is gemakkelijk en toegankelijk voor alle burgers. Op deze website moeten burgers ook snel alle stedelijke regelgeving, reglementen en formulieren kunnen terugvinden, die overigens duidelijk en transparant geschreven zijn.

Via regelmatige communicatiecampagnes informeren we bewoners, bedrijven en anderen over hoe ze de stad kunnen bereiken voor hun verschillende vragen en problematieken. Zo informeren we bijvoorbeeld per wijk wie de wijkagent en stadsmarinier zijn, waar men kan winkelen in de buurtwinkel enzovoort.

De stad is 7/7 bereikbaar om meldingen van burgers te ontvangen en door te geven aan de desbetreffende diensten; dit geldt bijvoorbeeld ook voor het telefonisch melden van sluikstort tijdens het weekend.

De stad en districten besteden extra aandacht aan het snel, kwalitatief en efficiënt uitvoeren van geplande werken. Ook wanneer burgers problemen signaleren aan het openbaar domein, volgen én lossen we deze meldingen snel op.

We kijken er strikt op toe dat nutsmaatschappijen straten niet om de haverklap opengooien en dat ze de straten na hun werken direct terug herstellen. Dankzij de fusie tussen de verschillende intercommunales zullen de coördinatie en de contacten met de stad en de districten beter verlopen.

Onze focus en die van de stedelijke administratie ligt op realiseren, op het bereiken van onze doelstellingen. Dit betekent niet dat we alles zelf willen doen. Integendeel. Wie iets uitvoert, is van ondergeschikt belang. De stad kan uitvoerder, regisseur of facilitator zijn. 

De stad voert een ‘overheadnorm’ in voor zichzelf en gesubsidieerden, om de middelen naar de klant/burger te brengen in plaats van naar structuren en overheadkosten.

We evalueren de stedelijke organisatie met als doel maximale efficiëntie en kwalitatieve dienstverlening. We snoeien hiervoor verder in de structuren van de groep Stad Antwerpen. De inkanteling van het OCMW in de stad wordt vervolledigd, onder het motto “minder versnippering voor meer dienstverlening”.

We vinden het zeer belangrijk dat alle werknemers van de stedelijke diensten zich goed voelen op het werk, daarom blijven we inzetten op het bestraffen, maar vooral voorkomen van pesten en ongepast gedrag op het werk. Er is hiervoor een meldpunt of vertrouwenspersoon.

We zetten in op een personeelsbeleid waarbij onze medewerkers zich ontplooien en hun competenties ten volle benutten. Daarnaast zorgen we voor een aangename sfeer door onze personeelsleden te betrekken bij de echte Antwerpse feestdagen, zoals Verloren Maandag en Moederdag.

Antwerpen stippelt een eigen beleid voor ontwikkelingssamenwerking uit complementair aan het Vlaamse en federale. De leden van de adviesraad voor ontwikkelingssamenwerking AROSA  ontplooien in samenwerking met de stad activiteiten in het kader van het Noord-Zuidbeleid. De N-VA is voorstander van het stroomlijnen van deze initiatieven waarbij meer wordt ingezet op de ondersteuning van lokale initiatieven en actoren die een band hebben met de stad/link naar stedelijke organisaties.

1.2Door burgers te betrekken

Met ‘Over de Ring’ en de werkbanken van het Toekomstverbond hebben we voor het grootse stadsproject van de eeuw ook het grootste participatietraject ooit georganiseerd. De N-VA beschouwt alle Antwerpenaren als partners, in het beleid en in de gemeenschap. We geloven dat we als stad niet alles zelf moeten willen doen, maar net burgers, verenigingen en ondernemers de kansen moeten geven. Participatie betekent voor ons niet het oprichten van praatbarakken, vergaderen zonder te realiseren. Voor ons betekent participatie dat we burgers, verenigingen en ondernemers de verantwoordelijkheid geven om de stad en hun wijk uit te bouwen tot een aangename en dynamische leef- en werkomgeving. De stad focust op haar kerntaken zodat er meer ruimte komt voor vrije initiatieven van burgers, verenigingen en ondernemers. De stad ondersteunt zonder alles en iedereen strak te willen regisseren.

De stad richt zich als actor op zijn kerntaken en geeft voor de rest waar mogelijk een minimale invulling aan zijn actorrol. We laten burgers, verenigingen en bedrijven het heft in eigen handen nemen. We zetten in op extra ondersteuning van vrijwilligers.

Via de nieuw opgezette wijkwerking brengen we wijkbewoners en wijkgebruikers dichter bij elkaar. In de wijkwerking, die op maat van een wijk wordt opgezet, kunnen alle burgers, verenigingen en ondernemers elkaar vinden en kunnen zij samen initiatieven nemen die hun wijk versterken. Er wordt niet meer los van elkaar gewerkt, maar beleidsdomeinoverschrijdend en met alle actoren.

We hechten belang aan gemeenschapsdienst. Bewoners kunnen zelf een deel van de verantwoordelijkheid opnemen voor het onderhoud van hun straat of pleintje, voor beheer van wijkinfrastructuur en dergelijke meer. We belonen gemeenschapsdienst met virtuele aandelen of ‘A-coins’ op de pAs, die ingezet kunnen worden in bijvoorbeeld het gebruik van het cultureel centrum. Zo kunnen we uitgebluste gemeenschappen terug leven inblazen.

Initiatieven van handelaars, bewoners en verenigingen worden gestimuleerd en ondersteund via een participatieplatform, dat toelaat om online financiële ondersteuning of ondersteuning in natura op te halen bij de gemeenschap. Lokale ondernemers hebben niet altijd de toegang tot middelen om op te starten en burgers of verenigingen hebben niet altijd het materiaal of de infrastructuur om hun initiatief te realiseren. Via crowdsourcing en crowdfunding vanuit de lokale gemeenschap kunnen lokale projecten worden gerealiseerd met een rechtstreekse en positieve impact op deze gemeenschap.

We willen groepen en verenigingen betrekken bij beleidsbeslissingen. Dit doen we via de bestaande adviesraden, die we evalueren op hun representativiteit en draagvlak. Daarnaast willen we vooral ook de stem horen van de niet-georganiseerde Antwerpenaren. We gebruiken een digitale applicatie (zoals FluiCity) om de stille meerderheid te bereiken. Burgerinitiatieven moeten gedragen zijn door de meerderheid van een wijk of straat. We blijven zorgen voor een degelijke, professionele begeleiding van de inspraak.
We zetten specifiek in op participatietrajecten voor kinderen en jongeren, zonder hen te willen belasten met volwassen vraagstukken. We gebruiken hiervoor onder andere onze eigen applicatie OOR.

We ontwikkelen een interactief digitaal platform waar de adviezen van de adviesraden door iedereen raadpleegbaar zijn, en waar zowel adviesraden als burgers hun mening kunnen geven.

Inspraak moet leiden tot uitspraak. Dat laatste is een taak van de verkozenen binnen de representatieve democratie.

We investeren in bemiddeling als er conflicten ontstaan tussen bewoners, bedrijven, organisaties en/of de stad. Het is immers beter als mensen met elkaar praten, dit verlaagt de gerechtskosten en verhoogt de leefbaarheid.

De districten bepalen zelf hoe zij participatie voor hun bevoegdheden organiseren, op maat van hun district. Dit kan bijvoorbeeld zijn via de methodiek van burgerbegroting, via aanwezigheid in de wijken met een vliegend districtscollege, via wijkadviesraden, door bevragingen, infoavonden …

De meer dan 270 districts- en gemeenteraadsleden nemen meer hun rol als ‘antennes van de wijk’ op. Ze kunnen ophalen wat er in de wijken en buurten leeft. De zichtbaarheid en benaderbaarheid van districts- en gemeenteraadsraadsleden moeten versterkt worden. Het zijn zij die de wensen en noden van de inwoners kunnen aankaarten bij het districts- en stadsbestuur en/of tijdens de districts- of gemeenteraad.

Bij (her)aanlegprojecten van het openbaar domein wordt aandacht besteed aan participatie en communicatie met de betrokken actoren, zodat hun wensen, verzuchtingen en belangen afgewogen kunnen worden. Bij nieuwe ontwikkelingen betrekken we de bewoners en handelaars uit de onmiddellijke en soms ook verdere omgeving. De participatietrajecten voor de Zuiderdokken en ‘Over de Ring’ over de overkappingen zijn hiervan voorbeelden waarop we trots zijn.

1.3Door een gezond financieel beleid

Deze bestuursperiode kunnen we een zeer sterk rapport voorleggen: we hebben de historische schuld afgebouwd en we staan niet meer onder curatele maar tegelijk hebben we durven investeren, we hebben belastingen vereenvoudigd en afgeschaft en hebben geknipt in de administratieve rompslomp. Wij beheren de stad als een goede huisvader en zorgen ervoor dat de Antwerpenaar op beide oren kan slapen. De schuldgraad per inwoner is afgenomen van meer dan 2.000 euro naar 980 euro: meer dan een halvering op vijf jaar tijd. En de belastingen voor bewoners en bedrijven zijn deze bestuursperiode gedaald met 60 miljoen euro.

Er wordt verder gewerkt aan een gezonde en sluitende stadsbegroting in evenwicht, die een ambitieus investeringsprogramma vertaalt in een meerjarenplan dat we uitvoeren zonder de belastingen te verhogen. Integendeel, we verlagen de belastingen wanneer we de kans zien, zowel voor onze bewoners als onze bedrijven. 

We kunnen en moeten als stad niet alles zelf doen. Dankzij het systeem van betoelaging kunnen anderen ons bijstaan in het realiseren van onze doelstellingen. Door de vele nominatieve toelagen (al dan niet met convenanten), subsidiereglementen en de open oproepen zien we echter nog moeilijk het bos door de bomen. Een vereenvoudiging dringt zich op. Afhankelijk van het doel en de begunstigde (particulier, (semi)professioneel, overheid) kan een ander systeem nodig zijn. We zetten transparante samenwerkingsverbanden op die tegemoet komen aan de verschillende noden.

Meer dan ooit zal er een strikt budgettair beleid nodig zijn. Uiteraard blijven we streven naar optimalisaties en efficiëntiewinsten, maar er moeten ook keuzes gemaakt worden en prioriteiten gesteld. Hierbij zijn er geen heilige huisjes. De groep Antwerpen en al zijn zuster- en dochterinstellingen en organisaties zullen hetzelfde strikte budgettaire beleid moeten toepassen.

Opnemen van leningen of andere financieringsvormen, doen we enkel als we daarvoor voldoende draagkracht hebben. We gaan niet lenen voor exploitatie-uitgaven, aflossingen van leningen en rentebetaling. We schuiven onze schulden niet door naar toekomstige generaties. 

We voeren een realistisch, maar ook ambitieus investeringsbeleid, rekening houdend met de financiële draagkracht van de stad. We gaan voorzichtig om met soms dure publiek-private samenwerking en constructies.

Als er eenmalige inkomsten binnenkomen, steken we deze in een spaarpot waarmee we de balans van de stad verbeteren. We gaan deze middelen immers nog hard nodig hebben, onder andere voor de pensioenen.

We willen de personeelsuitgaven per inwoner verder doen dalen. We leggen een verdere doorgedreven focus op de juiste vorm van tewerkstelling voor elke taak binnen de stad: regulier, tijdelijk, jobstudent, interim … We maken meer gebruik van externe krachten om onder andere piekmomenten op te vangen.

We verlagen de belastingen daar waar we de kans zien, zowel voor bedrijven als voor bewoners  Onze belastingreglementen zijn eenvoudig en rechtvaardig. We zetten permanent in op een correcte, digitale en rechtvaardige heffing van de lokale belastingen, met zo min mogelijk administratieve last voor de burgers, de bedrijven én de stad.

Er wordt verder werk gemaakt van een gunstig fiscaal ondernemingsklimaat. We pleiten voor het vervangen van allerlei belastingen en heffingen voor bedrijven door opcentiemen op de vennootschapsbelasting, die onlangs door de N-VA werd hervormd en verlaagd.

Er wordt onderzocht of en hoe we bepaalde wijken en buurten aantrekkelijker kunnen maken en opwaarderen door investeringen in die wijken te laten genieten van verlaagde opcentiemen op de onroerende voorheffing.

In het kader van een efficiënt en zuinig beleid betrekken we bewoners en bedrijven door ze op www.antwerpen.be voorstellen te laten doen die bijdragen tot een gezond financieel beleid.

De voorbije bestuursperiode hebben we een leidersrol opgenomen in de grondige herstructurering en vereenvoudiging van het energielandschap. Dit heeft gezorgd voor het afschaffen van heel wat intercommunales en mandaten. We willen diezelfde hervorming doorvoeren in de afvalsector en watersector.

Het beheer van het stedelijk vastgoed wordt geprofessionaliseerd. AG VESPA beheert al het stedelijk vastgoed en maakt een duidelijk onderscheid tussen financieel vastgoed en maatschappelijk vastgoed dat dient voor bijvoorbeeld scholen, kinderopvang, sport, verenigingsleven, sociaal beleid en cultuur. We brengen het stedelijke patrimonium digitaal in kaart, met het oog op slim vastgoedbeheer. Dankzij het slim vastgoedbeheer van AG VESPA worden leegstaande panden in kaart gebracht die tijdelijk kunnen dienen voor maatschappelijke invulling.

We maken werk van een transparante, duidelijke en volledige subsidielijst: een digitale databank die aangeeft wie welke subsidies ontvangen heeft volgens welk reglement. Deze is voor iedereen beschikbaar via de stedelijke website. Iedereen moet inzage hebben in de subsidies en begunstigden. We voorkomen met deze subsidielijst bovendien dubbele subsidiëring.

We laten het totaal aan werkingssubsidies aan derden dalen, richting het gemiddelde van de vier andere Vlaamse provinciesteden. Stedelijke subsidiëring wordt ook telkens gekoppeld aan duidelijke en meetbare doelstellingen. Bij het verstrekken van subsidies kijken we niet enkel naar de input maar ook naar de output en of ze tot de kerntaken van de stad behoren. Bedragen worden verstrekt volgens een meer resultaatgerichte benadering, waarbij de reële impact van de projecten wordt afgetoetst. Bovendien streven we er naar dat gesubsidieerde verenigingen steeds een minimum aan eigen inkomsten kunnen aantonen.

Subsidies worden traditioneel opgedeeld volgens de verschillende beleidsdomeinen, zoals cultuur, sport, jeugd. Wij willen met de ‘wijkwerking op maat’ echter ook beleidsdomeinoverschrijdend werken en dit trekken we door naar de subsidiëring. We houden meer rekening met de effecten voor de wijkgemeenschap.

We zorgen bij subsidieovereenkomsten voor aanklampende opvolging. We zetten plaatsbezoeken, verbetertrajecten en dergelijke op en bouwen de administratieve backofficelast af.

In subsidiereglementen en samenwerkingsovereenkomsten met derden worden twee standaardclausules opgenomen: de Nederlands-clausule (actief en exclusief gebruik van Nederlands als voertaal) en de Verlichtings-clausule (waarden van de Verlichting zoals gelijkheid man-vrouw, scheiding staat en religie, respect voor seksuele diversiteit …)

Voor convenanten met partners werken we steeds met projectoproepen. Dit zorgt ervoor dat op een transparante manier de meeste kwalitatieve invulling wordt gevonden.

Het aanvragen, toekennen, uitbetalen en opvolgen van subsidies wordt gedigitaliseerd en vereenvoudigd.

We creëren duidelijkheid en transparantie in het concessiebeleid van de stad. Het toewijzen van een concessie aan bijvoorbeeld sportclubs, jeugdverenigingen of cultuurverenigingen moet gesteund zijn op een duidelijk reglement.

1.4Door decentralisatie

De N-VA heeft woord gehouden en heeft de voorbije bestuursperiode op een grondige en doordachte manier de districten versterkt. Dat komt alle Antwerpenaren ten goede. De districtsraadsleden zijn het talrijkst en hebben de meeste contacten met de mensen in de wijken en op straat. Door de districten de nodige bevoegdheden, middelen én autonomie te geven om beleid dicht bij de burger te voeren, verstevigen we die lokale binding. We hebben het jarenlange gebrek aan duidelijkheid en transparantie weggewerkt en zorgen ervoor dat de districten effectief hun beleid kunnen verwezenlijken met de middelen die ze voorhanden hebben. Het zijn de districten die autonomie hebben over hun bevoegdheden.

Alle districten en wijken behoren tegelijk ook integraal tot Antwerpen. In ons stadsbeleid hebben we aandacht voor alle wijken en districten, rekening houdend met de eigen identiteit van onze districten.  

De decentralisatiebesluiten die de districten de nodige tools en slagkracht geven, gaan de volgende bestuursperiode in werking. Het is belangrijk dat deze goed uitgerold en geïmplementeerd zijn, zodat de districten hun beleid ten volle kunnen voeren, dicht bij de burger. We maken duidelijk voor alle burgers en verenigingen bij wie ze waarvoor terechtkunnen. De districten zullen nog duidelijker het eerste aanspreekpunt vormen voor wijkverenigingen, jeugdverenigingen, sportverenigingen, individuele burgers …

De stadsadministratie werkt voor 10 besturen: het stadsbestuur én de negen districtsbesturen. Er worden resultaatsverbintenissen en dienstverleningsovereenkomsten afgesloten tussen de stadsadministratie en het districtsbestuur, die garanderen dat het beleid van elk district efficiënt en effectief wordt uitgevoerd. Ook gaat het systeem van trekkingsrechten in werking, een transparant en slim systeem waarmee de districten hun indirecte personele middelen kunnen inzetten. De districten doen in de eerste plaats een beroep op de stadsadministratie en pas als deze niet over de nodige middelen beschikt, kan een district gebruikmaken van raamcontracten met externen.

De districten krijgen vanaf nu de dotaties via een geüpdatete en duidelijke verdeelsleutel. Belangrijk is ook dat zij beschikken over voldoende middelen. De voorbije jaren hebben de districten zwaar ingezet op investeringen in het openbaar domein. Zij hebben hierdoor meer uitgegeven dan wat ze kregen als dotatie. Om ook de komende bestuursperiode de districten voldoende marge te geven om te investeren, wil de N-VA de districten extra middelen geven.

De negen districten zijn vertegenwoordigd in de vervoersregio. Zo kunnen mobiliteitsoplossingen uitgedacht worden voor districtsoverschrijdende en stadsoverschrijdende projecten en tegelijk kan er rekening gehouden worden met lokale noden en vragen.

De huidige wijkvorming sluit niet altijd meer aan op de oude gemeentegrenzen, zeker niet meer in het stadscentrum. Daarom moeten we nadenken over een hertekening van de districtsgrenzen, die aansluiten op de feitelijke situatie van vandaag. Een grenscorrectie moet steunen op een positieve bevraging van de bewoners. Ook met naburige gemeenten kunnen grenscorrecties worden doorgevoerd, om een onlogische afbakening op te lossen.