U bent hier
Stadsvernieuwing: wat kunnen Oslo, Wenen en Barcelona leren van Antwerpen en omgekeerd?

De stad Antwerpen focust de jongste jaren op de rand buiten de Ring om aan stadsvernieuwing te doen. Ze staat daarbij voor dezelfde uitdagingen als andere Europese steden zoals Barcelona, Wenen en Oslo. Experten van verschillende steden steken onder impuls van Antwerpen de koppen bijeen om naar oplossingen te zoeken.
Acht Europese projectpartners en Antwerpen leren van elkaars stadsvernieuwingsaanpak in het kader van het Europese project URBACT
Sinds september 2015 werkt Antwerpen samen met Wenen (Oostenrijk), Regio Barcelona (Spanje), Oslo (Noorwegen), Düsseldorf (Duitsland), Baia Mare (Roemenië), Brno (Tsjechië), Solin (Slovenië) en Casoria (Italië). Deze steden staan - net als Antwerpen - allemaal voor de uitdaging om de gebieden rond hun stadskern aantrekkelijker te maken.
De wijken waar de stad Antwerpen op inzoomt, hebben gemeenschappelijk dat ze vlak na de oorlog gebouwd werden en dat er nood is aan renovatie, omwille van onder andere de ouderdom van de woningen en de energienormen. Dit biedt een mooie kans om deze wijken een update te geven en meteen ook het publieke domein herin te richten. Daarbij kan de stad inspelen op de publieke noden die er zijn als extra scholen, winkels, enzovoort. Dit zijn doelstellingen die ook de eerder vermelde steden nastreven.
Om te onderzoeken hoe dit het best kan gerealiseerd worden, werken de steden de komende twee jaar samen. Experten stadsontwikkeling van de acht steden zijn daarom drie dagen in Antwerpen om te leren van de stadsontwikkelingsaanpak van reeds gerealiseerde wijken zoals het Eilandje en het Militair Hospitaal. Ze wisselen ervaringen uit over soortgelijke projecten in hun eigen stad en hoe ze deze aanpak kunnen vertalen naar de vernieuwing van woonwijken buiten de stad. De komende twee jaar zal Antwerpen ook naar deze steden reizen om verder kennis uit te wisselen en concrete acties uit te werken.
Stadsvernieuwing buiten de Ring
Antwerpen heeft sinds de jaren negentig een sterke stadsplanningsexpertise opgebouwd met de vernieuwing van de 19de-eeuwse stadswijken binnen de Ring. Buiten de Ring zijn er zowel woonwijken die volgens een bepaalde visie zijn ontwikkeld (zoals tuinwijken of de Arena-wijk) als wijken die eerder organisch zijn gegroeid (zoals de Bel-étage wijken in Deurne, Hoboken Lageweg). De focus ligt vooral op het laatste type wijken.
Het zijn veelal wijken waar er enkel woningen zijn, die afgewisseld worden met drukke invalswegen of een industriegebied. Ze werden in de jaren zestig gebouwd, voornamelijk op agrarisch gebied. Dit is vandaag de dag gezien de beperkte open ruimte en het wettelijk kader niet meer mogelijk.
Antwerpen kiest ervoor om de mogelijkheden qua stadsvernieuwing te onderzoeken binnen de bestaande wijken, zonder daarbij meer ruimte in te nemen. De stad wil van deze wijken een plaats maken waar wonen samen gaat met werkplekken en met extra publieke voorzieningen en aangename publieke pleinen en parken.
Om de eigenheid van de wijken te bewaren, treedt de stad in dialoog met de lokale bewoners en bedrijven. Antwerpen raadpleegde in 2014 al de bewoners in deze gebieden tijdens een ‘Week van de Dialoog’ over ‘de stad van morgen’. Zij zetten de kwaliteiten van hun buurt in de verf en benadrukten het belang van de eigenheid van de stadswijken buiten de Ring. Ze combineren namelijk het beste van twee werelden: ontspannen wonen in een groene omgeving en toch dichtbij de stad en voorzieningen zoals scholen, cultuur en winkels.
Schepen Rob Van de Velde: “De gebieden buiten de Ring zijn uniek omdat ze nog veel ruimte en groen aanbieden en dichtbij de stad zijn. Alleen zijn er bepaalde wijken die dateren van vlak na de Tweede Wereldoorlog en toe zijn aan renovatie. Deze wijken willen we nog aantrekkelijker maken voor de huidige bewoners en voor nieuwe bewoners. Dit kan niet zonder de hulp van de bewoners en daarom zoeken we naar een nieuwe manier van stadsontwikkeling. Door samen te werken met Europese steden en universiteiten kunnen we leren van elkaar en hopen we sneller antwoorden te vinden op de uitdagingen.”
Verantwoordelijke schepen: Rob Van de Velde, schepen voor stadsontwikkeling