U bent hier
Stadsbestuur zet in op zachte maatregelen tijdens grote wegenwerken

Om de verkeersimpact van de grote werven de komende jaren te beperken, keurt het college vandaag het plan van aanpak en de uitrol van een groot pakket aan ‘zachte maatregelen’ goed. Deze maatregelen bestaan uit de brede publiekscampagne ‘Slim naar Antwerpen’, maar ook uit een specifieke aanpak voor werkgevers in de werfgebieden.
Masterplan 2020
Het Masterplan 2020 wil zorgen voor vlotter verkeer, veiligere wegen en een modal split van 50/50 (de helft van de verplaatsingen met de auto, de andere helft met alternatieve vervoersmiddelen).
In het kader van dat Masterplan zijn een aantal grote werven in Antwerpen nu al opgestart, andere komen er de volgende maanden en jaren aan. Zowel het personen- als het vrachtvervoer kunnen tijdens de verschillende werffasen hinder ondervinden. De hinder zal zich voordoen in de bredere regio rond Antwerpen, maar in het bijzonder in het noordelijk, oostelijk en westelijk deel van de stad.
Minderhinderaanpak
Daarom maken de Vlaamse overheid, de Provincie Antwerpen, de NMBS en de stad Antwerpen sinds 2014 werk van een doorgedreven ‘minderhinderaanpak’ voor de gehele regio. Daarbinnen treedt de stad op als trekker en coördinator van de stedelijke minderhindermaatregelen en van de communicatie over de bereikbaarheid van de Antwerpse regio. Deze minderhindermaatregelen vallen uiteen in ‘harde’ of infrastructurele maatregelen en ‘zachte’ of gedragssturende maatregelen.
Nood aan ‘zachte’ maatregelen
Op basis van de reële werfplanningen voor de projecten IJzerlaan, Noorderlijn, Noordersingel en vervanging van de IJzerlaanbrug, de Brug van den Azijn en de Theunisbrug werd een inschatting gemaakt van het aantal gehinderde automobilisten en van hun herkomst- en bestemmingsgebieden voor de periode 2016-2019.
De belangrijkste conclusies van deze hinderinschatting zijn de volgende:
de komende drie jaar is er een vermindering nodig van het aantal auto’s of vrachtwagens in de spits van ongeveer 10.000 voertuigen, om de huidige spitssituatie te handhaven.
halfweg 2017 is er gedurende zes maanden een bijkomende vermindering van ongeveer 10.000 voertuigen nodig, om de huidige spitssituatie te handhaven.
Koen Kennis, schepen voor mobiliteit: “Dergelijke cijfers maken duidelijk dat er niet alleen op ‘harde’ infrastructurele maatregelen dient te worden ingezet, maar ook op ‘zachte’ maatregelen die meer gericht zijn op gedragsverandering.”
‘Zachte’ maatregelen omvatten:
algemene maatregelen zoals de publiekscampagne ‘Slim naar Antwerpen’ of een aanbod aan reisinformatie;
maatregelen gericht op het vermijden, beperken of verschuiven van verplaatsingen tijdens de spits zoals telewerken, flexibele werkuren, verschuiven van werktijden of schooluren, slim ontmoeten;
maatregelen gericht op anders (dan met de auto) reizen tijdens de spits zoals openbaar of collectief vervoer, carpoolen of autodelen, fietsen of e-fietsen en alle vormen van geschakelde mobiliteit.
De uitwerking van de zachte maatregelen van de stad Antwerpen vertrekken vanuit een aantal uitgangspunten:
De keuzevrijheid van de gebruiker staat centraal
Om een gebruiker te verleiden zijn gedrag te veranderen, moet de keuzevrijheid van die gebruiker centraal staan. Dit betekent dat er wel een aanbod moet zijn om uit te kiezen. Daarom richt de zachte aanpak zich op het vergroten van het aantal kwalitatieve alternatieven voor de auto. Zodra die er zijn, richt de aanpak zich op het promoten en actief stimuleren van deze alternatieven.
De automobilist wordt benaderd op verschillende manieren
Maar hoe is de doelgroep van automobilisten te bereiken? Afhankelijk van de reden waarom men reist, is dat anders. Afhankelijk van of men rijdt voor het werk of niet, is een andere benadering van de automobilisten aangewezen. Werkgevers, zeker als het grote bedrijven zijn, kunnen rechtstreeks worden aangesproken. Voor kleinere bedrijven en verplaatsingen die niets met het werk te maken hebben, worden de automobilisten zelf rechtstreeks gesensibiliseerd. Dat met onder meer met een mediacampagne, de interactieve routeplanner van Slim naar Antwerpen, de app en informatieverlening.
Er wordt ook ingezet op de alternatieven van commerciële partijen
Het beïnvloeden van de reiziger is een spel tussen meerdere partijen:
- de overheid
- de werkgever of publiekstrekkers (zoals bijvoorbeeld een ziekenhuis of het Sportpaleis)
- de aanbieders van mobiliteitsdiensten. Er zijn de klassieke aanbieders van openbaar vervoer. Maar voor carpoolen, carsharing, mobiliteitsbudgetten, fietsdiensten, flexkantoren… is er momenteel heel wat minder aanbod. Die variëteit aan extra diensten moet nog verder ontwikkeld worden.
Zachte maatregelen onder de koepel ‘Marktplaats voor mobiliteit’
Op basis van de bovenstaande uitgangspunten bundelt de stad de verschillende zachte maatregelen onder de noemer ‘Marktplaats voor mobiliteit’.
Deze marktplaats zal zich vooral richten op de automobilist. Het opzetten ervan verloopt in twee stappen:
de ontwikkeling van het aanbod;
de uitwerking van een manier om de verschillende doelgroepen te benaderen.
Ontwikkeling aanbod
Als eerste stap moet er een aanbod aan mobiliteitsdiensten komen die de spits helpen milderen. Iedere reiziger die zijn/haar gedrag wil aanpassen, moet immers genoeg opties krijgen. Het aantal, de kwaliteit en de diversiteit van die mogelijke alternatieven moet stapsgewijs uitgebouwd worden. Vandaag beschikt de stad al over een aantal diensten die actief zijn; andere moeten nog ontwikkeld worden. Er zijn drie categorieën, ingedeeld naar timing:
Operationele diensten zoals de website www.slimnaarantwerpen.be met de toekomstige interactieve routeplanner die alle transportmodi meeneemt, of de mobiliteitsscan voor bedrijven met meer dan 200 personeelsleden
diensten die nog op korte termijn operationeel gemaakt kunnen worden om een bijdrage te leveren aan het verminderen van de hinder tegen het najaar van 2016, zoals de ‘proeftuin fiets’ of de fietsregeling
diensten die een langere voorbereidingstijd nodig hebben en die een bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van de hinder in 2017 zoals de vervoerskaart ‘Slim naar Antwerpen’
Uitwerken manier om verschillende doelgroepen te benaderen
De tweede stap is het stimuleren van de vraag naar mobiliteitsdiensten, door een aanpak uit te werken voor de belangrijkste doelgroepen:
- via de grote werkgevers (werkgeversaanpak)
- direct naar de gebruikers (bewoners-/bezoekersaanpak)
- direct naar kleinere werkgevers in de detailhandel, horeca en productiebedrijven
- direct naar logistieke bedrijven
- direct naar scholen
Wat betreft de werkgevers: de stad werkte in overleg met VOKA/Alfaport de werkgeversaanpak uit. Deze aanpak focust in eerste instantie op werkgevers waarbij:
meer dan 200 medewerkers werken (de grotere bedrijven);
sprake is van een ‘natuurlijk moment’, een opportuniteit: dit kan enerzijds een extern natuurlijk moment zijn zoals de wegenwerken en anderzijds een intern natuurlijk moment zoals een verhuizing, fusie of verbouwing.
Bij deze groep werkgevers worden de volgende stappen doorlopen:
interesse wekken via netwerkevents en kennismakingsgesprekken
inzicht geven in het mobiliteitspatroon van de eigen werknemers via een mobiliteitsscan
afsluiten convenant ‘Slim naar Antwerpen’ (lidmaatschap en vergoeding voor de diensten die het projectteam ‘Slim naar Antwerpen’ aanbiedt)
opmaken en uitrollen jaarplan met concrete maatregelen van mobiliteitsdienstverleners
jaarlijks resultaten monitoren en evalueren
Daarnaast wordt er nog een aanpak uitgewerkt voor de KMO’s en de vele zelfstandigen in de regio. Ook de aanpak bewoners/bezoekers wordt nog verder vormgegeven. Daarvoor wordt dit voorjaar nauw samengewerkt met De Lijn, de NMBS, het provinciebestuur, het Vlaams departement Mobiliteit en Openbare Werken en met partners als UNIZO, NSZ en de Vlaamse horecafederatie.
Verantwoordelijke schepen: Koen Kennis, schepen voor mobiliteit